14 juni 2014

De barbecueman

Het is wat, het manzijn. Misschien is het wel een soort zwart gat.

Wat zou je zonder de krant zijn bij het ontbijt? (Nog beter op tijd misschien, maar daar gaat het nu niet over.) Het ontbijt is toch elke dag weer een bescheiden oefening in multitasken. Tegelijk naar de radio luisteren, de krant lezen, de muesli netjes uit het kommetje lepelen, de boterhammetjes smeren, en ook nog eens denken aan de was die je bij thuiskomst straks zou moeten doen, de uitdagingen van de multipolaire wereld en de grillen van een eigenzinnige buik. En natuurlijk ook aan het falen in de liefde. (Het is de luxevorm van multitasken, zullen velen denken. Het multitasken van de alleenstaande man zonder kinderen die zijn ontbijt geheel in overpeinzingen kan doorbrengen, en niet hoeft te roepen op een trosje kinderen dat ook die dag besloten heeft te zullen leven volgens een andere tijdrekening, of zoiets.)

De krant dus. (Overigens, je hebt de brievenbuskrant, de krant die je ’s ochtends netjes uit de brievenbus kunt halen, terwijl het water voor de koffie bijna kookt, en er is ook de stationskrant, de tweede krant die je daarna nog koopt in het station op weg naar het werk. Overigens, het koken van water, om daarna de koffie op te gieten, je hebt het altijd zo gedaan. Maar nu is het weer helemaal in, vintage zelfs, wil dat dan zeggen dat jij ook in bent? Of telt dat niet als je het nooit anders hebt gedaan?)

De krant stelt jou – op dat moment nog een muesliman – op de hoogte van de nieuwste identiteit die mannelijkheid zou moeten omschrijven: de spornoseksueel. (Wat een lelijk woord trouwens.) De spornoseksueel “wil begeerd worden om zijn opgepompte en afgetrainde lichaam”. Het doel van het strakke lijf is gezien worden via de sociale media. “Selfies en porno spelen vandaag een cruciale rol in het mannelijk verlangen om begeerd te worden.” Verder wordt er nog gemeld dat “intelligentie niet meteen iets is waar de spornoseksueel van wakker ligt”.

Je probeert je iets later, tijdens het tanden poetsen, voor te stellen wat jij zou moeten doen om een echte spornoseksueel te worden. (De vorige dag had je, eveneens bij het tanden poetsen, nagedacht over manieren om dat … WK voetbal te kunnen ontwijken.) De conclusie komt al snel. Het zit er niet echt in, want je hebt immers geen smartphone om dat schitterende lijf in het digitale heelal te katapulteren. Oef. Haha.

Onderweg naar het station doe je aan verdere zelfreflectie over dit belangwekkend onderwerp. (Is zelfonderzoek trouwens een teken van verondersteld aanwezige intelligentie? Weer een slecht punt voor de spornoseksueel.) Zou er ergens één stuk van je rammelende lichaam zijn dat in aanmerking komt voor de omschrijving opgepompt of afgetraind? (Je bent dus in de structurele onmogelijkheid tot spornoseksueel.)

Er zijn grote vlakten in je hoofd waar zich dingen bevinden die je in de war brengen. Wanneer je voorzichtig probeert te denken aan de woorden “het mannelijk verlangen om begeerd te worden” gaan er in die zones allerlei alarmen af. Het woord mannelijk toepassen op jezelf kan al tot een ongewenste duizeling leiden. Het woord verlangen mag alleen gedacht worden met je ogen dicht, minstens. En de woorden begeerd worden leiden – nog voor ze zijn geprojecteerd in je hoofd – tot een algehele stroompanne, of zoiets.

In de krantenwinkel van het station zou je aan de krantenwinkelmevrouw plechtig willen meedelen dat jij dus officieel geen spornoseksueel bent, maar je doet het maar niet. Ze zal je waarschijnlijk sowieso al een rare kwiet vinden.

Het wordt nog een drukke dag. Je holt van de ene naar de andere afspraak. (En je snakt er zo naar om gewoon enkele uurtjes alleen aan je bureau te zitten. Gewoon dingetjes afwerken. Terwijl wat rustige klassieke muziek. En je gedachten laten wegdrijven naar de mensen die daar beneden in het park op de trappen zitten. En natuurlijk ook naar de uitdagingen van de multipolaire wereld, en naar het falen in de liefde.) In de metro kijk je naar al die verschillende vrouwen. (Wat handig toch voor hen, dat ze niet te vatten zijn onder één label dat hun actuele identiteit zou moeten weergeven.) Misschien ben je wel een kijkman, zou dat ook bestaan?

Als je de trein terug naar huis neemt, kom je een vriendin tegen die je al lang niet meer gezien had. Het wordt een fijn gesprek. Op een bepaald moment gaat het over een man. Jij kent hem nog niet. Op zo’n moment wordt dan toch maar het praktische nut van een label voor de mannelijke identiteit bewezen. De man in kwestie wordt omschreven als een barbecueman. (Bij dat woord krijgt een mens meteen een beeld in het hoofd, wat van de spornoseksueel niet gezegd kan worden, trouwens.) De barbecueman is een onderafdeling van de echte man.

Je legt haar uit dat jij bij het examen van echte man over de hele lijn gebuisd was. (In werkelijkheid lag je er al uit bij het theoretisch gedeelte, je mocht zelfs niet aan de praktische proeven beginnen.) Ze glimlacht even, met een twinkel in haar ogen. (Je bent een groot liefhebber van vrouwen. En twinkelende vrouwen kunnen je doen smelten. Misschien ben je wel een twinkelman?)

Voor jezelf heb je een lijstje van dingen die je gelukkig niet geworden bent. Dingen als: topmodel, toptennisser, toppopdanseres (ook vintage trouwens). Terwijl je weer naar huis loopt, voeg je daar aan toe: spornoseksueel.

Enkele dagen daarvoor was je nog op bezoek geweest bij een zeer dierbare vriendin, een vroegere geliefde. (Het was andermaal een hele geruststelling te merken dat zij nog steeds niet in één identiteit te vatten is. Zij is geheel en al zichzelf, en alleen al daarom zal ze altijd een twinkel in jouw ogen toveren.) Zij ontfermt zich over enkele honden. De ene hond heeft iets met mannen. Of beter: hij heeft iets niet met mannen. Jij blijkt een uitzondering. De hond komt in eerste instantie gewoon kennismaken, je blijkt namelijk rust uit te stralen. (Wel een fijn gevoel.) Als je later opstaat, wordt de hond toch een beetje zenuwachtig, wat tot enig geblaf leidt. Je vriendin legt uit dat dat is omdat je toch nog met een zekere onzekerheid stapt, niet resoluut genoeg. (Komt waarschijnlijk door het permanent zelfonderzoek dat in je hoofd aan de gang is.)

Misschien ben je dus wel een twijfelman.

Geen opmerkingen: