25 juli 2015

Tegenwindje

Denken: nu is ze normaal gezien op haar bestemming, daar.

Een dag later: en nu vertrekt zij ook, naar ver.

Zou zij al terug zijn ondertussen? Je weet het niet. En zij?

Iemand vraagt je of je weet of zij al terug is. Je weet het niet. Het maakt je onrustig.

(Je bent er niet goed in, mensen die weggaan.)

Een belangwekkend punt op het lijstje met nuttige dingen: de aankoop van een moppenboek voor een klein meisje. Na lang zoeken blijkt dat nog steeds te bestaan. Megaboek, met duizend moppen. De allerbeste, zo staat er. Als dat dan toch zo is, waarom is er dan ook nog een deel 2, deel 3 en deel 4?

De afspraakjes krijgen stilaan vorm, goed zo.

Ook vakantie, avond na avond een hele reeks op dvd uitkijken. Bij elke aflevering denken: mag er ook iets goed gaan? Personages met een hoog gehalte aan disfunctionaliteit. (Gewone mensen dus.)

In het kader van ‘ik moet nog wel 100 jaar worden’ vraag je via de website een afspraak aan voor het maken van oordoppen op maat. (Stel je voor dat je op je 85ste zomaar ineens zou gedropt worden op een concert van AC/DC…) Amper iets meer dan een uur later krijg je al telefoon. Er blijkt een gaatje te zijn, qua potentiële afspraak. (Je staat op dat moment in de boekhandel, vanzelfsprekend.) De mevrouw aan de telefoon vraagt nog waar die oordoppen voor moeten dienen? Even totale paniek, dienen die dingen niet om bepaalde niveaus van geluid tegen te houden, of is dat een te evident antwoord? Gelukkig denk je net op tijd aan AC/DC (je hoopt overigens dat je nooit in dit leven, en ook niet in alle volgende, naar een concert van AC/DC zult moeten gaan, maar dat is een andere discussie). Voor concerten, mevrouw. OK, dat was het goede antwoord blijkbaar. Oef!

Wat een mooi boek… (Boeken van die schrijver hebben een soort ingebouwd vertragingseffect. Enkele uren of dagen later zul je ineens tranen in je ogen krijgen.)

Hee, daar loopt een muis op het terras. Ziet er schattig uit. Terugkomen hoeft toch ook weer niet.

Aan de mevrouw in de winkel nog eens het concept van ‘nuttige’ dingen uitleggen.

Zou dat ook in de categorie ‘wild’ horen? Zomaar op basis van dat nieuwe kookboek zelf even een soort pizza in elkaar knutselen. (Met ook artisjok, is ergens goed voor.) Lekker ook nog, trouwens.

Ingewikkelde dromen.

Je hebt afgesproken met een dierbare vriendin. Het is de bedoeling dat je daar om 11 uur aan zult komen. (Zoals elk jaar trouwens, bij het zomerbezoekje.) Eerst nog even de bandjes een beetje extra oppompen. Schatten hoe lang het fietsen zal duren. (En dan halverwege vaststellen dat je, ook dit jaar, weer een stuk te vroeg zult aankomen. Er niet in slagen om trager te fietsen.) Gedurende de hele rit is er een tegenwindje.

De mevrouw van de oordopdinges belt, om te vragen of ze de afspraak mogen verzetten naar een andere dag. Geen probleem. (Je vraagt je al de hele tijd af hoe men dat gaat doen, zo’n dop op maat maken. Gaan ze daar dan een gipsje in gieten of zo?)

Onderweg piekeren over het stukje dat je morgen zou moeten inleveren. Het onderwerp van een stukje moet normaal altijd gewoon naar je toe komen. Je hebt alleen een sterk gevoel bij het landschap. (Uren later – zoals zo vaak – denken: zou dat wel een goed onderwerp zijn? En eigenlijk al weten dat je alleen een stukje over dat landschap zult kunnen schrijven. Het stukje zal jou wel uitleggen waar het over gaat of waar het naartoe gaat.)

Terug naar huis fietsen, na het mooie bezoekje. Het windje is gedraaid, is dus nog steeds een tegenwindje. Je had het kunnen denken…

Het voordeel van vakantie, je kunt met nog minder scrupules naar domme programma’s kijken, gewoon om nog even voor de tv te kunnen blijven hangen. (Jui! Ik mag lang opblijven!)

Hoe zou het nu zijn, ginder?

Hoewel het vakantie is, toch even vroeg opstaan als tijdens de niet-vakantie om naar de markt te gaan. (Als iemand je zou vragen waarom precies dat zo belangrijk is dat dat ook in de vakantie zo vroeg dient te gebeuren, zou het kunnen dat je antwoord niet 100% overtuigend is. Die mensen die dat zouden kunnen vragen, zijn nu in vakantie.)

Het stukje schrijft zichzelf. Het landschap is niet te ontwijken. (Je voelt hoe je niet naar bepaalde woorden wilt gaan, het is alsof je lichaam zich ertegen verzet. Vakantie, dus.)

Wat een mooi boek… (Al een beetje zenuwachtig omdat je er ook nog een stukje over gaat schrijven. Elke keer denk je dat je dat niet zult kunnen, of zoiets.)

Boodschappen doen. Het regent hevig (dat is een vrij accurate omschrijving). Eigenlijk zou je gewoon graag binnen willen blijven. Maar dat kaartje voor die vriendin die verjaart moet echt vandaag nog naar de post. (Anders dreigt er kosmisch onheil.)

Je mag weer aan een vers boek beginnen. Zou je nu eerst dat lezen? Of toch dat? Of nog een ander?

Niet alle experimenten in het kader van het wild koken zijn even geslaagd.

Geen opmerkingen: