01 november 2016

Jouw gezicht morgen


Woew, wat een boek… Het is misschien een wat oneerbiedig beeld, maar het is alsof je vanbinnen in je lichaam leest, wanneer je onderweg bent in Jouw gezicht morgen van de Spaanse auteur Javier Marías. Alsof je door het lezen ergens van diep in je lichaam, in een of ander centrum naar alle uithoeken van jezelf kunt kijken. Naar alles wat mogelijk is, naar wat je niet wist dat er was, naar wat je niet vermoedde dat mogelijk was, naar wat je niet wilde zien. Het is een boek dat je op een bijna verslavende manier verplettert, en dat niet alleen omdat het zo dik is (meer dan 1.300 pagina’s). Het is een boek dat je breder doet ademen, dat je soms duizelig maakt omdat je te veel zuurstof binnen krijgt (of zoiets). Het is een boek als een symfonie die je de indruk geeft breed uit te waaieren maar die toch bijzonder knap en strak gecomponeerd is, met motieven die het geheel netjes bij elkaar houden, van de eerste tot de laatste pagina. Er zijn geen draden die nergens naartoe leiden, alles komt terug samen. De auteur houdt alles in de hand, met een verbluffend meesterschap over zijn materie. Als je je afvraagt wat je met woorden kunt doen, lees dan dit boek. Het beweegt tussen fictie en werkelijkheid. Met dezelfde verhaalelementen zou een andere auteur misschien gewoon een spannende detective maken. Marías maakt er wel een spannend boek van, maar op een heel andere manier. Iets als een morele thriller, en dat in een taalstroom die je tegelijk een intens genot bezorgt. En bijna ongemerkt lokt dit boek je als lezer zo zelf in een morele val die je hoopte te kunnen vermijden.

Jouw gezicht morgen is een trilogie, bestaande uit de delen Koorts en lans, Dans en droom en Gif en schaduw en afscheid. De drie boeken werden afzonderlijk uitgegeven, maar eigenlijk is het gewoon één boek, in drie delen. Het merkwaardige is dat je bij het lezen van het boek eigenlijk nooit de draad kwijt raakt, maar dat het toch moeilijk is om te antwoorden op de vraag waar het eigenlijk over gaat. Er is een min of meer centrale verhaallijn, telkens opgehangen aan enkele bepalende momenten. Rond die verhaallijn cirkelen en meanderen heel wat andere verhalen en ook eindeloos veel beschouwingen, interpretaties, herinterpretaties. Het interpreteren van de werkelijkheid, van mensen en wat hen drijft, is meteen een van de belangrijkste thema’s van het boek. Weet je vandaag wat jouw gezicht morgen zal zijn? Kun je vandaag weten waartoe je morgen in staat zou kunnen zijn? Kun je een ander kennen? Kun je jezelf kennen? Kunnen ethische principes je beschermen tegen geweld, tegen geweld dat misschien wel potentieel in jezelf aanwezig is? En wat betekenen in dat web aan vragen dingen als trouw en verraad?

Het hoofdpersonage is de Spanjaard Jaime Deza. Die was vroeger docent in Oxford. Hij gaat terug naar Spanje, maar het komt tot een scheiding met zijn vrouw, waarna hij terugkeert naar Engeland. Via zijn vroegere mentor aan de universiteit, Peter Wheeler, komt hij in contact met iemand die voor de geheime dienst werkt. Wheeler was in de Tweede Wereldoorlog actief als spion, en werkte onder meer in het Spanje van Franco. Deza komt via die persoon, Bertram Tupra, zelf terecht in de geheime dienst. Zijn taak is het interpreteren van mensen, inschatten wat ze zullen doen, hoe ze zullen handelen. Hij blijkt daar een groot talent voor te hebben. In het tweede deel van het boek is hij getuige van een erg gewelddadig optreden van zijn (ondertussen) baas Tupra. Hij verzet zich mentaal sterk tegen willekeurig geweld, maar blijft een toeschouwer. In het derde deel is Deza terug in Madrid en komt hij te weten dat zijn voormalige echtgenote een nieuwe vriend heeft die blijkbaar erg gevaarlijk is. Hij zal uiteindelijk zelf een grens overschrijden. Het gif heeft hem veranderd, of doet hem beseffen wie hij altijd al (potentieel) was. Tupra is een amorele cynicus, Deza is dat niet. Waar hij passief was in de twee eerste delen, wordt hij actief in het derde. Hij bereikt misschien (misschien) wat hij wilde, maar verliest ook iets onderweg.

De geschiedenis van de Spaanse burgeroorlog is doorheen het hele boek geweven. De vader van Deza was door een vriend verraden, en betaalde een zware prijs. Het vreselijke geweld van die hele periode komt uitgebreid aan bod. Het boek is deels een fictionele bewerking van de levens van de vader van de auteur en van de Britse Peter Russell (op wie het personage van Peter Wheeler is gebaseerd). Heel veel feitelijke elementen uit de burgeroorlog worden verwerkt in het boek, net als dingen uit de Tweede Wereldoorlog. Feiten worden gebruikt in de fictie van het boek, en kunnen een motief worden. Zo zijn er de verhalen (en ook heel wat afbeeldingen) over de bewustmakingscampagne in de oorlog om burgers ervan te overtuigen nooit iets te vertellen dat in verkeerde oren terecht zou kunnen komen. En dat wordt dan een thema en een motief, meteen al te vinden in de allereerste zin van het boek: “Men zou nooit iets moeten vertellen, noch gegevens moeten verstrekken, noch geschiedenissen aandragen, noch maken dat mensen zich wezens herinneren die nooit hebben bestaan, die de aarde niet hebben betreden of de wereld doorkruist, of die hier wél zijn geweest maar al min of meer buiten gevaar waren in de eenogige, onzekere vergetelheid.” En de tweede zin vult die meteen aan met wat het wezen van literatuur zou kunnen zijn: “Vertellen is bijna altijd een geschenk, zelfs wanneer het verhaal gif behelst en toedient, ook is het een band en het schenkt vertrouwen, en het komt maar weinig voor dat het vertrouwen vroeg of laat niet wordt beschaamd, dat de band niet in de knoop of in de war raakt en uiteindelijk begint te knellen, zodat het mes of het lemmet eraan te pas moet komen om hem door te snijden.” De noodzaak, het onvermijdelijke, het aantrekkelijke, het ingrijpende en het gevaarlijke van het verhalen, van literatuur, al die dingen zijn er in die paar zinnen, en in het hele boek.

Je zou eindeloos veel dingen kunnen opnoemen die wonderlijk mooi of aangrijpend zijn aan dit boek. Zoals de soms eindeloze, om hun onderwerp heen cirkelende zinnen. Vaak erg lang, maar nooit naast de kwestie. Altijd zoekend naar de ware betekenis van iets. Of de talloze, heerlijke beschouwingen over de betekenis van woorden in verschillende talen, vooral dan tussen Engels en Spaans. De ontroerende en soms hartverscheurende manier waarop het hoofdpersonage het gemis verwoordt. Zijn voormalige vrouw, moeder van zijn kinderen, die ver weg in Spanje zit, terwijl hij eenzaam aan de andere kant van het water verdwaald lijkt. De vaak ook heel grappige zijpaadjes die bewandeld worden, zoals de verhalen over Jane Mansfield en Sophia Loren. De uitermate scherpzinnige manier waarop personages gezien en beschreven worden. Het besef – tijdens het lezen – dat je uit één moment in de tijd eindeloos veel lagen kunt blootleggen. De roes waarin de zinnen je kunnen brengen, hoewel ze zelf op geen enkel moment de controle verliezen.

De esthetische ervaring is tegelijk ook een ethische queeste. De ethische labiliteit van het wezen mens wordt met een scalpel blootgelegd. Het gif van het geweld is dieper doorgedrongen dan je zou willen. De wereld van de mensen is een wereld van schaduwen. En de manier waarop je in dit virtuoze taalkunstwerk wordt gezogen, bijna dichter op de personages dan zij zelf kunnen zijn, maakt dat je – voor je het goed en wel beseft – geen toeschouwer meer bent. Misschien is het gif bij jou als lezer ook binnen gesijpeld. Eens je beseft wat er in het verhaal aan het gebeuren is, net als het personage zelf als een toeschouwer van zichzelf beseft wat hij aan het doen is, weet je dat je niet meer terug kunt. Dat je afscheid moet nemen van iets lijkt onherroepelijk. Na de laatste bladzijde blijf je een beetje desolaat achter.

Er zou nog eindeloos veel over te vertellen zijn, maar, zoals gezegd, eigenlijk kun je er niet veel over vertellen. En misschien mag je ook niet vertellen, terwijl je dat eigenlijk net wel moet doen. Jouw gezicht morgen is zelf het antwoord op alle dingen die je er niet over kunt zeggen. Een weergaloos boek. Het kan je wat spierpijn in je armen bezorgen, maar dat is meer dan de moeite.


(Een kleine bekentenis: als lezer wou ik elke bladzijde telkens opnieuw met mijn vingertoppen betasten. Wat dat juist wil zeggen, over mij of over het boek, weet ik niet, maar het zal wel een betekenis hebben…)

Geen opmerkingen: