Na het feest ligt je lijf een beetje in puin. Lijkt wat op
het puin daar naast de tuin van het feest. (Tuinfeest, mooi boek trouwens…)
En ook al was er nauwelijks zon, was het nog frisjes, waren
er veel wolken en was je vooral binnen: je bent weer verbrand. Er zijn nog
zekerheden.
Het verjaardagsmanagement loopt goed.
Misschien ben je te efficiënt. Misschien verwacht je te
eenvoudige dingen, zoals een gewoon antwoord op een vraag. (Liefst snel
eigenlijk ook wel, eigenlijk.) Je vraagt aan iemand of ze wil deelnemen aan een
debat, en of ze dan de doodle wil invullen. Je ziet dat ze die doodle heeft
ingevuld, maar ze heeft niet geantwoord. Je belt, en vraagt of je die doodle
mag interpreteren als een ‘ja, ik wil deelnemen aan het debat’. Dat dat
vanzelfsprekend is, zegt ze. Ze wou je niet storen met een antwoordmail. Soms
mag je gestoord worden.
’s Avonds naar de jarige. Ze is nog even in organisatiemodus
voor de infoavond. Wanneer ze naast je komt zitten, vraag je of ze klaar is voor
het cadeau. Ja, zegt ze. Geluk kan eenvoudig zijn, denk je.
Toch later thuis dan je had gehoopt. Een stotterende nacht.
Je mag een nieuwe oefening doen van je kinesiste. Iets met
zwaaiende armen. Lekker.
Je denkt de volgende dag dat het tijd is voor magie. Een van
je vriendinnen beschikt over kosmische krachten, zo kon je al enkele keren
vaststellen. Tijd voor magie, denk je.
Verhalen hopen zich op in je lichaam.
(Misschien merkt ze gewoon wel dat je aan het vertellen
bent, op afstand…)
Een stuk maken over dat boek. Altijd een belevenis. Pas
nadien besef je wat je er eigenlijk van vond.
Magie werkt!
De volgende dag. Zoals al die keren daarvoor was je het ook
nu weer vergeten. Dat jullie met de collega’s uit eten zouden gaan. (Het zijn
fijne collega’s en het eten is lekker en de sfeer is gezellig, maar je doet het
niet graag.) Oefenen in gedeukt leven.
Na het werk nog even de stad in om foto’s te maken. Iemand ziet
je bezig en vraagt wat je fotografeert. Je probeert het uit te leggen.
Even verder zie je iemand die je kent. Ze staat te praten
met twee oude mensen die in een naburige straat wonen. In die enkele minuten
dat je daar staat heb je zo ongeveer hun hele leven gehoord. Ze zijn al erg
lang getrouwd. En nog altijd gek van elkaar blijkbaar. Ze voegt er wel aan toe
dat ze ook al in de fase ‘voorbij viagra’ zijn. (Of je die informatie echt
nodig had, weet je niet.) Ze legt je uit dat ze als ze samen op stap zijn wel
niet meer hand in hand loopt met hem. Zijn handen zweten te hard.
’s Avonds een vergadering met terreinbezoek. Eigenlijk ben
je al te moe bij het begin, je hoopt dat het over zal gaan. Ergens halverwege de
wandeling hapert er iets in je lijf, je hoopt dat niemand het ziet.
Daarna nog even iets gaan drinken. Je herkent tangomensen in
het café.
Laat.
De volgende ochtend op de markt. Zouden er al aardbeien
zijn? Nee dus.
Tussendoor probeer je de dingen voor te bereiden voor je
avondvergadering. Je voelt enige weerstand, of zoiets. Misschien ben je gewoon
moe, in het algemeen of zo. En ook iets met aftellen.
Bijna thuis. Maar eerst een belangwekkende omweg maken.
Fallen Angels wacht op jou.
In dat stukje stad voor en na de platenwinkel kom je zo
ongeveer om de tien meter iemand tegen die je kent. Iemand wil je iets
duidelijk maken, al weet je niet wat.
De avondvergadering begint ook nog eens een beetje vroeger. Ze
is gedaan net voor het einde van de dag. Je bent in de fase voorbij moe.
Een nacht als een gat, denk je ’s ochtends. (Je wou
eigenlijk wel helemaal niet wakker worden met Smoke on the water… brrrr…)
Slaapachterstandhoofdpijn voor de rest van de dag.
Zoveel te doen. Maar eerst de geraniums. Het is hoog tijd
voor bloemetjes. De geraniummevrouw helpt je om de potjes in je fietstassen te
zetten. Ze blijft nog even staan. Het is alsof er nog een existentiële
beschouwing gaat komen. Toch niet.
Tegen de avond denk je: morgen ga ik naar de film, wat een
mooi vooruitzicht…
Fallen Angels. Zo mooi, zo breekbaar, zo juist…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten