16 september 2009

Het moet vooruit gaan

Lichtjes geschokt was ik gisteren. Ik hoorde de minister, met bijna trillende stem, verklaren dat vanaf nu de wegenwerken aan de snelwegen zullen doorgaan, en wel 24 uur op 24, 7 dagen op 7. Ik hoorde haar bijna denken: “En als we per dag 25 uur zouden kunnen werken, dan zouden we dat zeker doen. Meer zelfs, als we per week 8 dagen zouden kunnen werken, dan zouden we dat ook doen.” Koude rillingen kreeg ik ervan…

Mijn gedachten gaan in de eerste plaats naar die mensen die die werken moeten uitvoeren. In zeer moeilijke, zeer gevaarlijke en zeer ongezonde omstandigheden moeten ze nu al bijna het onmogelijke doen. En nooit is het goed. Steeds gezeur en geëmmer van automobilisten die voorbij komen rijden en soms zelfs hun middelvinger opsteken. De minister toonde zich erg trots dat hiermee was tegemoetgekomen aan de vragen van de automobilistenverenigingen. Vandaag reageren gelukkig al de vakbonden die vragen of er misschien ook enige aandacht zou mogen zijn voor de werkomstandigheden van de arbeiders. Maar dat zal velen waarschijnlijk worst wezen…

Natuurlijk is het heel vervelend en frustrerend als je met je auto in de file zit, zeker op een moment dat je dat helemaal niet verwacht. En natuurlijk is het vervelend voor de organisatie van onze economie. Ook al heb ik zelf geen auto, ik wil daar best veel begrip voor opbrengen. Veel mensen kiezen er niet voor om op dat moment met hun auto of vrachtwagen op die weg te zitten, ze kunnen niet anders. En ja, al die stilstaande voertuigen zorgen voor veel luchtvervuiling. Maar het zou leuk zijn als de mensen die dat altijd als argument aanhalen even bezorgd zouden zijn voor de luchtvervuiling van normaal rijdende voertuigen. En natuurlijk is het normaal dat je als overheid goede afspraken probeert te maken om de maatschappelijke hinder bij dit soort werken zoveel mogelijk te beperken. Allemaal geen probleem, maar er zijn grenzen aan wat men ‘normaal’ vindt.

Als er in een bepaalde periode veel wegenwerken zijn, dan wordt dat tegenwoordig al het eerste punt in het journaal. Mensen worden dagenlang gewaarschuwd voor de dreigende bijna-apocalyps die zich aandient. En dan is het nog niet goed. Veel mensen willen blijkbaar dat op geheel miraculeuze wijze die weg volledig hersteld én verbreed én dan nog ook nog eens volledig ontdaan van alle andere weggebruikers wordt, en dat tijdens het 25ste uur van de dag. “Waarom moeten ze net nu aan de weg werken, kunnen ze dat dan niet op een ander moment doen?”

Wat me vooral stoort, zijn de hysterie en het totaal gebrek aan empathie bij al die reacties. Als er na een vakantieperiode werken worden uitgevoerd, staat onmiddellijk het land op zijn kop. Allerlei verenigingen komen boos klagen dat het volstrekt ongehoord is dat men aan de weg werkt, net nu iedereen terug is van vakantie en terug naar het werk moet. Een mevrouw van de overheid komt dan een beetje schroomvol uitleggen dat men niet permanent aan de arbeiders kan vragen om flexibel dag en nacht door te werken ongeacht de periode van het jaar, dat men nu al alles doet wat mogelijk is om die werken in de rustige periodes te doen, maar dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden. Zo’n uitleg wordt dan meteen op hoongelach onthaald. Hier wordt blijkbaar een onvervreemdbaar recht met de voeten getreden.

Als je het wat nader bekijkt, is er meer aan de hand. Echt ‘rustige’ periodes zijn er al lang niet meer. Op welk moment van de dag of de nacht je ook op een snelweg rijdt, je bent nooit alleen. Mensen gaan dan ook nog eens het hele jaar door met vakantie, en vinden het ook normaal dat de rest van de maatschappij zich daar genoeg naar schikt. En het ‘probleem’ van de file ontstaat misschien wel omdat we met zijn allen gewoon te veel rijden en onze economie zo organiseren dat er te veel producten heen en weer door Europa worden vervoerd en als het ware op de weg worden gestockeerd. En nog is het niet goed, niet snel, niet flexibel en niet performant genoeg. En misschien is het overdreven drukke verkeer er ook wel de oorzaak van dat wegen telkens opnieuw verslijten, het zou kunnen…

Veel mensen vinden het voor zichzelf volstrekt normaal dat ze op vakantie kunnen gaan wanneer ze willen, dat ze af en toe vrij kunnen nemen om bij te komen van het harde werk, dat ze hun gezinsleven op een min of meer normale manier kunnen combineren met hun werk. Misschien dwingt onze moderne manier van leven ons allen in een individualistisch keurslijf, het zou kunnen. Maar ook anderen hebben recht op vakantie en een normaal gezinsleven. En die anderen zijn onder meer de mensen die de weg moeten herstellen, en dat op gevaar van eigen leven, nu al bijzonder flexibel doen.

Als ik de vertegenwoordiger van de automobilistenvereniging op de televisie bijna schuimbekkend zie fulmineren omdat het toch zo volstrekt onaanvaardbaar is dat op die dag de werken ’s nachts niet geheel waren afgerond waardoor er overdag een extra file ontstond, dan voel ik een lichte misselijkheid opkomen. Als enkele dagen later blijkt dat dezelfde aannemer de werken vier dagen eerder dan voorzien kan afronden, is er niemand van dezelfde vereniging die op de televisie de arbeiders van harte komt bedanken en zich daarbij een klein beetje verontschuldigt voor de toch wat overtrokken reactie enkele dagen eerder. Nee, daar doen we vooral niet aan…

Een mens hoopt dan nog altijd stiekem, en tegen beter weten in, dat een beleidsverantwoordelijke met meer overzicht en zelfs een beetje zelfreflectie, naar de dingen zal kijken. Politici zijn toch diegenen die net de verschillende belangen moeten afwegen en met elkaar verzoenen, of ze zouden dat toch moeten doen. Een zeer lichte mate van deemoed tegenover het hysterische doorholdenken zou af en toe nuttig zijn. En volgens sommigen zal het kwezelig of moraliserend klinken, maar gewoon af en toe vragen dat mensen wat respect hebben voor een ander, en ook een ander gunnen wat ze voor zichzelf normaal vinden, het zou niet zo’n slecht idee zijn. Maar ik zal wel oud aan het worden zijn…

Geen opmerkingen: