21 februari 2009

De woorden laten



De schrijvers staan op het podium en lezen voor. Het heeft iets ontwapenends. Dat ze met enkel een klein boekje of wat velletjes papier tussen hen en het publiek daar staan. Ooit waren de woorden nog gewoon in de lucht. Tot zij ze eruit bevrijdden en ze netjes weer bij elkaar brachten. En eens ze op dat papier stonden, klaar om daarna de wereld weer in te gaan, waren ze weer enkel van zichzelf. De woorden waren er altijd al, de gedichten en verhalen ook. Ze moesten passeren langs die mensen om daarna waargenomen te kunnen worden. Het is telkens even alsof de schrijvers de teksten moeten terughalen, ze waren al onderweg. De naam van die schrijver staat op het boekje. Hij is misschien wel het geboortekanaal. De teksten kunnen niet meer onttekst worden. Ze bewegen in de ruimte. De stem van de schrijver kan niet meer doen dan de woorden doen oplichten in het duister.

Zou je kunnen zeggen waar je zelf eindigt en waar de woorden beginnen? Alsof dat domein dat je zelf bent aan de rand steeds rafeliger zou worden om langzaam over te gaan in waar de woorden zijn. Nadat je jezelf hebt wijsgemaakt dat je de grens tussen die twee zou kunnen zien. En zou je dan kunnen zeggen waar je echt bent? Het is niet zo dat je woorden gebruikt, als waren ze een instrument. Het is niet zo dat zij schuilen in de gereedschapskist. Ze zijn een ander soort huid. Je kunt er wonen. Je kunt verdwijnen. Je kunt er onbetast blijven. En soms is het de enige plek waar je kunt zijn. Pas wanneer je de woorden een voor een kunt aanraken voel je hoe de onrust in je lichaam langzaam verdwijnt. De pijn van het verlangen naar woorden is niet in woorden te beschrijven. En als ze er zijn, is het alsof je terug toegang krijgt tot de hele bedding van de rivier die je bent. Je echte zelf is niet aan te duiden, is steeds onderweg, beweegt tussen woordenloze strelende handen en onuitspreekbaar aanwezige woorden. Misschien is enkel de adem overal. Je kunt niet in je huid zijn, je kunt enkel je huid zijn. Voor de woorden is het niet anders, je kunt niet in je woorden zijn, je kunt enkel de woorden zijn.

Hoe schrijf je een gedicht? Je zou het willen weten. Je kunt alleen maar kijken. Naar hoe je handen de woorden naast elkaar leggen. Je kijkt naar de woorden, hoopt te zien of ze zo naast elkaar mogen liggen. Je vingertoppen gaan over de woorden. Misschien schuiven ze nog, of verdwijnen ze weer. Horen doe je nog steeds niets, dat komt pas later.

Je leest de verhalen over de Duitse studente die in de oorlog de moed had om zich te verzetten. Deze zelfde week, zoveel jaar geleden, was het dat zij gepakt werd. Het was de achttiende. Ze zou gedood worden de tweeëntwintigste. Zij en haar vrienden hadden teksten de wereld in gebracht. Zes pamfletten. Het waren enkel woorden. Die zegden wat moest maar niet mocht gezegd worden. Je ziet de beelden telkens weer, je zag ze al in die film. De teksten dwarrelen naar beneden door de ruimte. Ze zijn reeds losgelaten. Enkel nog maar zichzelf. Ze zijn nog steeds te lezen, zoveel jaar later. Niets heeft hen ongedaan kunnen maken. Ze zijn gegrift in de lucht. Je kunt er tegenaan leunen. En terwijl je daar staat kun je je tranen voelen. Je zou willen dat die woorden je huid binnendringen. Om je te beschermen. Tegen een wind die elk been in je lichaam elk moment zou kunnen wegblazen. Misschien, als je huid omheen die woorden is gespannen hoeft dat dan niet zo erg te zijn. Je zult dan rechtop blijven staan.

Je zou het willen begrijpen, hoe het komt dat die woorden je telkens weer zo raken. Het is niet zomaar de muziek waarin ze gedrenkt zijn. Het is niet waarover ze gaan. Queen Jane ken je niet. Al kun je van haar dromen. Wat de woorden juist zeggen over haar, je weet het niet. En toch is ze in die woorden zo hevig aanwezig. Je zou bijna haar adem kunnen voelen. Je zou bijna haar huid kunnen ruiken. Al heb je geen idee hoe ze eruit ziet. Er is iets met de woorden. Met het ritme van die woorden. Het bezweert je. En roert je tot tranen. En je zou niet kunnen zeggen waarom dat zo is. Alleen al haar naam is voldoende om een warme golf door je buik te voelen sluipen. Je hoopt dat ze naar je toe komt. Won’t you come see me, Queen Jane.

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

En dan is er nog
de lezer ...