17 november 2013

Bureau Gevonden Voorwerpen

Rust vinden op de plek waar de verliezers komen, en tegelijk jezelf niet verliezen. Daarover zou het kunnen gaan in het boek Bureau Gevonden Voorwerpen, van de Duitse auteur Siegfried Lenz. Een boek waarin je een beetje verloren loopt. In welke tijd speelt het? Is het een parabel? Om uit te komen bij een plek van mooie woorden en mensen die een troost zijn door wie ze zijn.

Henry Neff, een jongen van 24, krijgt een baan bij het Bureau Gevonden Voorwerpen van de spoorwegen in een station. Hij heeft die plaats gekregen via zijn oom. Het is een beetje een eindstation, na zijn vorige baantjes. Het wordt hem ook duidelijk gemaakt dat deze werkplek een eindstation is, van waar je niet hogerop kunt geraken. Dat trekt Henry meteen aan, hij wil immers geen carrière. Hij wil rustig bezig zijn, een beetje buiten de tijd.

Er werken nog drie andere mensen: Hannes Harms (zijn baas), Albert Bussmann (die een stuk ouder is, en als geen ander weet hoe je verloren voorwerpen terug bij hun verliezers krijgt) en Paula Blohm (de secretaresse, met wie Henry het steeds beter weet te vinden). Er is ook nog Barbara, de zus van Henry, die werkt in het familiebedrijf, waar porselein wordt gemaakt.

Henry verbaast zich over wat mensen allemaal laten liggen in de trein of op het perron. Maar gaandeweg begint het hem meer en meer te fascineren. Van de bureaucratische regels voor het ophalen van de gevonden voorwerpen maakt hij een subtiel spel. Het zijn de verhalen die hem het meest interesseren. Het eindstation is een soort microkosmos waar de lijnen van het echte leven daarbuiten samenkomen.

Via een achtergelaten tas maakt Henry kennis met Fedor Lagutin, een wiskundige van Basjkierse afkomst, die als gastprof is uitgenodigd aan de plaatselijke technische universiteit. Ze worden al snel vrienden. Lagutin is een heel voorkomende man, die steeds een beetje plechtig spreekt, en die warm en gevoelig is. Barbara krijgt al snel speciale gevoelens voor Lagutin.

Ieder personage is op zijn of haar eigen manier een beetje op de dool. Albert zorgt voor zijn oude vader, die soms de weg verliest onderweg. Paula zit in een ongelukkig huwelijk met een man die films nasynchroniseert en nauwelijks thuis is.

Het Bureau Gevonden Voorwerpen is een thuisplek, waar Henry zich steeds beter voelt. Op een grappig-naïeve wijze flirt hij met Paula. Ze spelen het spel schijnbaar luchtig, al zijn de warme gevoelens onmiskenbaar.

Henry is in veel opzichten een toeschouwer, al beseft hij dat misschien zelf niet altijd. Uiteindelijk komt hij in actie, neemt hij een positie in. Op de achtergrond van het verhaal dreigt een aangekondigde zware saneringsoperatie bij de spoorwegen. En als die dichterbij komt, en het bureau zou kunnen bereiken, zet hij een stap. Als de verveelde jongens van een motorbende te dichtbij komen in hun bedreigingen, komt hij in actie. Hij maakt een keuze, kijkt niet weg.

Aan het einde van het boek krijgt hij een kans om ‘hogerop’ te komen. Maar hij kiest ervoor om voorlopig te blijven waar hij is, dichtbij de verliezers.

Wat sommigen misschien als een zwakte van het boek beschouwen, kun je eigenlijk ook als de grote sterkte ervan zien. De vaststelling dat je het niet goed kunt plaatsen. Doorheen het boek vraag je je regelmatig af wanneer het nu eigenlijk speelt. Intuïtief denk je ver terug in de vorige eeuw, maar regelmatig zijn er elementen die erop wijzen dat het veeleer de jaren 90 zouden kunnen zijn. Die onduidelijkheid is er ook in de manier waarop de personages spreken, net iets formeler dan je zou verwachten, en handelen, soms net iets informeler dan je zou verwachten. Het verhaal beweegt op de rand van het symbolische, is misschien soms een beetje een parabel. En soms komt dan weer de hardere wereld van daarbuiten, waar mensen worden afgewezen omdat ze ‘anders’ zijn, naar binnen. Als je het alleen als symbolisch wilt zien, werkt het niet helemaal. En ook als je het te zeer als verbeelding van actuele thema’s wilt zien, werkt het niet echt. Net het bewegen tussen die twee maakt de atmosfeer van dit boek uit.

Door die verwarring komt het zwaartepunt op de woorden te liggen, ingetogen en mooi. Het subtiele spel tussen Henry en Paula is een spel van woorden. De kwetsuur van Lagutin is een kwetsuur door woorden.

Iedereen heeft iets verloren, in de wereld, in de tijd. In het helpen terugvinden van wat verloren was, om het daarna terug te kunnen geven aan de verliezer kun je vrede en een bestemming vinden. Dat lijkt Henry te beseffen aan het einde van het mooie boek Bureau Gevonden Voorwerpen.

Geen opmerkingen: