10 maart 2018

Heftig

Misschien was het gewoon omdat je die ochtend zo vroeg op was. Zo vroeg uit je bed om die trein te halen, om vroeg in die andere stad te zijn om te gaan spreken over toerisme.

Misschien was je daardoor gewoon een beetje moe, en daardoor nogal doorwaadbaar.

Misschien.

Misschien was je gewoon jezelf.

Een speciale feestzitting. Het kraamcentrum viert een kwarteeuw. En je zit daar, en het komt allemaal over je heen. Je begrijpt het niet helemaal.

Het raakt iets oers, denk je.

Je ziet die mensen, je hoort de verhalen, je ziet de filmpjes. De vroedvrouwen. De hele wereld die zo wordt opgeroepen. Het is zo’n intens vrouwelijke wereld. Er gaat zoveel kracht van uit. Zoveel wijsheid. Het is intens, en aards, en wijs, en groots tegelijk. De wereld waar die vrouwen telkens zo dicht bij het mysterie van het leven komen. Dat ze dat kunnen. Dat ze weten wat er gebeurt. Dat ze daar zijn. Dat ze het durven. Dat ze daar staan, op dat punt van het leven. De dingen die hun handen weten. Er gaan zoveel dingen tegelijk door je heen.

Je weet niet goed wat er allemaal gebeurt.

Iets is zo groot. En jij bent zo klein.

Misschien is het ineens zo futiel, zo klein. De dingen die jij kunt (als je al iets kunt). De dingen die je kunt, die je doet, het lijkt ineens allemaal zo veilig of zo. Je zou niet weten wat het woord is.

Heftig.

Misschien, waarschijnlijk, is het gewoon dat het jouw verdriet raakt. Het verdriet dat rust in je huid. Misschien is het niet meer dan dat.

(Dat wat het raakt, het is ook groot, al ben jij klein. Misschien is de afwezigheid van iets intens aanwezig.)

(Je bent niet zo in voor de grappige intermezzo’s, denk je.)

Daarna komt er nog de lezing over de maakbare baby. De dingen die op ons afkomen.

Het brengt je in de war. Op een heel andere manier, of misschien wel niet.

Je probeert het nadien aan enkele mensen uit te leggen. Het lukt niet echt. (De tranen zijn te dichtbij, of zoiets.) Of misschien lukt het net wel.

Je weet niet goed hoe het juist zit. Je zou iets willen delen. En tegelijk wil je alleen zijn.

Als je even later naar huis loopt, komen alle tranen. Veel.

Wie zou het kunnen zien? Wie zou het begrijpen?

Misschien maakt het niet uit.

Thuis ruim je eerst wat dingen op. Daarna maak je eten. Het brengt je een klein beetje terug bij iets. Al zou je niet goed weten wat dat is.

Je huid weet ook iets.

Het zal zich wel neerleggen in de dingen.

Of niet.

Het is goed.

Geen opmerkingen: