19 februari 2015

Waar de dingen elkaar raken

‘Goed dat we hier zo zitten.’
‘Ja, het lijkt zelfs lang geleden. En toch ook niet. Vertrouwd wel.’
‘Ja.’
‘Zou dat kunnen, dat je dingen uitwisselt, in elkaars dromen? Ik droomde, nu al twee keer, iets wat vaak in jouw dromen voorkomt.’
‘Dat die droom dus van mij naar jou overgaat? Langs een zone waar de dingen elkaar raken? Maar waar zou dat dan zijn?’
‘Ergens. Misschien wel hier.’
‘Jij was ook nog wel even in mijn droom van de week, maar dat is iets anders waarschijnlijk dan dat een droom van jou naar mij komt.’
‘En wat deed ik?’
‘Je liep rondom het bed.’
‘En dat was het?’
‘Ja, eigenlijk wel.’
‘Spannend…’
‘Het was een drukke dromenweek. Met veel ingewikkelde verhalen, en heel veel mensen soms. En in een van die dromen ging ik ineens trouwen. Die trouw was blijkbaar op korte termijn geregeld.’
‘En voelde het goed?’
‘Ik weet het niet zo goed. Ik schrok er zelf een beetje van. En tegelijk was er ook een  gevoel van: dit vind ik wel een klein beetje leuk, eigenlijk. Maar goed weggestopt.’
‘Haha.’
‘Ja, lach maar.’
‘Zou je daar naartoe kunnen gaan? Naar de plek waar de dingen elkaar raken? En waar die dromen de overstap kunnen doen? En zou je dan ook zelf, bewust dromen kunnen doorgeven aan elkaar?’
‘Stel je voor.’
‘Ik zou wel een beetje schrik hebben van dat idee, denk ik.’
‘Er zijn natuurlijk ook dromen waarvan je vooral niet wilt dat een ander die ooit zou kunnen zien. Die mogen zeker niet weglekken.’
‘Nee, beter niet.’
‘Soms vind ik het raar dat er in sommige dromen zoveel mensen, of personages, zijn. Het is soms alsof ik, tijdens die droom, met een beetje afstand kan kijken, en me afvragen waar al die mensen vandaan komen. En soms is het raar dat er mensen opduiken in mijn droom die ik helemaal niet verwacht had.’
‘Er stond ook nog een artikel in de krant vandaag over dagdromen. Was wel interessant. Het is blijkbaar een fenomeen dat erg weinig wordt onderzocht.’
‘Onderzoekers zouden dan ook naar de plek kunnen gaan waar de dingen elkaar raken. En dan kijken naar de dromen. Dat moet wel een beetje raar zijn. Als je als onderzoeker de dromen ziet van anderen, hoe weet je dan dat je zelf niet aan het dagdromen bent?’
‘Misschien is er wel geen verschil.’
‘Dus als je overdag even wegschuift in een droom zou het kunnen zijn dat het eigenlijk een droom van iemand anders is?’
‘Wie weet.’
‘Het is wel ook leuk als je je een mooie droom helemaal kunt herinneren, en dat je dan overdag terug kunt gaan. Een beetje als een kast die je opent, en in die kast gebeurt er iets, de hele tijd.’
‘En in die kast loopt die droom de hele tijd door, ook als je de deur niet openmaakt.’
‘Ja, dat denk ik wel. Soms denk ik dat er ergens een soort rivier of een zee is, waar alle dromen huizen. Samen met alle verhalen.’
‘The sea of stories.’
‘Ja, inderdaad. Mooi boek trouwens.’
‘En?’
‘En daar, in die rivier of zee, zijn ze de hele tijd. Ze zijn er allemaal, en ze waren er al allemaal. Ze komen je af en toe even bezoeken. Maar ze bewegen wel altijd.’
‘En zitten we daarom dan ook hier?’
‘Oei, moet ik dat verhaal ook vertellen?’
‘Ja natuurlijk. Of anders een brief schrijven.’

Geen opmerkingen: