01 mei 2007

Not so far to go

Soms zou je je willen hullen in slechts enkele bijna weg waaiende woorden, of een traag lied. In de hoop dat het iets zou helen. Gewoon staan en voelen hoe alles wegvloeit. Of naar je toe vloeit. Helemaal zeker weet je het nooit.

Hoe je tegelijk kunt verlangen, en niet meer onderweg wilt zijn. Er zijn mensen voor wie het niet uitmaakt waar ze zijn. Ze leggen zich neer. En kunnen morgen weer vertrekken. Misschien zijn er mensen die altijd bewegen, om de beweging niet te voelen. Er zijn mensen die moeten wachten op een plek. Die zich heel langzaam rondom hen nestelt. Het huis kon er al eerder zijn, de plek komt pas veel later.

Het kan je overvallen. In een late namiddag. Je weet wat er gisteren was, je weet wat er morgen zal zijn. De dingen zullen gewoon komen. Daar hoef je niets voor te doen. En toch zou je willen dat er op dat moment iets is dat even uit de tijd stapt. Dat al het stof uit je verworven poriën zou halen.

Meestal is het niet erg om onaf te zijn. Of gedeukt. Je ziet hoe de huid op je handen is veranderd sinds je de vorige keer keek. Door het veranderen wordt al het andere even troostend mooi. Alle stukken die niet ingekleurd zijn. Het streven is ongeveer even genoeg als het geprobeerd hebben of het eraan gedacht hebben. Meestal.

Misschien zou je een foto kunnen maken waarop het wel zo is. Je zou kunnen kijken en vermoeden dat de foto het wel weet. Misschien zou dat volstaan.

Zou je het weten wanneer het je overvalt? Zou je nadien over meer dan fragmenten kunnen verhalen?

Misschien ben je niet meer dan brokstukken in de wind. Alleen in het verhaal dat je kunt vertellen hebben ze een bestemming. In elkaar passen doen ze niet. En of dat erg is, is niet te weten.

Waar komt dan dat lied vandaan?

De avond komt, en het lichaam vindt zichzelf steeds wel ergens terug. Ergens voor de ochtend. Je kunt de beweging volgen die voor je uit gaat. Als een kast, die geduldig in het hout wacht op je handen. Is het morgen niet, dan is het overmorgen. En als je tussen de kier van de dag en de nacht zou vallen, weet alleen het hout het van die kast. En ook dat zou goed zijn.

Ooit heb je gedacht dat het anders zou zijn. Ooit zul je weten of het zo genoeg is. Genoeg zou kunnen zijn te weten dat het verhaal verteld is, en de rust die daarvan uit gaat. Het zou kunnen zijn te weten dat er alleen de dingen zijn, ongevoelig voor verhalen. Het zou allebei goed kunnen zijn.

Je zou aan de rand van het water kunnen gaan staan. En kijken naar de zon die ondergaat. Het ritueel helemaal uitvoeren dat je voor dat moment hebt gekozen. Je weet dat je het patroon volgt, en je weet dat het je zal klaarmaken voor de nacht. Maar dat geeft niet.

Hoe zou het zijn om naar die zon te kijken, zonder wat dan ook te weten? Het weten kan zich niet ontweten, dat weet je. Misschien zegt dat iets over die late namiddag.

En je zegt dat alles goed is. En misschien is het ook wel zo.

Geen opmerkingen: