24 juli 2011

Onmisbaar

Hoe onmisbaar goede literatuur is. Het blijft boeiend, dat wat je eigenlijk niet goed uit kunt leggen. Het lezen van goede boeken kan je heel erg gelukkig maken, eigenlijk ook als ze verdrietig of hartverscheurend zijn. Je kunt immens verlangen naar een boek. Je kunt er helemaal in verdwijnen. Je kunt er eindeloos over praten met anderen. Maar als je de vraag zou krijgen waarom literatuur nu eigenlijk zo onmisbaar is in je leven, dan is het nog niet zo gemakkelijk om te antwoorden.

Er zullen misschien honderd antwoorden zijn. (Dat zouden dan ook honderd interessante gesprekken zijn trouwens.) Het ervaren van schoonheid is er al een van. Een mooi geschreven zin, een ritme in de zinnen, de keuze van beelden, het spel met motieven, de opbouw van de onderdelen, de manier waarop werelden worden gesuggereerd, de manier hoe de verteller al dan niet aanwezig is, al die dingen zijn al een belangrijk deel van het antwoord. Schoonheid kan ook verstorend of vervreemdend zijn, het gaat helemaal niet om iets ‘zoets’. Je merkt het ook bij een gedicht of een muziekstuk of een beeld of een schilderij. De ervaring van schoonheid is in zekere zin een ervaring van ‘heelheid’.

Misschien heeft het verlangen naar schoonheid ook iets te maken met het verlangen de eigen fragmentering te overstijgen. De verbrokkeling, het falen, het onvermogen, ze behoren tot het zijn als mens. Daarom kan de emotie van het ervaren van schoonheid ook zo intens zijn. Om een voorbeeld uit de muziek te nemen. Als je naar de Goldbergvariaties van Bach luistert, bv. in de uitvoering van Glenn Gould, en aan het einde van het stuk wordt het beginthema herhaald, dan is die ervaring zo intens, bijna verpletterend. Ook bij het lezen van een boek kun je gelijkaardige ervaringen hebben.

Maar naast schoonheid is er ook een element van menselijke betrokkenheid. In heel veel boeken is het het verhaal van een mens waar het over gaat. Mensen die een plek zoeken in een complexe wereld, mensen die liefde zoeken, mensen die hun leven en wat er om hen heen gebeurt proberen te begrijpen, mensen die een positie innemen tegenover een maatschappelijke werkelijkheid, mensen die proberen het goede te doen, en nog eindeloos veel meer variaties. Dat kan in verschillende vormen gebeuren. De klassieke roman, met zijn alwetende verteller, ging uit van een grote kenbaarheid en van redelijk afgelijnde of stabiele personages. De moderne roman geeft in zijn opbouw uitdrukking aan de verloren illusies van kenbaarheid, stuurbaarheid en afgelijnde identiteit. De vorm zegt op zich dus ook veel. Maar tegelijk zit er in die verschillende vormen telkens ook een verhaal (direct of indirect) over mensen. Over hun verlangens, hun angsten, hun falen, hun duistere kanten, hun pijn, hun onrust. De directe betrokkenheid als lezer bij het verhaal van mensen kan je erg raken. Het kan je ontroeren en verwarren, vertederen of van afschuw vervullen. Personages in een boek kunnen voor de lezer zo ‘echt’ worden dat je het moeilijk vindt er afscheid van te nemen zodra je het boek dichtslaat. Ze kunnen je zo kwaad maken dat je het boek weg zou willen gooien. Ze kunnen je bijna verliefd maken. Het kan allemaal.

Of boeken je iets leren over de werkelijkheid. Moeilijke vraag. Literaire teksten die je iets willen leren over de werkelijkheid zijn vaak niet al te beste literaire teksten. Goede literaire teksten zijn vooral zelf een eigen werkelijkheid, een onnavolgbare werkelijkheid, die er alleen in dat boek kon zijn. En die werkelijkheid die een goed boek is, kan je dan daarna soms wel een inzicht geven in de werkelijkheid buiten dat boek. De kracht van de boeken van Kafka is dat ze zelf een eigen wereld zijn, niet dat ze een ‘beschrijving’ zouden zijn van de wereld buiten het boek. Hun literaire kracht is zo sterk dat ze daarna als begrip een rol zijn gaan spelen in de werkelijke wereld.

De onmisbaarheid van boeken heeft waarschijnlijk ook iets te maken met een oerverlangen in de mens. Misschien is de mens in zijn of haar diepste wezen wel een verhalenverteller, en in die zin dan ook een verhalenverlanger en een lezer. De kracht die uit kan gaan van een verhaal is immens. Een verhaal raakt ergens iets van de diepste lagen van ons menszijn. Het verlangen van een kind om een verhaaltje te horen is hetzelfde verlangen als dat van de volwassene om ondergedompeld te worden in een verhaal. In het ‘en toen en toen’ van een verhaal rust de belofte van zin. De ervaring van de werkelijkheid is er vaak een van chaotische gelijktijdigheid en richtingloosheid. In een verhaal zijn er gebeurtenissen die na elkaar worden geplaatst, waardoor ze een zin krijgen. In die zin komt ook een zin in een diepere betekenis. In heel veel romans maakt een personage een evolutie door, het gaat van A naar Z, zo nodig na allerlei omwegen of conflicten. Die illusie is ook de belofte van een roman, een belofte die door de feitelijke roman al dan niet ingelost wordt. Het is met elke film zo, en het is ook met elke roman zo: de roman speelt telkens met zijn eigen conventies. Als lezer heb je die conventies verinnerlijkt, waardoor elk boek speelt met je al dan niet bewuste verwachtingen. Datzelfde procedé zit ook in elk goed verteld verhaal. Een goed verhaal geeft je het gevoel, waarschijnlijk in grote mate onbewust, dat ook de dingen een zin hebben. Je krijgt het gevoel dat dingen die gebeuren een logica kunnen hebben, dat ze ertoe kunnen leiden dat een personage (en dus jijzelf als lezer misschien ook wel) vooruitgang kan maken, iets kan bereiken, ergens kan komen. En heel even lijkt het alsof je iets zou kunnen begrijpen van die troebele soep die het leven is.

En misschien kan literatuur nog meer. Een mooi citaat van Alberto Manguel illustreert dit: “Er is waarschijnlijk geen enkel gedicht, hoe krachtig ook, dat ook maar een greintje pijn kan verlichten of één enkel moment van onrechtvaardigheid ombuigen naar iets positiefs. Maar er is waarschijnlijk ook geen enkel gedicht, hoe slecht geschreven ook, dat een anonieme, uitverkoren lezer niet troost biedt, een glimpje geluk biedt of een plotseling inzicht, of de moed geeft zich teweer te stellen. Iets, op een bescheiden bladzij, kan op miraculeuze wijze en geheel onverwacht de lezer, geen wijsheid, maar wel de mógelijkheid tot wijsheid schenken, gevangen tussen onze ervaring van het dagelijks leven en de ervaring van een literaire werkelijkheid.”

Enkel door wat ze zijn kunnen boeken troost bieden. Misschien geldt dat wel voor elke vorm van goede kunst. Zoals je zou kunnen zeggen dat elk gedicht op zich al een daad van verzet is, zou je kunnen zeggen dat elk kunstwerk op zich een overwinning op de werkelijkheid is. De intense ervaring van de eigen werkelijkheid die een kunstwerk is, wordt onmisbaar, zodra je ze hebt leren kennen. In de woorden van het gebruikte citaat zou je kunnen zeggen dat een boek – het nog ongelezen boek dat je voor je ziet liggen – de belofte van een vorm van troost in zich houdt. En eens je weet dat die belofte zo vaak kan worden ingelost, weet je ook hoe onmisbaar boeken geworden zijn in je leven.

Geen opmerkingen: