06 juli 2008

En ook die foto nog

‘Eerst zat ik en toen lag ik. Ik probeerde alle richtingen van zitten en liggen uit, maar het bracht niet op.’
‘En toen belde je me maar op, was het zo?’
‘Zo ongeveer wel ja. Overal leek er onder mijn huid een soort zinderende pijn. En het leek alsof ze alleen weg zou gaan door te praten. Heel lang praten.’
‘Misschien is het gewoon deze tijd van het jaar, dat zei je vroeger altijd.’
‘Misschien wel. Soms vraag je je af of je de dingen opspaart. Waarschijnlijk zul je wel verdriet opsparen, en dingen die niet gekomen zijn. Maar zou je ook het tegenovergestelde doen? Alle momenten waarop je het goed deed, waarop je niet brak, zouden die je lichaam ook veranderen? Zodat je er bijna blind op zou kunnen vertrouwen?’
‘Ik weet het niet. Misschien durf ik het wel niet te weten.’
‘Maar jij deed het toch altijd goed, zo leek het toch?’
‘Ja, dat dacht jij altijd, maar het was niet zo. Er was ook een kant die zelfs jij niet zag.’
‘En is het daar nu te laat voor?’
‘Nog te vroeg denk ik. Ooit zal het mijn beurt zijn om jou op te bellen.’
‘Ja, zeker doen.’
‘Waarom kijk je nu zo?’
‘Ik ben verlegen.’
‘Dat hoeft niet. Kijk maar naar buiten. Het is deze tijd van het jaar.’
‘Gisteren hoorde ik nog dat liedje, La Cienega Just Smiled. En dan moet ik nog altijd aan jou denken.’
‘Dat is een mooie gedachte. Bij mij is het ook zo.’
‘We hadden elkaar net ontmoet, en toen was dat liedje daar. En je vroeg of ik het kende. En ik ben nog speciaal gaan vragen aan die jongen wie dat liedje zong.’
‘Ja, en daarna stootte je dat glas wijn om. Die vlekken zijn er nooit meer uitgegaan.’
‘O jee.’
‘Maar je deed zo je best om ze weg te krijgen, en dat was wel grappig.’
‘Soms zeg je de dingen die moeten gezegd worden, of zeg je die dingen niet waarvan je vermoedt dat ze moeilijk zullen zijn voor een ander. En zo praat je eigenlijk ook tegen jezelf. Ik denk dat je dat meer doet naarmate je ouder wordt. En dat is wel goed ook. Maar soms twijfel ik even, of dat wel zo is.’
‘Je kunt ze wel altijd zien aan jou, ook als je niets zegt. Maar vertel straks alles maar, het is goed.’
‘Ben je eigenlijk ooit nog terug geweest naar daar?’
‘Bijna. Ik was er bijna, en toen ben ik terug naar huis gegaan.’
‘Waarom?’
‘Misschien was ik bang dat ik daarna mijn huis niet meer zou herkennen.’
‘Ik begrijp het.’
‘En heb jij ooit die brief nog verstuurd?’
‘Ook bijna, maar uiteindelijk toch niet.’
‘Ik wist het wel.’
‘Vertel nog eens over je zoon.’
‘Hij is al zo groot. Er zijn zoveel mensen die zeggen dat hij steeds meer op mij gelijkt. Maar dat hoort hij niet graag. Natuurlijk niet. Zo hoort het ook.’
‘Ik herinner me nog goed hoe hij was, toen hij nog zo klein was. Hoe lang het steeds duurde eer hij wou slapen.’
‘Ja, hij wilde altijd alles uit de dag halen, zo leek het wel.’
‘Ik zat daar dan te kijken. Het was een warme zomer. Het raam naar de straat stond open. En dan was het telkens even zo alsof alles zo moest zijn.’
‘Ja, zo was het. Dat gaat toch niet weg? Of wel soms?’
‘Nee, dat gaat niet weg.’
‘Waarom zou je dan bang zijn dat het wel zo is?’
‘Ik weet het niet. Ik denk dat een mens de hele tijd dingen rondom zich bouwt om het leven aan te kunnen of zo. Dat klinkt nu zwaarder dan ik het bedoel. Maar je weet nooit zeker of die muurtjes wel sterk genoeg zullen zijn, je weet zelfs niet of je ze wel op de juiste plaats hebt gemaakt. Misschien is de wind die je probeert tegen te houden wel net heel erg goed om alle kamers eens goed te verluchten.’
‘Ik heb al een hele tijd geleden met mezelf afgesproken dat ik het antwoord op die vragen niet meer wil weten.’
‘En helpt dat?’
‘Soms wel.’
‘Hoor je dat? Dat liedje? Dat doet me ook altijd aan jou denken. Shoot The Moon.’
‘Dat wist ik niet. Waarom zeg je dat nu pas?’
‘Dat weet ik niet. Misschien was dat voor nu bedoeld.’
‘Dat zal wel.’

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.
Zouden exen zo met elkaar spreken?
Als bijna-verliefden.

Of zijn het slechts herinneringen
die elkaar ontmoeten?

Of gewoon hoop en verlangen?
Naar wat had kunnen zijn.
.