31 juli 2015

Iets met breekbaarheid

Tijd. Voor lange gesprekken.

Misschien is het iets met de plek in de tijd waar je bent gekomen. De gesprekken die daarbij horen. De ogen zijn anders.

Dingen die zomaar stuk kunnen gaan. Of aangeven dat het zo zou kunnen gaan. Als om je aan iets te herinneren.

Hoe je soms tegen elkaar zegt dat het allemaal zo erg niet zal zijn. En soms niet. Soms niet meer.

Je kijkt nog nauwkeuriger. Ogen.

Ze zijn je dierbaar. Dit zijn we, denk je. Dit zijn we geworden.

Mooi, die plaat met de motetten. Door de voorvaderen van.

Dan zal ik er zijn, had je gezegd. De trein die je moest nemen voor de aansluiting heeft een ‘nader te bepalen’ vertraging. Het mag niet, dat je te laat zou komen, of dat ze zou denken dat je zomaar te laat zou komen. (Hoewel zij zich dat waarschijnlijk nooit zou hebben afgevraagd.) Snel een berichtje.

Je hoort het verhaal. Het raakt je. Het is alsof je je een beetje schaamt, omdat je het nog niet wist. Ook al kon je het niet weten.

Hoe het kan toeslaan. Hoe het je kan beschadigen.

De rusteloosheid van een moeder.

En ook de liefde. Hoe je soms verdwaalt, hoe je de weg zoekt.

Het mooie van dat gesprek. Dat je het elk jaar verder kunt zetten. Daar op die plek.

Je moet weer vertrekken, zeg je. Je zegt blijkbaar een woord dat hoort bij oude mensen.

Op tijd weer thuis zijn, want er is nog een cadeau.

Dat je liedjes zou zingen voor haar, dat was het cadeau. En bubbels. Je bent wel een klein beetje zenuwachtig.

Je probeert te verdwijnen in de liedjes.

Een plots bericht, laat in de avond. De nacht die al bijna ging liggen. Iets is gebeurd, ver weg. Erg. Je probeert snel te doen wat je kunt om dat heel kleine beetje te kunnen helpen.

De nacht is erg onrustig. Je voelt je ver weg. En nog meer.

Een andere dag. Zou het nu regenen of niet? Op tijd zitten wachten op het perron.

Het verhaal laat je niet los.

Zoveel verhalen. En je denkt: vertel vooral verder, blijf gewoon vertellen.

In het museum. Ze is veel leuker dan een audiogids.

De vragen waar we de antwoorden niet op weten. Je kunt er traag over praten.

Die plek in de tijd, soms kun je die zien.

Uitwuiven.

Nog geen nieuws.

De volgende dag. Je bent die ochtend de eerste klant bij de mevrouw van de lekkere druiven, ze zijn er weer.

En zoals elk jaar zul je nog enkele uren wachten voor je gaat proeven.

En tussendoor nog een belangwekkend bericht van ergens op een ongetwijfeld spectaculair trouwfeest.

Het boek is bijna uit. Zou je het neerleggen en morgen verder lezen? Of zou je toch? Het wordt toch.

Hoe de stukken van het verhaal in elkaar vallen, je schrikt er bijna van. Wat een boek kan doen. Je voelt je nadien zo dankbaar.

Maar onderhuids denk je…

Een bericht. Dat het goed gaat. Iets als: een zucht van opluchting. En nog meer.

Geen opmerkingen: