23 augustus 2020

De vreemdelinge

Op hoeveel manieren kun je een vreemdeling zijn? Ergens thuis zijn, op een plek, in jezelf, het kan iets zijn dat je steeds ontsnapt. Iets dat had kunnen maken dat je je wel thuis zou voelen is er niet. Misschien kun je de taal veroveren om in te wonen? De vreemdelinge van de Italiaanse schrijfster Claudia Durastanti is een overrompelend boek dat heen en weer beweegt door een rusteloos leven. En dat in een taal die je soms een beetje naar adem doet happen.

De vreemdelinge is een boek dat een beetje beweegt tussen genres en zo zelf enigszins een soort vreemdeling is. Het is vooral een autobiografie van de schrijfster. Vaak lijkt het ook essayistisch en is het meer beschouwend dan vertellend. De structuur van het boek is opgehangen aan enkele grote thema’s. Binnen die structuur vertelt Durastanti over haar merkwaardige leven tot nu toe. In zekere zin maakt ze haar leven, door erover te schrijven. Ze schrijft zich een identiteit in een taalwaterval, maar rust brengt dat niet. Ze lijkt zich nergens thuis te kunnen voelen.

De familie van Durastanti heeft een geschiedenis van heen en weer migreren tussen Italië en de Verenigde Staten. Haar ouders zijn wereldvreemde kunstenaars die hun leven achterlaten en verhuizen naar New York. Daar groeit zij op. Haar ouders zijn allebei doof, maar weigeren gebarentaal te spreken. Haar moeder gebruikt bewust een haperende tussentaal. Na een aantal jaar keren ze terug en gaan ze in Zuid-Italië wonen. De ouders zijn gescheiden. Ze groeit op in een disfunctioneel arm gezin. Elk jaar is er een zomervakantie in New York. Haar tijd op school verloopt verstoord. Ze verslindt boeken en gaat studeren. Wanneer ze 27 is gaat ze in Londen wonen, maar ook daar voelt ze zich niet thuis. Ze is hoog opgeleid, werkt als redacteur en komt op allerlei plekken in de wereld.

Het boek lezen is jezelf mee laten stromen met een eindeloze reeks kleurrijke gebeurtenissen en beschouwingen. De schrijfster kijkt met een erudiete distantie naar zichzelf. Ze ontleedt haar ‘nergens zijn’ met een scherpe, vaak grappige en ontroerende, en soms vrij genadeloze blik. Het gezin waarin ze opgroeit, leeft in de marge. Haar ouders kunnen haar geen stabiele omgeving bieden. Ze moet het met haar broer zelf een beetje maken allemaal. Vaak tussen de regels door voel je de onveiligheid die dat veroorzaakte. Haar ouders zijn allebei psychisch gedeukt en hoe dat doorwerkt bij de schrijfster, lees je in de stukken in de tweede helft van het boek, onder meer wanneer het gaat over de liefde. De schrijfster herkent stukken van de borderline die haar moeder is in zichzelf.

Op allerlei manieren is Durastanti een vreemdelinge. In de VS, in Italië, in Londen, altijd is ze iemand die anders is, die er niet helemaal thuishoort. Ze beweegt als volwassene dan wel in de betere kringen, de culturele codes beheerst ze niet. De armoede uit haar jeugd blijft in haar systeem, onder meer in hoe ze eet, en anderen merken dat op. Het Engels en het Italiaans komen allebei in een verstoorde vorm tot haar. Ze leert de taal via via. Er komen dialecten tussen. En er is de complexe relatie van haar ouders met de taal. Werken metaforen of ironie anders wanneer je doof bent? Ze gaat er uitgebreid op in, vanuit de ervaring van botsende talen. Haar vader en moeder hebben ook allebei een rare omgang met het fenomeen fictie, lijken dat niet helemaal te vatten, of willen het niet vatten (om zo zelf in hun eigen wereld te kunnen leven). De schrijfster merkt nog altijd hoe haar woorden soms haperen.

Om zelf iemand te worden kiest de schrijfster heel uitdrukkelijk voor de taal. Alleen door afstand te nemen van iets van de wereld van haar ouders kan ze zichzelf tot iemand maken. Die taal is literair en intellectueel. Het is een taal die ook heel erg naar zichzelf kijkt, naar de betekenis van woorden en hoe die functioneren. Soms lijkt die taal groter dan het leven dat in de woorden beschreven wordt. Daarin voel je tegelijk iets dat overweldigend mooi en toch ook vervreemdend is. Ze kan zichzelf via de taal in elkaar kneden, er blijft steeds een onderhuidse diepe eenzaamheid. Ze blijft uiteindelijk in alle opzichten een vreemdelinge, die steeds een beetje tussen verschillende werelden valt en dat uiteindelijk niet kan bezweren. Ze moet weggaan van iets, om toch telkens terug bij een rusteloosheid uit te komen.

De vreemdelinge van Claudia Durastanti is een heel bijzonder boek. Nadat je het uit hebt, werkt het nog een hele tijd in je door. Je begint als in spiegels allerlei dimensies van het gevoel ‘vreemd’ te zijn te zien. Ze doet dat in een taal die je soms overrompelt en soms verbluft en ook heel vaak ontroert. Ze ontleedt haar eigen leven met een vlijmscherp mes, onder meer wanneer het over haar ouders gaat. Eens je in de stroom van het boek zit, wil je blijven lezen. Het boek slingert je soms een beetje heen en weer, maar laat je nooit los. Indrukwekkend.

Geen opmerkingen: