05 februari 2015

Stream

De mensen vooraan staan te praten. Je luistert. Probeert je hoekige lijf te passen in dit hoekige bankje. Ooit had je nog les hier in dit lokaal. Het is alsof de mevrouw naast je een warme gloed verspreidt. Je kijkt naar handen.

Je probeert je lange lijst TO DO met een forse inspanning korter te maken. Tot hij net past op een geel plakbriefje. Wel een groot geel plakbriefje.

(Zal het wel lukken met die brief zondag? Zou je niet toch? Nee, je hebt met jezelf afgesproken dat je hem niet meer gaat veranderen.)

Voor de uiteenzetting begint kun je nog net langs de balie gaan om kaarten te bestellen voor dat concert binnen enkele maanden. Bijna had je tegen jezelf gezegd: goed gedaan Jean.

Ingewikkelde dromen.

(Je moet toch dringend gaan beslissen wat je nog zult bakken, zondagochtend. Toch maar kaneelrolletjes? Of toch maar niet?)

Een man die langs de trap in het midden naar boven loopt, ziet de vrouw die naast je zit. De gloedmevrouw. Hij wil haar toch een kus geven, en buigt zich over jou heen. “Mag ik even, jongeman?” Dat zegt hij. Je vertelt aan de gloedmevrouw dat dat toch wel een beetje bijzonder is, gezien wat er te gebeuren staat. Ze zegt dat je zo dus al een mooi cadeau hebt gekregen.

Eindeloos zitten rekenen en puzzelen, met de treinuren erbij. Zal het nog lukken? Die dierbare vriendin die je haar knipt. Tussen alle andere afspraken. Nog op tijd voor het feest?

(Zullen ze wel allemaal in het café passen? Zal het niet te klein zijn? Zullen ze zich niet vervelen? Zul je wel met iedereen kunnen praten? Zouden ze echt graag komen?)

Je komt thuis na weer eens een avond weg. En natuurlijk wil je lekker onder een warm dekentje. Je zou moeten gaan slapen, dringend. Maar je zou ook willen hangen, nog een tijd, voor de televisie. Eigenlijk ben je te moe voor allebei.

Dat ene liedje, over Farewell, dat zou je eigenlijk ook moeten leren spelen op je gitaar. Waarom eigenlijk niet?

(Moet je ook nadenken over welk hemd je aan zult trekken? Zou dat verschil maken? Het zal dat groene worden, denk je. Zal dat warm genoeg zijn?)

Je bent bezig met het klaarmaken van het ontbijt. Heet water in de filter, de koffie loopt zachtjes door. Sinaasappeltjes persen. En je denkt aan iemand die zoveel kilometer verderop nu ook bezig is met een ochtendgevecht tegen de tijd, of zo.

Bij het binnengaan ga je meteen netjes een hand geven aan de burgemeester. Je bent goed opgevoed. Of zo. Je doet je best om daarna ook netjes te staan luisteren naar de eindeloze rij speeches. Tot je rug het dreigt te begeven. Je moet even gaan zitten. Daarna ga je weer verder met babbeltjes. (Misschien ga je het ooit nog wel leren, die recepties.)

(Hoe zouden de anderen naar jou kijken dan? Zullen ze glimlachen?)

De vergadering is zo slecht dat je plaatsvervangende schaamte voelt voor de organisatoren ervan…

Tijdens weer een receptie vraagt iemand wat je van het filmpje vond. Je aarzelt een beetje, uit beleefdheid. Dat hoeft gelukkig niet, zo blijkt. Het filmpje was een beetje te weinig rafelig, zeg je.

(Het komt nu eigenlijk wel heel erg dichtbij, eigenlijk, dus.)

Wat een ongelooflijke nachtlucht. Een heel heldere maan. Een heldere lucht. Mooie wolken in de nacht. Alsof iets je iets wil zeggen.

Het licht van februari. Het is er.

Geen opmerkingen: