09 juli 2008

Aaibaar


De voordelen van juli. Veel mensen zijn al weg met vakantie, en er is dus regelmatig meer plaats op de trein tijdens de spitsuren. Gisteren had ik me goed en wel geïnstalleerd, met de kranten en nog een tijdschrift, toen ik haar zag. Het duurde even, want ik was zelf een beetje wankel. Zoals elk jaar zijn die laatste twee weken voor mijn vakantie begint er meestal eigenlijk al te veel aan. Na een werkdag kan ik niet anders dan in een lichte staat van vernieling voor me uit kijken. Je laten meevoeren door een trein is soms een prima ritueel om weer bij je positieven te komen. Maar daar, tegenover mij, zat ze dus. Zoé. Dat was haar naam, zo bleek later.

Zoé had een peilloze blik, en leek dwars door mij heen te kijken. Ze zag er een beetje verfomfaaid uit, alsof ze drie nachten niet geslapen had. En ze was lichtjes aan het schokken. Na even vroeg ik haar of er iets was, en of ik iets kon doen voor haar. Die vraag leek een zogenaamd trigger-effect te hebben (een mens moet er al eens een trendy woord tegenaan smijten om mee te zijn). Ze barstte in tranen uit. “Hij komt!” Ik wist niet direct over wie het ging, en dacht even dat een of andere van te veel testosteron en te weinig hersens voorziene macho zo dadelijk zou binnenstormen, klaar om haar in elkaar te rammen. Net nu was ik niet echt toe aan grote heldendaden gericht op het redden van frêle dames (alle andere dagen van de week natuurlijk wel…). Maar ja, wat moet komen zal ook komen, het menselijk lot is onverbiddelijk.

“Hij komt! Op vrijdag 11 juli!” Even dacht ik dat ze het over Bart De Wever had, die op de 11de juli waarschijnlijk ergens een vierkante centimeter tot onafhankelijk, en door geen enkele corridor te bereiken gebied zou gaan uitroepen. “Hij komt, en ik moet hem hebben, anders overleef ik het niet!” Het bleek dus duidelijk niet over Bart De Wever te gaan. Ik vroeg haar wie er eigenlijk zou komen op 11 juli. Vol ongeloof keek ze me aan. “Hoezo? Weet je dat dan niet? Ga je me vertellen dat jij zomaar, gewoon niet weet wat er op 11 juli gebeurt?” Ik deed teken van niet, en voelde me ondertussen nog dommer dan ik er gemiddeld op dat uur van de dag uit zie. “De iPhone sukkel! De iPhone.”

Zoé zat nog steeds te snotteren, kwam opeens naast me zitten en legde haar hoofd op mijn schouder. Waarna ze de diepte van haar existentiële crisis voor mij onthulde. Ze had inderdaad drie nachten niet geslapen. Het wachten op dat apparaat, dat sinterklaasgewijs ons land zou gaan binnenkomen, was haar te zwaar geworden. De voorbije weken was het gezinsleven al zwaar onder druk komen te staan. Elke dag waren er ruzies met haar man Edgard.

Edgard was nochtans een goede man. Een beetje braaf weliswaar, maar in se een goede degelijke man. Van grote passie was er al een tijdje geen sprake meer, maar daar was mee te leven. Ze moest alleen zorgen dat ze in de krantenwinkel nooit keek naar de stapels vrouwenbladen. Schreeuwerige titels over ultieme orgasmes, geheime minnaars, verborgen verlangens, diverse schoonheidsingrepen en gratis bonnen voor een of andere welnessgebeurentoestand op een droomlocatie met gespierde mannen. Gewoon voorbij lopen dus. Soms dacht ze wel eens dat er iets ontbrak in haar leven, maar dat ging meestal wel over, zo tegen een uur of drie ’s nachts, na lang woelen.

Tot hij in haar leven gekomen was, de nog te arriveren, maar binnenkort te hebben iPhone. Ze wist het zeker: met de iPhone zou alles beter worden. Ergens in haar hoofd en op andere plaatsen in haar lichaam had de iPhone zich genesteld. En daar kon Edgard niet tegenop. Om de zaak nog wat te redden waren ze met het hele gezin, Zoé en Edgard en de vier kinderen, en ook nog haar schoonouders voor een week naar de Ardennen vertrokken. Voor een ontspannende vakantie. Het vakantiehuisje bleek bij aankomst echter nog kleiner dan het in de catalogus al leek. En na één dag regen begonnen de spanningen opnieuw hoog op te lopen. De tweede en de derde dag was er weer regen. Na de zoveelste ruzie hadden de kinderen haar gezegd: mama, kun je niet gewoon een paar dagen alleen weggaan, tot de 11de juli voorbij is? En zo was ze vertrokken, en nu zat ze op de trein.

Ik vroeg me al de hele tijd af hoe een ding dat in wezen gewoon een dure telefoon is met een hoop toeters en bellen een mensenleven kan redden, maar ik besefte dat die opmerking tot een finale zenuwinzinking zou leiden. Ik heb Zoé verder laten vertellen. Ze bleef maar praten. We zijn nog iets gaan eten. Toen we bij het dessert waren, een verbluffende chocoladetaart, zag ik dat ze langzaam weer wat kleur begon te krijgen, en ogen die niet meer transparant waren. Misschien lag het aan de wijn dat haar wangen een mooi blosje hadden.

Toen we buiten op straat stonden zag ik hoe ze weer onrustig werd. Ze vroeg me of ik wist hoe ze de tijd moest doorkomen tot vrijdag, de elfde. Nog eens drie nachten door de straten dolen leek geen aantrekkelijk perspectief. Ik liet me vermurwen en stelde haar voor die tijd bij mij te logeren. Ze reageerde opgelucht, en nam mijn arm. Ik voelde nu dat ze nog wankeler was dan ik. Ik stopte haar in de douche en legde haar in bed. “Maar zal ik nu wel kunnen slapen?” Ik vroeg haar wat het verschil was tussen een gewone telefoon en de iPhone. En ik vertelde haar dat het verschil tussen een Phone en een iPhone terug te brengen is tot de aai. En ik heb haar geaaid, tot ze in slaap viel. Vanmorgen vertelde ze me dat het al eeuwen geleden was dat ze nog zo goed geslapen had.

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.

Zoë ...

binnen enkele weken is ze hier.
Bij haar witte opa.

Ver weg
van haar zwarte oma.

.