08 juli 2012

De rand van de woordhuid


Zouden woorden een traag verlangen zijn? Het zou kunnen, denk je, als je de vrouw in de trein ziet. Ze schrijft iets in haar boekje. Misschien is het een gedicht. Misschien zijn het gedachten voor een geliefde. Ze neemt haar tijd voor elk woord. Zo kan het ook, denk je. De tijd die het vraagt.

Soms droom je van woorden. Hoe ze zullen zijn, als ze er zullen zijn. Hoe het zal zijn, als je weet: dit zijn ze, dit zijn de woorden waarvan ik heb gedroomd. Pas dan zul je het weten.

Soms is er iets in een liedje. Die ene verandering van akkoorden. In dat ene moment weet je het. Iets over een plek. In het grote niets is een plek gekomen. Je kunt ernaar kijken. Je kunt iemand de weg wijzen. Ga daar naartoe, ga daar staan, en je zult weten dat je ergens bent.

Het nimmer uitdovende heimwee. Hopen dat je ooit ergens zult zijn. Niet meer op de vlucht. Niet meer op de dool, van eiland naar eiland, overgeleverd aan de zee. Iets heeft de herkenning die zal komen in je lijf gebrand.

Dat het verlangen dus de mogelijkheid tot thuiskomen in zich draagt. Dat je dat kunt geloven. Dat zou het kunnen zijn.

Je weet het pas bij het lezen. Hoe je adem begint te vertragen. Hoe je iets achter je kunt laten. Het ligt aan de woorden. Hoe ze na elkaar komen. Hoe ze daar zijn waar ze moeten zijn.

De woorden zijn aanraakbaar. Maar niet zomaar. Het is niet moeilijk ze te zien, voor wie zou willen kijken. Het is moeilijker ze niet te laten vervliegen, in de aanraking.

Hoe dicht kun je komen? Hoe dicht bij dat ene moment. Daar waar je weet: dichter dan dit kunnen we niet bij elkaar komen, zonder verlies.

Soms is het alsof de woorden je steeds weer verlaten. Keer op keer. Telkens weer moet je ze terughalen. Als water dat je naar je toe zou willen trekken. De kleine golf, de kleine rimpel op het oppervlak doet je het even geloven.

Niet dat je de woorden zou willen hebben. Er valt niets te hebben. Maar dat ze zouden blijven. Minstens voor de nacht.

En hoe diep ze ook onder je huid zijn geweest, iets in de woorden maakt dat ze altijd een ander zullen zijn. Wat je ook doet.

Soms geeft het niet. Soms is er de belofte van een lente.

En soms is er een zwijgen dat geen afwezigheid van woorden is. Het duurt heel even.

En hoe vaak je ook probeert, dat je het nooit gezegd zult krijgen.

Misschien is dat wel goed.

Geen opmerkingen: