10 juli 2011

Alles komt nog wel goed

Hoop je dan toch.

De voor- en nadelen van ouder worden, om maar iets te zeggen.

Je best doen om er niet helemaal achterlijk uit te zien terwijl je neef hevig bezig is met zijn game. Op het grote televisiescherm zie je landschappen, soldaten, huizen, paarden, gevechten, en allerlei aanwijzingen over wat er dient te gebeuren of zo. Doen alsof je je iets kunt voorstellen bij wat daar gebeurt. Jezelf ervan overtuigen dat mensen met een gemiddelde intelligentie zoals jezelf in principe in staat zouden moeten zijn om zo’n spel te leren, na het doorploegen van een dikke handleiding of zo. Terwijl je dat denkt beseffen dat een van de grote voordelen van ouder worden is dat je die games niet meer zult moeten leren. En dat toch niet zo’n onaangename gedachte vinden.

Met de aanwezige jongeren een kleine historische quiz doen. Back in the USSR was de trigger. Of je even zou willen uitleggen wat dat is, de USSR. Geschiedenis is blijkbaar iets voor oude mensen. Of ook: wie geschiedenis interessant vindt, is blijkbaar zelf een deel van de geschiedenis. Maar goed, de termen en de data slingeren lekker over de tafel. De Muur, de DDR, en nog veel meer. Even begin je te twijfelen. Zou het toch niet nuttig zijn om aan die jongeren uit te leggen dat je toch nog niet geboren was tijdens de Tweede Wereldoorlog? Gewoon om zeker te zijn. Je doet het toch maar niet.

Je vroegere buurvrouw vroeg het je trouwens ooit nog, terwijl ze naast je op de bank in de straat zat. “Wat hebt u gedaan mijnheer, in de oorlog?” De mengeling van teleurstelling en verbazing toen ze hoorde dat je van ‘lang na’ was. En toch was je ook een beetje geflatteerd. Het leek ook een teken van vertrouwen, want iedereen heeft toch de oorlog meegemaakt...

Bij het uitstappen van de trein kom je de dochter van een vriendin tegen. Het gesprek komt op jong zijn, en nog alles willen natuurlijk. Je hebt nog je hele leven om oud te zijn, zeg je. Wat dat eigenlijk is, oud zijn. Altijd een jaar bijtellen bij je eigen leeftijd, zeg je. Zij heeft er een meer nauwkeurig beeld van. Ze kijkt je aan, zegt dat ze je waarschijnlijk zal teleurstellen, en zegt dan dat je toch wel oud bent vanaf 50. Je dag is weer goed. Hoewel, denk je nadien, het feit dat zij dacht dat…

Soms ineens tussendoor toch even denken dat als je er niet zo’n groot stuk van je leven over had gedaan om sommige dingen te begrijpen je misschien nog andere spannende avonturen had meegemaakt, of zoiets. Hoewel, spannende avonturen, dat hoeft nu ook weer niet.

De jonge mensen zitten bij jou thuis op de bank. Ze luisteren gretig naar al je verhalen. Dat je ooit in die rol zou terechtkomen van het doorgeven van ervaringen, had je vroeger nooit gedacht. Dat je zoals steeds een beetje verlegen bent, dat kun je niet goed zeggen. Dat het eigenlijk ook wel gewoon goed voelt om nu in die positie aangekomen te zijn, dat durf je nog niet helemaal toelaten.

Een discussie op een terrasje bij een koffietje. Over kinderen die geen gebruiksaanwijzingen meer nodig hebben, die waarschijnlijk het concept gebruiksaanwijzing niet helemaal snappen. Ze lijken geboren te zijn met een digitaal hoofd of zo. De grote mensen onder elkaar herhalen dat het toch ook belangrijk is traag te leren denken, en dat soort dingen. Ze knikken bevestigend. Het troost toch wel altijd een beetje, dat je niet alleen staat met je groeiende overbodigheid.

Tot wanneer mag je dat trouwens blijven zeggen, ‘later als ik groot ben’?

De jongen laat je zijn nieuwe iPhone zien, met een handig geel hoesje eromheen. En of hij nu daardoor extreem gelukkig is geworden, vraag je nog. Natuurlijk, zegt hij. Dat is dan ook weer duidelijk.

Op de trein zijn er altijd nog genoeg trosjes écht oude mensen. Je hoeft er alleen maar even naar te kijken om jezelf gerust te stellen. Je bent absoluut nog heel jong, hebt nog een heel leven vol wilde uitspattingen voor je. Alles komt nog goed.

Geen opmerkingen: