05 mei 2016

Vuurstapel

Een groot klein meisje groeit op bij haar oma, in de periode net na de executie van de dictator. Een wonderlijk meisje, een wonderlijke oma, een grimmige achtergrond. Vuurstapel is een wonderlijk mooie roman van de Hongaarse (van oorsprong Roemeense) schrijver György Dragomán. Als lezer kijk je mee door de ogen van het meisje dat beweegt tussen verschillende werelden: tussen kind en volwassene, tussen droom en werkelijkheid, tussen beladen verleden en gekwetst heden, tussen verzinsels en werkelijkheden.

Emma, dertien jaar, woont in een weeshuis. Haar ouders zijn verongelukt. Plots komt er een oude vrouw in het weeshuis die beweert dat ze Emma’s oma is. Emma zelf gelooft dat niet, ze zegt dat ze geen oma heeft. Maar het blijkt wel zo te zijn, en Emma gaat mee met de vrouw.

Het verhaal speelt zich – zo kun je als lezer opmaken – af in het Roemenië van net na de dood van dictator Ceauşescu. Emma komt met haar oma terecht in een stadje waar de naweeën van de revolutie nog volop aan de gang zijn. In de nadagen van de revolutie zijn er ook heel wat burgers gedood. Over de juiste omstandigheden van de dood van die martelaars hangt nog veel mist. Verhalen doen de ronde over wat de geheime politie nog deed die laatste dagen en over wie wie geholpen heeft. Veronderstelde ‘verklikkers’ worden met de vinger gewezen, terwijl opportunisten vlotjes aan de ‘goede’ kant zijn gaan staan. Pijnlijke waarheden worden niet verteld. Meelopers van toen doen zich nu voor als helden.

Emma wordt ineens in die wereld geworpen. Ze is een jong meisje dat op een nieuwe school terechtkomt en gewoon wil doen wat iedereen doet. Maar zo eenvoudig is het niet. Zodra ze aankomt op de school wordt haar duidelijk gemaakt dat ze van de ‘foute’ kant is, er worden allerlei dingen gesuggereerd over haar opa. Onterecht, zo zal blijken. Emma laat zich niet doen, en neemt met opgeheven hoofd haar plek in. Ze loopt niet achter anderen aan en ontdekt stap voor stap haar eigen talenten. Ze kan goed tekenen en ze kan goed lopen. Het meisje wordt een vrouw, het meisje beweegt in een wereld van kwetsuren door de dictatuur en moet zich daar als een volwassene gaan gedragen. Er zijn mensen die haar opmerken en haar een duwtje in de rug geven, zoals een bijzondere bibliothecaresse en de sportleraar.

De oma en haar kleindochter zijn allebei trotse en sterke vrouwen, elk op hun manier. De afwezige dochter/moeder tussen hen in was blijkbaar ook zo. Ze leven in hun eigen wereld, en die is een beetje wonderlijk. Al van bij de eerste ontmoeting tussen de twee is het alsof de oma magische krachten heeft. Ze kan de dingen beïnvloeden en heeft allerlei rituelen. Is ze een soort heks? De buitenwereld zou dat van haar kunnen denken, maar door de ogen van Emma is het op een bepaalde manier allemaal erg vanzelfsprekend. Emma zelf heeft ook haar krachten. Stuurt ze die zelf, of sturen ze haar? De twee vrouwen leven zo in een web van verhalen en symbolen.

Oma draagt de wonden van een pijnlijk en verscheurend oorlogsverhaal dat haar erg traumatiseerde. En ook wat er gebeurde met haar man heeft diepe sporen nagelaten. Emma leert die littekens van haar oma langzaamaan kennen, door verhalen die oma over zichzelf vertelt als was het over een derde. De verhalen rusten in haar, maar ze weet zelf niet of ze allemaal helemaal waar zijn. Ze zijn er.

De wereld van de twee vrouwen, een beetje magisch, vol van codes en rituelen, is een veilige wereld. Als lezer zien we alles door de ogen van Emma, die het ook in de ik-vorm vertelt. De blik van een opgroeiende jonge meid zorgt voor een eigen magie, en die versmelt hier met al het andere. Als lezer heb je nooit het gevoel dat die wonderlijke wereld ‘raar’ is, integendeel. Het is een plek waar die twee trotse en onafhankelijke vrouwen kunnen zijn wie ze zijn.

Als lezer weet je wel de hele tijd dat er een wereld ‘daarbuiten’ is, en die wereld is dreigend en mogelijk onveilig. Je moet er op je hoede zijn, en de demonen kunnen ineens toeslaan, zo zal blijken naar het einde van het boek. Als Emma door de feiten verplicht wordt om actief te worden in de wereld daarbuiten zal blijken dat ze alles wel had gezien en dat ze behoorlijk volwassen geworden is. Schrik heeft ze niet.

Vuurstapel is een eigenzinnig boek dat op fascinerende wijze beweegt tussen licht en donker. Emma en haar oma zijn twee geweldige personages. Gretig wil je verder lezen hoe het Emma vergaat bij het opgroeien. Haar eigen bijzondere wereld klopt helemaal, zo ga je toch geloven. Die wereld is wel speciaal, maar misschien wel ‘normaler’ of alleszins oprechter dan de duistere wereld die je de hele tijd op de achtergrond voelt. Zij is dapper en gaat op haar eigen manier trots in tegen de geruchten. Naar het einde van het boek zal de duisternis van daarbuiten brutaal inbreken in de veilige plek die ze verworven had, maar ze heeft ondertussen geleerd hoe ze de berg op moet lopen, en het blijkt dat ze gezien heeft waar de waarheid ligt.

Eigenlijk is het moeilijk uit te leggen waarom Vuurstapel zo goed is. Misschien kun je alleen maar zeggen dat het boek zelf het antwoord op die vraag is.

Geen opmerkingen: