23 juni 2019

Verlangen naar de zee

Zoals de rivier droomt van een oorsprong, een bestemming. En zich troost met de gedachte aan het aan zichzelf ontsnappen in de stroom.

Zoals je je handen op je lichaam kunt leggen waardoor de rust terugkeert, ergens in een nacht.

Zoals je het verdriet van de zee kunt voelen, en je zou willen helen wat gekwetst is.

Zoals je lichaam verandert na het drinken van het water dat op je wacht.

Zoals je kunt zien, uitgespaard in de lege ruimte naast je, wie bij je zou kunnen zijn.

Zoals je de onrust uit je huid voelt verdwijnen, waarna de dingen zich neerleggen.

Zoals je verdwaald kunt zijn, op de dool. Onrustig bewegend door het huis. Vreemd.

Zoals de boeken die op je wachten. Zoals de boeken die zelfs niet weten dat ze op je wachten.

Zoals de herinnering aan die avond in de tuin. De liefde nog pril en onwennig. Het koele gras onder je voeten. Het besef van het verlies dat zou komen.

Zoals hoe je adem stokt, alleen al bij het woord helen. Hoe je niet weet hoe je naar dat woord moet kijken.

Zoals wanneer je zou kunnen vervloeien, dat ene moment.

Zoals wanneer een hand je naar het water leidt.

Zoals hoe je daar ligt, nog niet wetend hoe je met jezelf kunt samenvallen. Zien waar het zou kunnen kantelen, en niet weten of dat mag.

Zoals in een traag gesprek.

Zoals je ontheemde buik.

Zoals de regen, die ook even bij je zou willen blijven, de regen die weet.

Zoals het geheim van de planten in je huis.

Zoals de volle maan die de nacht verlicht, dichter dan ooit.

Zoals de woorden die je ooit zult aanraken.

Zoals de gloed die het van je overneemt. Je staat op, en je zegt dat je zult blijven.

Zoals het strand, met huidverdriet.

Zoals de sporen in het zand. Zinnen met waarheden die maar even mogen gezien worden. Misschien weten ze niet dat het strand niets vergeet.

Zoals de brief die je probeert te schrijven, telkens opnieuw.

Zoals het verhaal dat je wilt vertellen aan je kind.

Zoals het ritme van de dans.

Zoals hoe je wacht op tintels in je huid.

Zoals de boom die sterft.

Zoals je voorzichtig ruikt aan dat stukje arm, net naast de pols, na de zon.

Zoals wat je handen zouden kunnen zien.

Zoals een horizon.

Zoals hoe je buigt, bij het einde van de dag.

Zoals het nulpunt tussen twee seizoenen, gewichtloos en ondeelbaar.

Zoals de afwezigheid.

Zoals de zee zelf, misschien wel.

Geen opmerkingen: