11 mei 2007

Niet-beantwoorde vragen

Op het werk word ik deze dagen overrompeld door vragen. De verkiezingen zijn in aantocht, en dus vallen de vragen met bakken binnen. In veel gevallen is dat leuk. Mensen die een vraag stellen, en die je netjes kunt antwoorden. Nadien laten ze soms ook weten dat ze blij waren met het antwoord.

Minder leuk zijn ‘de lijstjes’. Bij elke verkiezingscampagne neemt dat fenomeen toe. Allerlei mediakanalen (kranten, tijdschriften, radio, televisie, websites) willen vergelijkende analyses maken van partijprogramma’s. Je krijgt dan een lijstje binnen met de 17 vragen die je zowat binnen de twee dagen zou moeten beantwoorden, in de vooropgestelde lengte. Soms zouden we in het kader van ons slecht karakter dan willen vragen of men ons ook kan meedelen in welk lettertype men de bestelling graag gehad had willen hebben… Maar humor lukt vaak niet zo goed in deze context.

Soms denk je wel eens dat mensen die een vraag stellen ervan uitgaan dat alle dingen waar zij mee bezig zijn ook volledig en in alle details moeten gekend zijn door eender welke partij. Dan krijg je namens de vereniging van de luchtsporten de vraag: “Hoe ziet u de relatie tussen de Belgische instanties enerzijds en de Europese (EASA, Eurocontrol, …) anderzijds?” Goed, hierop kun je met wat opzoeken misschien nog wel een vaag antwoord geven. Moeilijker is echter de vraag: “Welk probleem denkt u dat wij als luchtsporters het belangrijkste achten? Wat is uw standpunt in deze?” De verleiding is groot om te zeggen: “De vraag of er water op Mars is. Ons standpunt daarover is dat dit genuanceerd moet bekeken worden.”

Soms krijg je een vraag over een thema dat je echt belangrijk vindt, maar waar je je voorzichtig afvraagt wat de waarde – in de echte realiteit dan – van het antwoord is. Zo kregen we de vraag: “Welke maatregelen denkt u te nemen om de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating te verkrijgen van de ongeveer 400 Tibetaanse politieke gevangenen die op dit ogenblik in Chinese gevangenissen worden vastgehouden?” Dan voel je je als antwoordmaker toch een beetje verlegen worden. Natuurlijk willen we dat die mensen zo snel en zo onvoorwaardelijk mogelijk vrij komen, maar of ons antwoord nu meteen de Chinese autoriteiten de stuipen op het lijf gaat jagen mag redelijkerwijze betwijfeld worden.

Soms leer je allerlei nieuwe dingen kennen, waarvan je niet wist dat ze bestonden. Zo kregen we een vraag van een blog. De redactie had een reeks vragen klaar over de verkiezingen. De blog zou wekelijks door tot 100.000 mensen bezocht worden. Woew. De reden daarvoor zou zijn dat de blog aan de bezoekers het volgende zou aanleveren: “entertainment aan de hand van grappige filmpjes en foto’s, maar af en toe ook aandacht voor markante nieuwsfeiten en politiek.” Onmiddellijk werd een veldonderzoek ingesteld. De filmpjes en foto’s bleken vooral te handelen over licht tot geheel niet geklede bevallige vrouwen. In stilstaande vorm gaven ze reële inkijkmogelijkheden. In bewegende vorm deden ze allerlei fysiotherapie vervangende activiteiten. Gelukkig mochten we op de vragen gewoon met woorden antwoorden, en hoefden er geen ‘grappige’ filmpjes te worden opgestuurd.

Soms hebben de vraagstellers een eigen, aan hun beroepsgroep aangepaste stijl. Van de vakbond van de militairen kregen we een reeks technische specificaties waaraan ons antwoord moest voldoen. (Ja hoor, het lettertype stond erbij.) En de waarschuwing was duidelijk: “Teksten die niet aan deze vereisten voldoen kunnen wij tot onze spijt niet hernemen.” Het woord hernemen begrijp ik hier niet zo goed. We hebben toch maar geantwoord.

Soms zou je goddelijke steun willen inroepen om te kunnen antwoorden, ware het niet dat de vragen zelf van God lijken te komen. Zo kregen we een vragenlijst met standpunten die “ofwel de leer van de katholieke Kerk uitdrukken, ofwel vrije meningen die met deze leer overeenkomen.” Over dat tweede deel zit ik nog steeds na te denken. In elk geval werd gezegd dat onze antwoorden zouden gepubliceerd worden “met commentaar”.

Standpunt twee waarop we moesten reageren was: “De geboorten moeten bevorderd worden, namelijk om de uitdaging aan te nemen wat het geboortecijfer betreft.” Zoals terecht door een van mijn collega’s aangehaald is dit een beetje dubbelzinnig. Je kunt waarschijnlijk via allerlei fijne plannen het krijgen van kinderen aanmoedigen. Maar het bevorderen van de geboorte, dat is wat anders. Het kan toch niet de bedoeling zijn van deze katholieke kring om massaal vroegtijdige geboortes te stimuleren. Maar misschien is dat een van de “vrije meningen”?

Nog moeilijker is het formuleren van een officiële partijreactie op standpunt acht: “De sociale leer van de Kerk is bekwaam, vandaag zoals onder Leo XIII, de goede weg te wijzen om een antwoord te kunnen geven op de grote uitdagingen van onze tijd waar de ideologieën hoe langer hoe meer in diskrediet worden gebracht. (Johannes Paulus II, Encycliek Centesimus annus)” Tja… Laten we zeggen dat aan het antwoord nog wordt gewerkt. Maar misschien is steun van de Allerhoogste via een vurige tong of zo wel gewenst. Al kunnen vurige tongen misschien ook bijdragen aan het bevorderen van de geboortes…

Geen opmerkingen: