11 november 2018

Beiaardtranen

Het is de dag van de inhuldiging van de vredesbeiaard in jouw stad. Dat moment wil je niet missen, om allerlei redenen.

Toen je het eerst hoorde dat de beiaard er zou komen, een samenwerking tussen jouw stad, Leuven, en de Duitse stad Neuss, was je meteen hevig ontroerd door het project. De geschiedenis van je stad. De vreselijke gebeurtenissen uit de Eerste Wereldoorlog. De archivaris van die Duitse stad ontdekte dat een regiment uit zijn stad betrokken was bij wat er in Leuven gebeurde. Zo kwam het op gang. In de oorlog waren de klokken verloren gegaan, gesmolten door een grote brand in de kerk waar ze naartoe waren verhuisd. Nu, honderd jaar na het einde van de oorlog, zijn de klokken terug, exacte kopieën, op de plek waar ze vandaan kwamen, in de toren van de abdij net buiten de stad.

Je droeg een steentje bij aan de fondsenwerving, en dat voelde meer dan goed.

Je zag de beelden van de klokken die arriveerden. Ze waren gegoten in dezelfde gieterij waar je ooit met je vader kwam. Hij was ook beiaardier. Dezelfde gieterij die ook een nieuwe klok goot waar de beeltenis van je vader op kwam, en die ondertussen in de kerk hangt waar hij de klokken bespeelde.
Je zag de kinderen die vol verwondering naar de klokken kwamen kijken.

En nu zit je in de grote tent, te wachten tot de plechtigheid begint. Er zijn veel mensen. Ze zijn allemaal erg dichtbij, op die kleine stoeltjes. Je bent al een beetje zenuwachtig en gevoelig nog voor het begonnen is.

Je ziet de beelden, je hoort de toespraken, je ziet de foto’s en het filmpje.

En het raakt je nog meer dan je verwacht had.

De verhalen in het Duits. In enkele zinnen wordt gezegd wat er toen gebeurde, wat de aanleiding was, welke mythes propaganda waren. Het is alsof de geschiedenis zich ineens neerlegt. Het verhaal van je burgemeester, die erop wijst dat eerder in de geschiedenis die Duitse stad zelf in de as werd gelegd, door legers waar misschien wel Leuvenaars bij waren. Een ijzingwekkende parallel.

De slottoespraken van beide burgemeesters. Iets over de vloek van het nationalisme. Iets – het kwam ook eerder al aan bod – over de Europese droom en wat die zou moeten zijn.

(Hopelijk vallen voor de mensen naast en rondom je je tranen niet al te zeer op.)

Zoveel dingen lijken samen te komen.

Je voelt Europa, in je hart, waar het altijd is. Waar het nog altijd een grote emotie is. Ineens is het zo dichtbij. Het is zo mooi, te zien hoe mensen van hier en daar, allemaal van na de oorlog, elkaar even kunnen vasthouden in de pijn van generaties geleden. Even zie je hoe je wonden kunt helen. (En hoor je tegelijk in de toespraken hoe kwetsbaar dat allemaal is, hoe snel je weer alles kunt verliezen.) Het is moeilijk om erover te praten, dat wat je voelt in je hart, het is zo groot. En nu mag het zomaar zijn.

Het voelt alsof je ineens ook een beetje meer bent dan enkel maar een inwijkeling in je stad (ook al woont die al langer daar dan in het geboortedorp). De geschiedenis van die oorlog in je stad heeft je altijd erg geraakt. Maar tegelijk speelden de verhalen van je grootvader over diezelfde oorlog zich af op een andere plek dan hier. Misschien ben je iets meer van hier geworden (zonder minder van daar te zijn).

En er is de beiaard natuurlijk. Alsof je om een of andere reden hier moet zijn, alsof je iets of iemand moet vertegenwoordigen. Je zou het niet goed kunnen uitleggen hoe het juist in elkaar zit. (Even denk je wel dat je het fijn zou vinden om aan hem te laten zien hoe jouw naam op het bord staat met alle namen van de ondersteuners. Ook al maakt de dood dat onmogelijk.)

De plechtigheid is voorbij. Iedereen komt naar buiten. Mensen wachten op het geluid van de klokken.

Je hoort de nieuwe beiaard. Hij klinkt zo mooi. Je hoort meer dan wat je hoort, dingen van hier en ginder, van nu en toen, en ook van ooit.

Je zou aan de Duitse aanwezigen willen zeggen dat je dankbaar bent dat ze hier zijn, dat ze je de kans geven dit alles mee te mogen maken. Een beetje verlegen spreek je de mevrouw aan die schepen is in die Duitse stad. Je zou willen dat je Duits nog veel beter is, maar je wilt vooral niet in het Engels praten. Dan maar met enkele fouten erin.

Wanneer je vertrekt is het of er iets in je veranderd is, al weet je nog niet wat dat is.

Dankbaar.

2 opmerkingen: