27 januari 2008

Een late namiddag


Soms overvalt je op een late namiddag een licht verdriet. Het komt mild maar onmiskenbaar over je. Als het wassende water op het strand. Je kunt proberen het gevoel af te leiden. Maar je weet dat dat eigenlijk niet goed is. Het is beter om het water maar te laten komen. Je zorgt ervoor dat je geen kou kunt krijgen. Je sluit misschien de gordijnen. En probeert enkel het water te zijn. Wetend dat het water zich straks weer zal terugtrekken.

Ik moest er gisteren aan denken. Ik was aan het luisteren naar de schitterende nieuwe box Songbird van Emmylou Harris. Bij het ontroerend mooie nummer Prayer In Open D beschrijft ze dat het eigenlijk vooral een spiritueel nummer is, dat gaat over het wezen van het geloof: “Society doesn’t accept melancholy very well. It’s as if there’s something wrong with you if you’re depressed or down: ‘Here’s a pill to take for that.’ And yet if you’re human, you’re going to go through periods where you shut down. Life is suffering, and if a religion tells you that’s not the case, it’s not being truthful.”

Ik denk dat ze gelijk heeft. Het simpele kleine verdriet, de zoete melancholie, ze worden vaak niet verdragen. Blijkbaar zijn ze ontregelend in een maatschappij waar je steeds vooruit moet, waar je steeds opgewekt en vol energie moet zijn. “Hoe gaat het met je?” Na die vraag moet je altijd ‘goed’ zeggen. Of, nog gemakkelijker, ‘druk druk druk’. Het kan zijn dat je echt met een zwaar verdriet zit, waardoor je niets kunt zeggen. Het kan zijn dat je weet dat je de hoofdkraan zult opendraaien als je op dat moment zou beginnen praten. Maar soms ben je ook gewoon een beetje verdrietig. Niet heel erg. Niet verlammend. En toch is het dan zo moeilijk om daar iets van te zeggen als je de vraag krijgt.

Je zegt dan maar voor alle zekerheid: “Goed.” Het klinkt dan met iets minder overtuiging dan je verondersteld wordt altijd te hebben. Misschien pikt de ander een kleine trilling op in je stem, en dan volgt een wat ongemakkelijk gesprek. Als je toch iets zou willen zeggen zijn er nog enkele varianten. “Vandaag is het iets minder.” Ook dat is nog redelijk veilig. Je zegt eigenlijk zelf dat het een uitzondering is. Een tijdelijk afwijken van de normale weg, even de vluchtstrook op. Maar spoedig zal de reis weer worden verder gezet. “Vandaag een beetje een dipje.” Die uitdrukking bevat impliciet dezelfde boodschap. Er is een soort continue rechte lijn waar even een kleine deuk in zit. Die deuk is een afwijking. Het normale is de rechte lijn.

Er huist een soort angst in de beelden die je de hele tijd via alle kanalen krijgt voorgeschoteld. Bijna altijd zijn het lachende en actieve mensen. En als het niet zo is, zit het in een apart hokje. Dan kan het een ‘probleem’ worden dat in een tijdschrift in een speciale rubriek moet besproken worden of thuishoort in een talkshow. Dan moet het misschien aangepakt of behandeld worden. Of dan hoort het op zijn minst thuis in een ander dan een ‘normaal’ gesprek.

Soms denk ik wel eens dat er een verband is tussen enerzijds het taboe op het kleine verdriet en anderzijds het schrikbarend hoge aantal mensen in ons land dat aan soms vrij ernstige depressies lijdt. In een maatschappij waarin ‘kansen’ en ‘competenties’ centraal staan moet je zelf elke dag je leven kiezen. Dat is een enorme vrijheid, die in veel opzichten bevrijdend en vervullend is. Maar soms is het ook een druk. Als alles ‘maakbaar’ is dan ben je dat zelf ook, en dan moet je jezelf ook elke dag weer maken. Als alle goede dingen je eigen verantwoordelijkheid zijn, zijn alle slechte dat ook. Als je een deuk in je ziel hebt, is dat zo al snel een soort imperfectie of iets dat nog niet is aangepakt.

Depressie is een ernstig probleem, dat stilaan eindelijk voldoende erkenning verdient als een maatschappelijk (en niet zomaar privé-) probleem. Heel wat mensen komen in de knel in een ingewikkelde meerkeuzemaatschappij waar ze op zichzelf zijn aangewezen. Ze kunnen de druk niet aan, en komen soms in een echte depressie, terwijl dat niet zo had moeten zijn.

Het tragische is vaak dat het net de gevoelige mensen zijn, die in wezen een rijk en diep leven hebben, die de druk het zwaarst voelen. Mensen die eigenlijk heel erg gezond zijn, die graag en goed een belangrijke rol willen spelen in de maatschappij maar het gevoel hebben op te lopen tegen een wereld die voor die gevoeligheid te weinig ruimte laat.

Ruimte voor het kleine verdriet zou misschien al een begin zijn. Je zou verdriet immers ook anders dan als een ‘dip’ kunnen bekijken. Misschien is het gewoon een gevoel. Een gevoel dat als eb en vloed met alle andere gevoelens samenhangt. Een gevoel dat gewoon door je heen mag stromen, en weer weggaat zoals het gekomen is. Een gevoel dat je gewoon mag hebben, en waar niet meteen iets tegen ‘gedaan’ moet worden, waarvoor geen oplossingen moeten gezocht worden. Als je weet dat het maar gewoon een gevoel is, hoef je het ook niet weg te duwen of op te potten tot het onhandelbaar wordt. Het is geen bron van schaamte of schuldgevoel. Het is niet noodzakelijk een vorm van zwak zijn. Het is gewoon wat het is.

Het leven als lijden beschrijven lijkt mij meer met de werkelijkheid overeen te komen dan het beeld van de rechte lijn waarvan je soms zou afwijken. Niet in de zin van permanente kwelling of voortdurende pijn. Integendeel zelfs. Maar gewoon als een stroom waar het lijden gewoon een deel van is. Verdriet hebben over een gestorven vriend of een niet vervuld verlangen is dan even gewoon als het intense geluk dat je kunt voelen wanneer je voelt hoe jouw ziel innig verbonden is met de ziel van een ander gedurende enkele momenten. Door het aanvaarden van het lijden kan ook heel wat ander lijden als sneeuw voor de zon verdwijnen. En door zelf een beetje rivier te worden wordt het veel gemakkelijker je te openen voor het lijden van een ander zonder jezelf te verliezen.

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.


"Een schoon verdriet."


Dag Jan,

Zo noemde ooit Julien Schoenaerts
de zelfdoding van z'n dochter.


Een late namiddag, het had ook
'een klein verdriet' kunnen zijn.

'Une tendre tristesse'.
Het is middag. Wolken in mijn hoofd.

Had ik maar wat zee
in mijn ziel.



Uvi


.