16 augustus 2023

The Middle Daughter


Misschien konden de goden in de mythe mensen meenemen naar de onderwereld als ze daar zin in hadden. Misschien denken mannen die zeggen te spreken namens een god dat ze kunnen beschikken over vrouwen. Misschien kijken te veel mensen weg. Maar dat wil nog niet zeggen dat elk verhaal, zelfs al wordt het ons gebracht als een Griekse tragedie, moet aflopen zoals de oude mythes wilden. Er is een uitweg uit de hel, al is de kost zwaar. Dat lezen we in The Middle Daughter (vertaald als De middelste dochter) van Chika Unigwe. Een boek dat je furieus maakt en soms ook in verwarring brengt.

Centraal in het boek staat Nani. Zij is de middelste dochter van drie, met oudere zus Udodi en jongere zus Ugo. Ze groeit op in Nigeria in een welgesteld gezin van de hogere middenklasse. Haar leven is in veel opzichten afgeschermd van de buitenwereld. Het veronderstelde pad is dat de meisjes na hun middelbare school naar de VS zullen gaan om daar universiteit te doen. Nani is zeventien, Udodi is al aan de andere kant van de oceaan. Nani heeft net als haar zussen een heel sterke band met hun vader, een charismatische man die zich sterk verzet tegen het idee dat vrouwen een ondergeschikte rol te spelen hebben tegenover mannen. Hun moeder wil het beste voor haar dochters, en dat houdt onder meer in dat ze zeker moeten trouwen, met de juiste man.

En dan stort op relatief korte tijd Nani’s wereld in. Udodi verongelukt en haar vader – die ze Doda noemt – sterft. Na de dood van haar man, begint Nani’s moeder, die dokter is, haar eigen privékliniek. Die kliniek wordt al snel een groot succes. Na een tijdje horen de dochters verhalen die stellen dat die kliniek is uitgegroeid tot een ‘babyfabriek’. Nani is emotioneel in een niemandsland terechtgekomen. Ze wil zich niet meer voorbereiden op de tests om naar Amerika te kunnen gaan. Ze is kwaad op haar moeder. Ze voelt zich de ‘andere’ van de drie dochters. Ze is eenzaam en heeft het gevoel dat ze aan het stikken is in het afgeschermde veilige huis waar ze opgroeide. In die kwetsbare toestand wordt ze benaderd door Ephraim, die zichzelf een “Man van God” noemt. Hoewel ze hem in alle opzichten een totale tegenpool vindt, groeit er tussen de twee een merkwaardige band. Zij denkt dat hij gewoon interesse heeft in haar. Hij leeft in een akelig universum waarin hij voor zichzelf, via allerlei Bijbelcitaten, verantwoordt dat zij de vrouw is die God voor hem uitgekozen heeft. Hij is een akelige man, zij heeft niet door dat ze in haar verlangen om ergens bij te kunnen horen wordt meegezogen in zijn fuik.

Het gaat al snel helemaal fout. Hij verkracht haar. Ze is zwanger. Hoewel ze het niet wil, trouwt ze met hem, grotendeels uit schaamte. Dat zal al snel een fatale keuze blijken, al was het eigenlijk nooit een keuze. Ze ziet of kent geen alternatieve oplossingen. Zowat iedereen kijkt weg wanneer een man een vrouw ‘neemt’. In de religieuze gemeenschap waarin ze terechtkomt, vindt men het goed en in de lijn van een of ander goddelijk plan dat een vrouw dienstbaar is voor haar man. Haar zus en moeder kennen niet de ware toedracht van wat er gebeurd is. Haar moeder laat haar vallen, haar zus laat niets meer van zich horen. Nani leeft nog steeds in dissociatie, in wat niet anders dan als een hel kan worden omschreven. Er komen nog kinderen. Ephraim sluit Nani op in huis, terroriseert haar, probeert haar wil te breken, isoleert haar van de omgeving. Hij probeert de kinderen mee te zuigen in zijn akelige religieuze wereld. De situatie van Nani lijkt totaal uitzichtloos. Door haar permanent te omgeven met angst kan Ephraim het lichaam van zijn vrouw controleren. Tot op een onverwacht moment er een signaal van de buitenwereld komt en iets in gang zet bij Nani. Misschien is er een weg terug, maar die zal enorm veel moed vragen.

Unigwe heeft zich voor dit verhaal laten inspireren door de mythe van Persephone, die werd geschaakt door Hades, de god van de onderwereld. In een van de varianten van de mythe probeert Demeter, de moeder van Persephone, haar dochter terug naar de aarde te krijgen. Na wat je als een onderhandeling zou kunnen omschrijven mag Persephone elk jaar voor even terugkeren, wat dan het begin van de lente aanduidt, waarna ze weer naar beneden moet. Unigwe wou voor Persephone een andere, meer hoopvolle, afloop.

De vorm van het boek heeft iets van een Griekse tragedie. Met de kennis van die mythe in het achterhoofd lijkt het erop dat alleen een tragische uitkomst mogelijk is. Dat is dan een reflectie op een maatschappelijke context en op religieuze systemen die uitgaan van een vaste plek of rol voor vrouwen (“ze moeten hun plaats kennen”) en van een patriarchale ideologie die vrouwen structureel onderdrukt en denkt te mogen beschikken over hun lichaam. In het boek horen we in elk hoofdstuk een stem van een van de personages, meestal Nani, soms Ephraim, soms Ugo. Daarnaast zijn er, zoals het koor in een tragedie, teksten die worden uitgesproken door Udodi. Maar het is niet het noodlot dat zal bepalen dat Nani naar haar ondergang gaat. Het lot valt te keren. Niet door een deus ex machina, niet door het herstel van de oude orde (in dit geval de orde die haar moeder zou willen), maar wel door een moedige voorzet van andere vrouwen, en uiteindelijk de wilskracht van Nani zelf, die zal kiezen voor een andere orde.

Het boek stuwt zichzelf voort. Het is heel knap hoe Unigwe dat gedaan heeft. De vorm met de verschillende stemmen zorgt daarvoor, naast de manier waarop er telkens opnieuw tussen de chaos van het moment ook verwijzingen zijn naar wat gaat komen. De beschrijving vanuit het perspectief van Nani van de gruwelijke tijd die ze moet doorbrengen bij die vreselijke Ephraim zorgt voor een huiveringwekkende leeservaring. Daarbij krijg je soms ook gemengde gevoelens bij Nani. Aan de ene kant voel je met haar mee, heel letterlijk zelfs. Aan de andere kant ben je soms kwaad op haar, omdat je niet altijd begrijpt wat ze doet en wat ze niet doet. Met de kennis die je hebt over hoe een cultuur van angst en geweld totaal verlammend kan zijn en over hoe dissociatie werkt, kun je al anders kijken naar wat je leest. Als je probeert te begrijpen dat er in een vastgeroeste maatschappelijke context, gelegitimeerd door een patriarchale godsdienst, voor een jonge vrouw die uit een zeer beschermd milieu komt en die zich verstoten voelt door haar familie geen alternatieven zijn, zoals de mogelijkheid om voor een abortus te kiezen of ergens opgevangen te worden, krijg je ook een genuanceerd beeld. Tegelijk heb je bij het lezen soms ook het gevoel dat sommige reacties, zoals bv. van de moeder of zus van Nani, niet helemaal waarachtig zijn. Het lijkt soms een beetje schematisch, niet echt overtuigend. Dat zegt misschien ook iets over wat je als lezer graag zou willen. Misschien wil je niet dat het zwijgen zo lang kan duren. Misschien wil je niet dat uiteindelijk een andere vrouw de moed heeft die de moeder niet heeft. Het verwart soms een beetje. Ook de figuur van Ephraim is soms wel erg schematisch, maar dat zegt dan misschien vooral iets over een maatschappelijke structuur die zo’n mannen ongemoeid laat en die mee hun verwerpelijke gedrag en ideeën legitimeert. Als je naar het boek kijkt als een tragedie die cirkelt rond Nani, die wordt voorgesteld in al haar tegenstrijdigheden, waarbij andere personages een rol te spelen hebben die het (mythische) verhaal moet voortstuwen, heb je minder het gevoel dat het boek – ondanks de immense kracht van het verhaal – niet helemaal in evenwicht is. Maar hoe dan ook ben je blij dat er uiteindelijk voor Nani een betere uitweg is dan diegene die was voorzien voor Persephone.

Geen opmerkingen: