20 november 2010

Het late licht

‘Gaat het wel?’
‘Niet echt, eigenlijk. Mijn rug, het is weer van dat.’
‘Moet ik iets doen?’
‘Nee, laat me gewoon heel even liggen hier. Ik ga straks wel verder koken.’
‘Heb je echt niets nodig?’
‘Nee hoor. Laten we gewoon nog even wat praten, of zwijgen. Het wordt straks wel beter, en dan gaat alles weer verder.’
‘Het heeft wel iets, zo. Alsof we oude mensen zijn.’
‘Het is toch de bedoeling dat we verbergen dat we dat zijn, of niet soms?’
‘Waarom eigenlijk? Wat maakt het uit?’
‘Misschien wel. Ik ben niet altijd goed in aanvaarden. Soms ben ik zo opstandig, en dan wil ik dit lijf helemaal niet. Op andere momenten ben ik er dan weer heel blij mee.’
‘Er is niets mis mee hoor, gewoon een beetje gehavend. Bij jou kun je ook zien wat er pijn doet, soms is dat nog gemakkelijker, denk ik wel eens.’
‘Zou dat zo zijn?’
‘Het is wel in orde, allemaal. Het is wel mooi ook, dat je je niet verstopt nu.’
‘Dat doe ik al lang niet meer, het heeft toch geen zin. Het leven is te kort.’
‘Het is een mooie plek hier. De kleuren, en de dingen hier, ze maken het heel rustig. En veilig ook wel. Ik zou het ook wel vertrouwen hier om gewoon even te gaan liggen.’
‘Vroeger had ik vaak dromen waarin ik de hele tijd werd achtervolgd. Er kon altijd iemand achter me staan, op elk moment. Ik wou ook altijd ergens in een hoek zitten, zodat er niemand achter me kon staan. Nu is dat wel voorbij.’
‘Ik kan me wel iets voorstellen bij zo’n dromen. Ik had ze ook, in een andere variant, maar vergelijkbaar.’
‘Soms sta ik ’s nachts weer op om hier te komen liggen. Er is buiten nog altijd licht. Je ziet altijd nog ramen waar er licht is. Je ziet mensen voor die ramen lopen. Je ziet ze praten, of hoe ze zich uitkleden. Soms zie je iemand die gewoon voor het raam zit te kijken.’
‘Als ik ’s nachts weer opsta, ga ik altijd lezen, of nog wat werken. Maar ik wil dan wel altijd licht maken. Ik wil in het licht zitten, tot ik weer rustig ben.’
‘Ik voel me graag omringd, door het donker dan, hoewel het niet echt donker is. Het is alsof er iemand is die me beschermt. Iemand die er alleen in zo’n nacht is. Je moet heel zachtjes praten, en heel zachtjes bewegen.’
‘Bij mij is die er toch vaak niet, eerlijk gezegd.’
‘Misschien durf je niet kijken?’
‘Wie weet.’
‘Eigenlijk hou ik niet zo van gordijnen, ik doe ze normaal pas dicht als ik ga slapen. Ik wil niet ingesloten zitten. Ik had een vriendin vroeger die vooral meteen alle gordijnen dicht wilde, zodra ze binnen was.’
‘Misschien ben ik wel meer het gordijntype dan.’
‘Toen ik vanmorgen op boodschappenronde was, besefte ik ineens dat ik niets hoorde. Ik fietste door een straat waar er geen auto’s waren op dat moment. Het was er stil. En ik reed vrij snel, en ineens hoorde ik dat ik helemaal niets hoorde. Mijn fiets maakte geen enkel geluid, en heel even was het alsof ik helemaal gewichtloos was, alsof ik aan het zweven was.’
‘Zou jij dat in het echt durven? Gewichtloos zijn?’
‘In het echt? Waarschijnlijk niet, ik wil toch graag dicht bij de aarde zijn, denk ik.’
‘Ik dacht het al. Denk je dat het ooit zal veranderen?’
‘Dat ik echt wild ga leven, wil je zeggen? Waarschijnlijk niet. Jij bent toch iets wilder dan ik, zo lijkt het toch.’
‘Misschien lijkt het wel zo. Misschien is het wel zo, maar ik ben er niet zo zeker van.’
‘Soms doet de pijn me niets, dan is het een vertrouwde metgezel. En soms duwt ze me tegen de grond, als het ware.’
‘Soms kan iemand anders ook je pijn wegnemen, dat is niet erg, weet je.’
‘Is dat zo? Je hebt gelijk natuurlijk, maar het duurt gewoon lang bij mij.’
‘Ik zit hier graag, al van de eerste keer dat ik hier kwam, wist ik dat. Hier, op deze plek.’
‘Ja? Ik kan het wel zien eigenlijk.’
‘Wat doe je?’
‘Het is tijd om wat te gaan doen, anders raakt het nooit klaar. Die schotel moet nog lang in de oven.’
‘Dat geeft toch niet, blijf nog maar even liggen.’
‘Nee, ik wil er nu aan verder werken, anders word ik te onrustig.’
‘Zul je dan nooit veranderen?’
‘Misschien wel niet, of anders in kleine stukjes. Als je geduld hebt, kun je ze allemaal zien.’
‘Dan blijf ik gewoon zitten hier.’

Geen opmerkingen: