14 mei 2016

Er is in Rome iets gebeurd



Bij de boeken van de Hongaarse auteur Sándor Márai heb je vaak het gevoel dat je in een theaterstuk zit. Een confrontatie tussen personages, in een gesloten kamer, in de loop van een nacht. Door de woorden heen voel je een wereld van onderdrukt verlangen en verdriet op de achtergrond. In een ultiem moment laat het onherroepelijke zich voelen, als ingedikte tragiek.

Er is opnieuw een boek uitgegeven van deze schrijver die in 1989 stierf. Er is in Rome iets gebeurd, geschreven in 1971. Het is minder een verhaal over de liefde, zoals zijn bekendste boeken, maar je herkent meteen de hand van de schrijver in deze historische roman die zich afspeelt in de uren na de dood van Julius Caesar.

Het verhaal speelt zich in Baiae, een mondaine plaats aan de kust in de buurt van Napels, waar de rijke Romeinen zich terugtrokken. Tussen zes uur in de vooravond en zes uur de volgende ochtend komen verschillende personages aan het woord, met telkens een centraal personage per hoofdstuk. Enkele slaven, een schrijver, de lijfwacht, een prostituee, enkele eunuchen, een advocaat, een uitgever, een juwelier, de arts, … Als lezer zit je dicht op de personages, als in een theater. Soms kun je een heel gesprek volgen, soms hoor je de ene kant van een dialoog.

Het nieuws dat er ‘iets’ is gebeurd in Rome dringt langzaam door. Sommigen weten meer, anderen weten iets, maar kunnen enkel afgaan op geruchten, sommigen weten nog niets en ontdekken dat anderen meer weten. In die eerste uren na de dood van de dictator kan alles nog alle kanten op. De personages beseffen amper wat er aan het gebeuren is, maar beginnen op hun manier de evaluatie te maken van wat was en soms ook al met het nodige opportunisme een positie te zoeken voor wat komen gaat. Zullen de volgende dagen grote rekeningen vereffend worden? Zal de machtsbalans definitief veranderen en zal er dan iets te winnen zijn?

Wanneer je een verhaal als dat van de dood van Caesar bekijkt vanuit de geschiedenisboeken zie je meteen het hele verloop, wat eraan voorafging en wat er daarna gebeurde. Het is ook al snel een blik op ‘daden’ of feiten en een verhaal van ‘grote mannen’. Márai wil net een ander soort geschiedenis in beeld brengen, een meer ‘echte’ geschiedenis, gezien vanuit gewone mensen, op het moment zelf, en niet als een opeenvolging van belangrijke feiten. Dat opzet krijgt een spiegelbeeld in het boek, waar een van de personages reflecteert over wat geschiedenis is en een uitgever een schrijver ervan probeert te overtuigen om een boek te maken over de echte geschiedenis.

De opbouw van het boek is erg knap. Hoe je telkens, hoofdstuk per hoofdstuk, uur na uur, als het ware in ‘real time’ op die plek een eindje van Rome midden in een scène terechtkomt en je zo – als was het een puzzel – de stukjes in elkaar kunt passen. In de manier waarop de personages zichzelf laten zien voel je het psychologisch doorzicht dat zo kenmerkend is voor de boeken van Márai. Geholpen door de sprankelende vertaling voelt het nergens stoffig aan, maar integendeel erg modern.

Naar het einde van het boek laat de auteur via zijn personages een aantal beschouwingen over het wezen van de geschiedenis, over literatuur en dictatuur en over schrijvers en uitgevers in het verhaal doorsijpelen. Het verhaal van de Griekse lijfarts voegt nog enkele existentiële en morele elementen toe. Dat personage kijkt met een zekere onthechting en wijsheid naar het hele gebeuren. Je voelt bij hem een mededogen dat een andere toon lijkt te zetten dan wat je bij de andere personages merkt.

Sándor Márai heeft een voorliefde voor nachten, en het is in dit boek niet anders. De zogenaamd kleine waarheid van de figuren in de marge van de grotere geschiedenis beweegt de hele tijd tussen licht en duisternis. Je moet diep de nacht ingaan, in dit geval met een ontsporend feest, om dichter bij de menselijke breuklijnen te komen. De aanwezige afwezige – de naam van Julius Caesar valt nergens – is als een schim die steeds op de achtergrond ergens is. Hij is de man over wie gepraat wordt, die bestaat in het vacuüm dat hij laat.

Er is in Rome iets gebeurd is een erg knap boek. Misschien niet even intens en ‘noodzakelijk’ als zijn beste boeken. Het trekt zich een beetje traag op gang, maar wordt dan steeds meeslepender. Als lezer begin je de lege plekken in te vullen, zie je de verbanden tussen de personages, en is het alsof je naar voor schuift op je stoel terwijl je in het theater naar een tragedie zit te kijken. Het wordt langzaam donker en daarna weer lichter. Er komt een komeet voorbij. Misschien weet die meer dan de personages die in een nulpunt van de geschiedenis  op hun eigen onvermogen worden geworpen.

Geen opmerkingen: