Je weet het niet zo goed. Misschien zijn anderen er beter in. Het sociale verkeer. De vlotte omgang met elke omgeving waarin er mensen zijn, met wie je zou kunnen praten. Spontaan mensen aanspreken, meteen de juiste dingen zeggen, je met flair door elke mogelijke stilte heen bewegen, mensen doen glimlachen, steeds interessante onderwerpen achter de hand hebben. Er zijn altijd anderen die die discipline veel beter beheersen, zo lijkt het toch. Misschien zijn ze ook gewoonweg beter in het steeds in de buurt zijn van andere mensen. Je holt van vergadering (meer zelfs, een ‘stakeholders meeting’) naar concert, met een snelle omweg langs huis. En er is ook een uitgebreide pauze tijdens het concert met allerlei mensen die daar allemaal zomaar los rondlopen. Je holt van de boodschappen naar een studiedag en naar een receptie en daarna nog even naar huis, om straks weer weg te gaan. En overal wordt er gepraat, genetwerkt zelfs, zoals dat heet in deze dagen. Misschien lijkt het wel alsof alles vlot gaat. Je hebt allerlei mensen gesproken die je even wilde zien. Je begint zelfs een spontaan gesprek met iemand die naast je zit in de zaal en die je nooit eerder zag. Iemand die zelf naast je kwam zitten dan ook nog, en het dus blijkbaar wel zag zitten om daar te zitten, of zo. Misschien is het ook wel vlot genoeg. Waarom denk je dat dan zelf niet? In een onbewaakt moment tussendoor denk je alleen maar aan uren alleen zijn, en hoezeer je dat zou willen. Misschien heb je het nodig om al die indrukken rustig uit te rollen in je hoofd. Al die interessante dingen die je hoorde zeggen door sprekers of aanwezigen, en die je netjes zou willen verwerken in je hoofd. Misschien is het niet meer dan dat, en ben je gewoon erg gevoelig voor veel indrukken tegelijk. Of misschien ben je gewoon niet zo geschikt voor altijd mensen in de buurt. Alsof je steeds alert en interessant zou moeten zijn. Je lichaam weet het niet zo goed, en is een beetje in de war. Heel even niets dus, alleen maar woorden, vooral niet meer.
Interessante uiteenzettingen over kiezen voor eenvoud. En alles wat het bij je teweegbrengt. Herkenning, een beetje thuiskomen in woorden die je soms te weinig hoort. De woorden en de stem horen van iemand die rustig en onverstoorbaar zichzelf lijkt te zijn. Een beetje tegen de tijd in. En alleen al daarom een verademing. Een andere oude bekende die over hetzelfde onderwerp een andere toon laat horen, en het is ook goed. En het toch soms ook niet meer weten. Of je ooit zult weten of je het goede doet. Je zou het willen, en je weet het bijna nooit. Je probeert die dingen te doen die nodig en goed zijn, met een houding die genoeg rivier in zich heeft. Je probeert je te laten raken, en nooit te vergeten. Je probeert het soepel te doen, zonder kramp. En toch weet je het nooit. Een stem in jezelf zegt dat je niet steeds moet vragen of het wel goed genoeg is, en dus doe je dat ook niet. En toch wil je soms weten of het dan toch gewoon goed is, of het iets heeft veranderd, ergens, ooit.
Stel dat je een persoon zou kunnen kiezen tegen wie je alle verhalen zou willen of kunnen vertellen. Iemand die zo lang blijft dat alles tot het einde kan verteld worden. Alles wat anders onverteld blijft, of nog niet aangeroerd. Hoe zou het zijn? Hoe zouden die woorden uit jouw mond klinken? Zou er na alle verhalen iets van een rust over je neerdalen? Of net niet? Misschien ben je zo vaak bezig met ervoor te zorgen dat je nooit aan dat laatste verhaal zult toekomen. Het zou kunnen dat het je te verlegen zou maken, of te bang. Misschien wil je altijd enkele stappen daarvoor stoppen. Zou het zo zijn dat je met het laatste verhaal ook jezelf weggeeft? En dat er dan niet meer dan een lege huls overblijft, die met de eerste wind weggezogen wordt? Je zegt tegen jezelf dat er iets niet klopt met de vraagstelling. Omdat je toch steeds nieuwe verhalen bij kunt maken. Omdat je eindeloos zou kunnen vertellen, eens je beseft dat je je fantasie en je dromen in de verhalen aan je leven toe kunt voegen, en zo dus nooit voor het ultieme moment zult komen te staan waarop alles gezegd is. Het is waar natuurlijk. En het doet zich nooit voor, gelukkig maar. En toch denk je soms: kon dit gesprek, met deze verhalen maar helemaal tot het einde, of toch ver genoeg om te doen alsof je aan de horizon bent, lopen. En even snel daarna denk je dan weer dat het een troostende gedachte kan zijn dat je nooit alle verhalen zult verteld hebben. Dat het besef van dat tekort je meer heel zou kunnen maken. Je weet het nooit helemaal zeker.
1 opmerking:
"of toch ver genoeg om te doen alsof je aan de horizon bent"
Ooit is er geen horizon meer
in je geheugen.
Zijn al je herinneringen weg gewaaid
omdat niemand ze nog wilde horen.
.
Een reactie posten