26 september 2009

Blijven kijken

Het kijken, wat valt erover te zeggen? Wat valt er niet over te zeggen? Dat zou beter zijn misschien.

Je kunt blijven kijken naar mensen. Het houdt niet op. Om te zien hoe ze veranderen. Terwijl je erbij zit. En om te merken hoe weinig je zag de vorige keer. Je denkt dat je je zoveel kunt herinneren. Je denkt dat alles goed bewaard is in je hoofd, of andere delen van je lichaam waar de beelden kunnen rusten. Tot je weer alles opnieuw kunt bekijken, van dichtbij. En heel even twijfel je aan de herkenning. Is die ander veranderd? Heb je wel de juiste voor je? Zijn de verkeerde gegevens opgeslagen, waardoor je herinnering misschien niet helemaal juist was? Of is het enkel het licht, of het uur van de dag? Blijven kijken. En na even, en soms na langer, komt alles weer terug. Of voor het eerst zoals het moet zijn, denk je dan. Of je vermoedt dat je hoofd beter in staat zou moeten zijn beelden te zien als een rivier, en niet als een foto. Wat het ook is, blijven kijken is je enige hoop.

Soms kijk je gulzig, bijna in preventieve wanhoop. Je voelt dat er een moment aankomt dat onder geen enkel beding verloren mag gaan. Of je kijkt naar iemand die alleen in dat moment zo bij je kan zijn. Of je denkt of vreest of vermoedt dat dat moment een laatste moment zou kunnen zijn. Of je leeft in elk moment alsof het het laatste moment zou kunnen zijn, ook al is er geen enkele aanwijzing dat het zo zal zijn. En je kijkt naar elke lijn. Om beelden te verzamelen, zoveel mogelijk. Om voorbereid te zijn op een moment waarop die beelden alleen nog herinneringen zullen zijn. Herinneringen verzamelen, als schelpen aan het strand, terwijl je erbij bent. En je zou elke lijn wel tien maal willen bekijken, zodat je van alles reserve hebt. Als er dan een beeld zou geroofd worden uit je herinnering, dan kun je nog altijd naar de reserve. Het is een bijna hopeloos verlangen. Zoveel tijd later denk je dat de beelden in je hoofd intact zijn, maar zodra je erover zou praten met een ander, die die beelden ook zou kunnen hebben, of zodra je de beelden in je hoofd in detail zou moeten beschrijven, zou je merken dat verlies je deel is.

Soms zou je iemand willen vragen, op de trein of zo, of je lang en grondig mag kijken. Om rustig, vanuit alle hoeken, het beeld te kunnen samenstellen. Tot je genoeg hebt.

Er komt geen einde aan de schoonheid. Je neemt een goede plaats in, en kijkt. Naar mooie mensen die je kent, mooie mensen die je niet kent. Waarom blijf je kijken? Het is lang niet enkel de vorm van die lichamen. Het is meer dan de kleren die zoveel kunnen vertellen. Het is de beweging. Je zou het nauwelijks kunnen benoemen waarom je blijft kijken. Het heeft iets te maken met evenwichten in een lichaam. Het ene moment kan het in een mystieke balans zitten, het andere moment al niet meer. En wat er tussen die twee gebeurt.

Soms kijk je voorbij de kleren, het gebeurt. Het kan je overvallen. Het kan langzaam naar je toe komen. Het kan afwezig blijven. Het kan je geruststellen. Het kan je vervreemden.

Soms is het alsof je alleen maar een fototoestel in je handen en voor je ogen hebt. Je ziet in de ander de foto’s die zij in zich draagt. De foto’s die door haar worden uitgenodigd. Waar ze zijn, weet je niet, maar je kunt ze zien. Misschien moeten ze vooral niet gemaakt worden. Misschien is het een nooit beseft verlies voor de wereld dat ze er niet zullen komen. Ze zijn even aanraakbaar als de woorden, ze bewegen ook ergens onder je huid.

Soms kijk je, en wil je niet zien wat je ziet. Misschien is er te veel dat je herkent. Misschien is er gewoon te veel. En wil je weinig, van wat dan ook. Zodat je alles van dat ene zou kunnen zien. Of zodat je jezelf zou kunnen doen geloven dat je alles van dat ene zou kunnen zien. En soms kijk je om gerustgesteld te worden. Kijken om te zien dat alles er nog is. Dat alles is zoals je vermoedt dat het zou moeten zijn.

Soms kijk je in je dromen. En je ziet grootse taferelen, met personages die je niet kent, of die je niet op die plaats en dat moment wilt zien. Na een tijd begin je te vermoeden dat je droomt. Je kunt in je droom tegen jezelf zeggen dat wat er gebeurt voor je ogen wel niet echt zal zijn, want in een droom. Je twijfelt nog even, helemaal gerust ben je nog niet. Je schuift nog verder weg uit de droom en wordt wakker genoeg om je echte lichaam te voelen en er dus zeker genoeg van te zijn dat het een droom was. Je bent nog niet wakker genoeg om de droom al helemaal achter je te laten. Je kunt nu zelf kiezen wat er in de droom gebeurt. Je kunt de ene mens door een andere vervangen, de ene handeling door een andere. Je kunt voorkomen dat allerlei ongewenste nevenpersonages hun plaats opeisen, om alleen maar te zien wat je zou willen zien. En zo kun je dan kijken.

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.

Terwijl ik het zit op te schrijven,
geen andere vraag zie dan het kijken,
komt er traag beweging in het huis.
Nooit wil het bij kijken blijven.


Uit Notitie - Blauwziek
Bernard Dewulf.