24 januari 2008

Norwegian Wood


De Japanse schrijver Haruki Murakami brak in 1987 door met zijn roman Norwegian Wood. Dat boek is sinds vorig jaar ook in een Nederlandse vertaling beschikbaar. Het is zonder meer een schitterend en meeslepend boek. Het kan je tot tranen roeren. Het blijft aan je plakken. Niet alleen omdat het zo’n aangrijpend liefdesverhaal is. Er is ook iets met de manier waarop het verteld wordt dat je in het boek zuigt.

Het hoofdpersonage Watanabe herinnert zich bij het begin van het boek via het liedje Norwegian Wood de hele geschiedenis die in het verhaal verteld wordt. Die gaat terug naar het eind van de jaren zestig en speelt zich af in het studentenmilieu van Tokio. Watanabe is een volgens zichzelf gewone student, die theater studeert. Waarom hij dat doet, weet hij zelf ook niet zo goed. Hij heeft een grote interesse voor Amerikaanse literatuur. Bijna willoos, maar ook schijnbaar zonder verzet ondergaat hij de verveling van het leven op de campus. Hij wordt omringd door een aantal merkwaardige figuren. Zo is er een kamergenoot die op het maniakale af gericht is op orde en netheid. Er is een vriend die zeer intelligent en charismatisch is, cynisch in het leven staat en als een ‘vrouwenconsument’ zou kunnen omschreven worden. Ze zijn toevallig in zijn leven omdat de dingen nu eenmaal zo gelopen zijn. Watanabe lijkt het bij hen uit te houden omdat ze anders zijn dan hij, maar misschien wel vooral omdat ze op een complexloze manier anders zijn.

Maar centraal in het verhaal staan twee vrouwen, Naoko en Midori. Watanabe kent Naoko al langer. Ze hadden een gezamenlijke vriend Kizuki. Hij was zijn beste vriend en haar eerste liefde. Kizuki pleegt zelfmoord. Het brengt Watanabe en Naoko bij elkaar, en kan hen tegelijk niet echt bij elkaar brengen. Ze trekken met elkaar op, ze worden aarzelend geliefden, maar wat er gebeurd is blijft tussen hen staan. Naoko heeft ook al eerder haar zus door zelfmoord verloren. Op een bepaald moment wordt de druk van het leven te zwaar voor Naoko, en ze stort in. Ze komt terecht in een soort sanatorium in de buurt van Kyoto.

Het duurt een tijd eer Watanabe weet waar Naoko is. Hij zoekt haar op daar, en merkt dat ze nog steeds worstelt met het leven en heel erg in haar eigen wereld leeft. Hij krijgt ook een band met de oudere Reiko, die samen met Naoko een huisje deelt. In de periode na zijn bezoek blijft Watanabe schrijven naar Naoko.

Ondertussen heeft hij in de les Midori leren kennen. Zij lijkt zowat een tegenbeeld van Naoko. Ze is uitdagend en heftig. Hoewel ze een eigen vriendje heeft, trekt ze steeds meer op met Watanabe en voelt zich tot hem aangetrokken.

Watanabe voelt zich naar twee kanten getrokken. Aan de ene kant voelt hij een sterke en pure liefde voor Naoko. Ze zijn zielsverwanten, deels verbonden door hun dode vriend, en door een zoeken naar een heel integere liefde. Er is ook een gevoel van verantwoordelijkheid. Hij wil op haar wachten, maar voelt ook hoe zij wegglijdt in haar onvermogen om het leven aan te kunnen. Aan de andere kant is er Midori. Zij is letterlijk en figuurlijk dichterbij. In eerste instantie trekken ze gewoon veel met elkaar op. Ze is een vriendin, maar geen geliefde. Hoewel zij graag praat over haar seksuele fantasieën, lijkt het hem allemaal niet zoveel uit te maken. Zijn hart is bij Naoko. Maar langzaam aan groeien ze toch dichter naar elkaar toe. Zij wordt verliefd op hem, en hij beseft dat hij niet zonder haar kan, en gewoon niet aan zichzelf wil toegeven dat hij ook op haar verliefd aan het worden is. Hij wil trouw blijven aan Naoko. Zij weet dat zijn hart bij een ander is, een ander waarover zij nauwelijks iets weet, hij kan er immers niet over vertellen. Er komt een tijdelijke breuk tussen Watanabe en Midori. Na een tijd komen ze weer bij elkaar. Watanabe vraagt advies aan Reiko.

De tragedie in het verhaal voltrekt zich. Watanabe is erg geboeid door de oude Griekse tragediën maar dan niet van die waar er een deus ex machina is die aan het einde alles ineens weer in orde brengt. Ook dit verhaal bevat een tragedie die noodlottig naar zijn afloop gaat. De personages zijn niet in staat de loop der dingen te keren.

Hoewel het verhaal tragisch is, is de toon waarin het verteld wordt niet zwaar, integendeel. De personages leven als toeschouwers in een universum dat vrij leeg lijkt. De dingen gebeuren. Er is geen grotere zin te ontdekken. Mensen plegen zelfmoord. In het hier en nu sprankelt wel het leven met muziek en boeken, en is er op de achtergrond een context van studentencontestatie. Watanabe lijkt een toeschouwer, die met afstand de dingen bekijkt en ondergaat. Maar hij is daarin ook erg authentiek en vaak zeer grappig.

Uiteindelijk zijn alle personages gefragmenteerd en onaf. Naoko is te gevoelig voor het gewone leven, maar heeft daardoor ook een intensiteit en integriteit die diep ontroerend is. Vergeleken met haar is Midori aardser en hoekiger. Ze is ongrijpbaar maar staat op een bepaalde manier stevig op de grond. Watanabe is een wat willoze toeschouwer die toch ook vanuit een heel sterk verantwoordelijkheids- en later ook schuldgevoel het enige wat hij lange tijd als echt ervaart in zijn leven probeert te beleven. De liefde is gedoemd om te falen, maar is ook het enige wat werkelijk telt. Watanabe kan bewegen in een wereld waar seks een leeg consumptieproduct is, maar zoekt uiteindelijk naar een heel andere seksuele omgang. Die momenten lijken de enige waarop er een echt contact mogelijk is en waarop de tijd stopt.

De personages in het verhaal kunnen elk moment in zichzelf vallen. Tijdens een wandeling vertelt Naoko over een ‘veldput’. Het is een donker, diep, gapend gat, waarin je terecht kunt komen. Niemand weet waar de put is. Als je erin valt, ben je reddeloos verloren. Naoko zegt: “En zolang ik maar bij je in de buurt blijf, val ik ook niet in de put.” De ondertussen ouder geworden verteller Watanabe heeft schrik van de put in zichzelf. Hij is bang dat hij een deel van de herinneringen kwijt is. “Dan vraag ik me af of er in mijn lichaam misschien ergens een duistere uithoek van herinnering is, waar alle belangrijke herinneringen opeengepakt zitten en in zachte modder zijn veranderd.”

“I once met a girl, or should I say she once met me.” Dat is de eerste regel van het lied Norwegian Wood van The Beatles. Het is een kleine samenvatting van het boek. Of anders gezegd: Norwegian Wood is een boek over de liefde.

Geen opmerkingen: