01 augustus 2020

Manieren van kijken

Hoe zit dat nu echt met die lamp boven de spiegel in de badkamer?

Kijken naar rimpels en deuken, kijken naar een afwezig spiegelbeeld.

Weer op die plek gaan staan in het gangetje en kijken naar wat er gebeurde.

Er zijn nog niet veel mensen buiten in beweging.

Hoe de kranten in de brievenbus zitten.

Eerst dat verhaal over de liefde lezen, dat is het ritueel.

Kijken naar de woorden die je niet kunt verstaan, in de winkel.

Je denkt nog aan die serie die je de vorige dag zag en wat het met je deed.

Je kijkt uit naar de tekst die ze schreef.

Je stapelt de boodschappen op het aanrecht.

Iets over de maan.

De brief die je gaat schrijven wacht op je, daar.

Hier heb je eerst nog te kijken, naar wat die woorden met je doen.

Je zoekt op, je leest, je ziet je handen trillen.

Je ziet even een afstand.

Je vult de pen bij, met zwarte inkt.

De brief begint zich te schrijven.

Eigenlijk ben je bang.

Je ziet iets als een structuur in je warboel aan beelden en woorden in je hoofd.

Wat doen die paar woorden met je, wat betekenen ze voor jou?

Je merkt dat je op verschillende plekken kunt gaan staan om naar die woorden te kijken.

Niet naar het uur kijken, blijven schrijven, tot de brief vindt dat het genoeg is.

Genoeg voor nu.

De kranten, woorden in een ander ritme.

Je denkt aan het onderzoek dat binnen enkele dagen komt.

Plekken en landschappen.

De brief blijft nog hier, denk je, mag nog niet weg.

Sommige woorden worden pas echt als je ze hardop voorleest.

Het was inderdaad meer een binnengaan in dan een uitkomen bij, zeg je.

Even iets als een tussendoorslaapje.

Er zijn veel mensen bezig buiten, in allerlei verhuisbewegingen.

De gemberdrank.

Terwijl je zit te lezen dwaalt je hoofd soms weg.

Een droef moment neemt je over.

Bij het koken denk je al aan die enkele dagen wit brood die eraan komen.

Je probeert in je hoofd te oefenen wat je maandag zult zeggen in het gesprek.

Je kijkt naar je zinderende rug.

Je hebt geen zin in sommige beelden in het nieuws.

Zoeken in de cd-kast naar de muziek die bij dit moment zou kunnen passen.

Hoe gaat het met jou, hoe gaat het met jou, hoe gaat het met jou?

Iets aarzelt in je.

Misschien zitten de woorden in je rug.

Misschien moet je de volgende dag weer foto’s gaan maken.

Iets is moe.

Buiten wordt het stilaan frisser, voel je.

Je rug wacht nog.

Het binnengaan.

En de dag legt zich neer.

Geen opmerkingen: