02 november 2018

Intens

Je kijkt een beetje uit naar de week. Eerst dienen zich nog enkele klippen aan. Daarna zou het zowaar een beetje vakantie kunnen worden.

(Misschien heb je dat niet zo heel slecht gedaan, zegt een stemmetje ergens in je achterhoofd. Heel even, voor je het weer wegduwt.)

Aan je bureau. Rustig de dingen ordenen. In volgorde zetten. Om een of andere reden maakt het je heel gelukkig, dingen die overzichtelijk zijn.

Een meneer van de krant belt. Of je een opiniestuk zou kunnen schrijven. Waarover? Iets over minder vliegen en het precariaat dat koffers moet stapelen in de buik van een vliegtuig. Tegen wanneer? Min of meer tegen het einde van de namiddag. Oeps. Dat je je best zult doen, zeg je. Het stuk is weg. De meneer belt nog even. Of je ook een foto door kunt sturen.

Een andere dag, tijdens een vergadering. Je ziet berichten binnenkomen. Blijkbaar hebben sommige mensen je stuk gelezen in de krant.

Een mevrouw van de radio belt. Of je in de uitzending wilt komen praten over je stuk in de krant. Je hoeft niet helemaal naar Brussel te gaan, zegt ze. Het kan vanuit de speciale studio bij jou in de stad.

Je zit in het kleine kamertje te wachten tot het tijd is voor jou in de uitzending. Een grote microfoon. Een scherm met de radiomevrouw aan het werk. Ineens is ze in jouw hoofdtelefoon. Ze zegt dat jij haar kunt zien maar zij jou niet. En dat er een interval is tussen wanneer zij de dingen zegt en wat je op het scherm ziet. Ze zegt dat ze even zal wuiven, wat je enkele seconden later inderdaad ziet. Het muziekje is voorbij. Het gesprek begint. “U schreef het opiniestuk waar we allemaal op zaten te wachten.” Zo begint ze. Je kijkt even achter je. Het is toch iets gemakkelijker om in het echt bij iemand te staan en te antwoorden op vragen.

Je loopt weer naar huis in de regen.

Zomaar thuis zijn, tijd hebben. Heel voorzichtig. Je droomde ervan, wekenlang, eigenlijk.

Boodschappen. Dingen inhalen, heel langzaam, die al lang waren blijven liggen. Zoals eindelijk dat horloge vervangen. Nog een laatste reeks dingen afwerken. En dan leg je je neer. (Tot er toch nog een telefoon komt.)

(Je hebt een beetje schrik van die verandering. Je kijkt naar je lichaam, wat het met je doet.)

Een andere dag. Doen alsof het een zondag is.

Enkele klusjes nog. En dingen die je nu in je hoofd kunt toelaten. Je vraagt een afspraak voor de massage, waarvoor je een cadeaubon kreeg van een dierbare vriendin. Het idee alleen al maakt je voorzichtig gelukkig.

Een plekje in de hoek van de kamer. Zomaar aan een vers boek beginnen.

(Een stukje over scheuren. Het is moeilijk. Misschien begrijpen sommige mensen wel wat je bedoelt.)

De generator onder je appartement springt aan en blijft lang draaien.

De nacht verwart.

Vroeg opstaan om de vuilniszak buiten te zetten.

De trein nemen om naar een boekhandel in een andere stad te gaan. Je had nog altijd een boekenbon op te maken.

(Je stuurt een berichtje om te zeggen dat je aan iemand denkt.)

Op weg naar huis nog even langs de platenwinkel. De Deluxe Edition van de Bootleg Series, nummer 14. Alleen al de doos vasthouden voelt spannend aan.

Thuis nog even jezelf op de proef stellen. Genot uitstellen, een van je kerncompetenties.

Je luistert dan toch. Wat je hoort, geeft je letterlijk koude rillingen. Meer dan intens. Je luistert met open mond. Alsof je die nummers die je zo goed kent helemaal voor het eerst hoort.

Tijd om te gaan liggen. Je ziet een film over een bos waar mensen gaan sterven. Het hoofdpersonage vindt iets van zichzelf terug en kan het bos verlaten. Iets over schuldgevoelens.

(Soms komt de wereld van daarbuiten even binnen. Je lichaam verkrampt telkens een beetje. Misschien werkt de vakantie wel.)

Het verse boek is al bijna op. (Mmmm.)

Je denkt aan verhalen.

En ook aan Simple Twist of Fate

Geen opmerkingen: