24 april 2010

Waar gaat de pijn naartoe?

Berichten in het nieuws. Over wat iemand een ander ooit aandeed.

Het is lang geleden, zo wordt gezegd. Er is een verjaring, volgens de wetten van de wereld. Er is geen verjaring van de pijn.

En wat met een god, in wiens naam werd verzwegen? Heeft hij het ook door de vingers gezien? Dat god afwezigheid is, stilte is, wordt wel eens gezegd. Onmetelijke stilte. Daarom heeft het geloof ook met geloof te maken. Te veel stilte kan dodelijk zijn. Een god kan te veel zwijgen.

Het is een werk van mensen. Een god die in al zijn zwijgzaamheid een excuus is voor wat macht vermag te doen, kan geen god zijn.

Berichten in het nieuws. Ze spoken door mijn hoofd.

Het wordt verteld in het journaal. Het ene verhaal. En alle anderen, van wie het verhaal nooit gehoord is, gekwetst door het werk van mensen, ze zijn er ook. Ze zijn er altijd wel, tussen de spoken. Ze hebben nooit iets gezien van gods genade.

De tranen lopen over mijn gelaat.

Er moet ergens een rivier van tranen zijn, een rivier van pijn, een stille rivier. Als je goed kijkt, zie je hen. Ze staan daar. Ze roepen het uit, met alle kracht die in hun gebroken lichaam nog huist. Maar het is alsof ze achter glas staan. Glas dat elk geluid kan smoren. Je hoeft dus niets te horen als je niets wilt zien.

En er is de machteloze razernij, die als een golf in november over me heen komt. Zoals telkens weer. En er is evenveel schroom, omdat geen enkel woord de woordenloosheid zou kunnen uitdrukken.

Misschien is het aanvaarden van het geraas het enige wat er te doen is, nu. Misschien is het een stotterende vorm van trouw.

Was er maar iets dat je zou kunnen doen om wat gekwetst is weer te helen. Kon je maar je handen leggen op iets, en alles wegnemen. Verzachten, dat zou af en toe nog kunnen. Maar helen ligt buiten het bereik van je menselijke handen. En daar is er enkel het zwijgen.

Het is god die om vergiffenis zou moeten vragen.

Berichten in het nieuws. Waar gaan ze heen?

En de enige die zou moeten gezien worden, is diegene die nu afwezig moet zijn. Het is beter zo. Hij verdient het om niet gezocht te worden nu. Hij verdient het om geen foto te worden, in de berichten in het nieuws. En tegelijk verdient hij het, om in al zijn afwezigheid gezien te worden, misschien voor het eerst gezien te worden. Door mensen die alleen in deemoed hun ogen neer kunnen slaan, en hun hoofd buigen. In een wereld die al lang door god verlaten is. In een wereld waar alleen mensen verantwoordelijk zijn voor wat ze elkaar aandoen. In de wereld dus.

Er is te veel, telkens weer. Het gaat nooit over.

Ze zijn er nog steeds, daar aan de rand van het water. Ze zijn het kind dat ze waren, ze zijn wat ooit door iemand bevroren werd in hun huid, ze zijn alles wat ze daarna niet konden worden, ze zijn wie ze nu zijn, ze zijn. Er zou een wereld moeten zijn, deze wereld, waarin ze zouden kunnen roepen, waarin ze het zouden kunnen uitschreeuwen, zo lang tot het over is. Waarna ze de pijn in hun handen zouden kunnen leggen en daarna zachtjes in de rivier laten glijden. Een rivier die hen zou kunnen zuiveren, een rivier van genade.

Zouden de woorden een plek kunnen zijn? Een heel kleine weifelende poging tot antwoord op de grote stilte. Het zal nooit te weten zijn.

4 opmerkingen:

Roland zei

Ik wil enkel met stilte antwoorden, maar dan zou je niet weten dat ik het een zijdezacht en spijkerhard tekstje vind... Liefde & Licht, rol&

Jan Mertens zei

Bedankt voor je mooie reactie Roland.

Tricky zei

ik word hier ook alleen maar stil van... zowel van het nieuws, als van jouw tekst... misschien zijn het niet de woorden zelf, die de plek bieden, maar de stille witte ruimte tussen de woorden... misschien?!

Unknown zei

wat ontzettend mooi
ik lees dit met tranen in mijn ogen...
jammer toch dat stilte met letters
gevangen moet worden om een log te maken
'waar gaat de pijn naar toe........'
groot is de mens als hij/zij deze 'zielepijn'
durft te doorleven
en de troostende stilte kan toelaten.