01 februari 2020

Kijk papa, zonder handen

De vrouw aan het loket. Ze doet je aan iemand denken.

De vrouw in het felgroene regenjasje op het perron. Ze zoekt iets op haar telefoon. Je kijkt naar haar handen. Handen zeggen alles. Ooit leerde je dat van iemand, dat je naar de handen moet kijken.

De drie jonge mannen die een beetje schichtig door de trein lopen. Ze gaan samen het toilet in, en blijven daar. Ze zijn onderweg naar ergens, hopen ze, denk je.

De mama die probeert haar twee zonen rustig te houden in de trein. De ene begint telkens opnieuw hetzelfde verhaal te vertellen. Over iets dat DE AFSPRAAK was, en dat HIJ (zijn broer) zich daar niets van heeft aangetrokken, zoals het ALTIJD is, en dat dat NIET EERLIJK is, en dat IEDEREEN tegen hem is. De mama zet een heel arsenaal aan professionele afleidingsmanoeuvres in. Soms lijkt het heel even te lukken. Even. “Maar ik wil nu toch nog eens uitleggen waarom ik kwaad ben, want er was een afspraak…”

De man op het busperron die blijkbaar kwaad is om iets. Hij roept en slaat met zijn hand op het windscherm. Tot hij naar zijn hand kijkt. Het doet pijn.

De vriendin die je onverwacht het gepaste advies komt geven terwijl je een verjaardagscadeau staat te kiezen voor haar man.

De vrouw in de wereldwinkel. Lachend en zingend loopt ze naar de deur om die open te houden voor jou.

De vrouw in de winkel die vraagt waarom je later bent. Je bent zo voorspelbaar qua winkelroutine dat ze zich al bijna zorgen maakt als je iets later komt. Je kunt gelukkig altijd een volledig sluitende verklaring geven. Waardoor de kosmische orde niet verstoord wordt. En je kunt zeggen dat je toch altijd blij bent als je haar weer ziet. Wat geheel wederzijds is. (Was de federale formatie maar zo eenvoudig…)

Het jongetje op de fiets. Heel even houdt hij zijn handen net boven het stuur. “Kijk papa! Zonder handen!”

De vrouw die de hele tijd achter je blijft terwijl je naar boven fietst. Zij rijdt elektrisch.

De vrouw die in de winkel de havervlokken per zak van 15 kg koopt. Ze vindt het wel lekker, zegt ze.

De vrouw die met luide stem aan haar dochtertje uitlegt hoe ze achter haar aan moet fietsen als ze daar op die plek de straat oversteken en iets te veel instructies lijkt te geven terwijl ze het samen proberen.

De vrouw in de garage die net met haar fiets wil vertrekken terwijl jij binnenkomt. Ze glimlacht.

De kinderen op hun kleine fietsjes. Opgewonden en blij roepen ze allerlei dingen naar hun papa. In het Nederlands, met een beetje Engels er doorheen.

De vrouw die je onverwacht passeert.

De vrouw die door je hoofd loopt.

De man die in het journaal uitleg komt geven. Je ziet zijn vader in hem.

De man in het journaal die staat te trillen van kwaadheid omdat men hem tegen zijn wil uit de EU heeft gekegeld. (Je tranen, andermaal.)

De vrouw, je hoort haar de fado zingen. Je weet nog toen je haar voor het eerst zag, jaren geleden. Hoe ze halverwege het concert ineens alleen nog maar tranen was. Ze ging even weg, en kwam terug. “Jullie moeten mij er doorheen helpen.” En ze begon weer te zingen.

Geen opmerkingen: