24 maart 2018

Mooie gesprekken

Een fijne, trage avond. Een lang gesprek. Je moet even voorbij het snot in je hoofd, het nog wat dwarsliggende lichaam. Je verschuift in rollen, een beetje. En dat voelt goed. Dat je niet alleen vertegenwoordiger van moet zijn. Hoewel je dat ook bent, natuurlijk. Maar het voelt ook goed dat de woorden uitwaaieren naar de liefde, de muziek. De woorden die daarbij horen bewegen anders in je lichaam. Het maakt je randen zachter.

Een niet begonnen gesprek. Je loopt over straat. Je moet binnen enkele minuten daar zijn, daar waar die mensen zijn. Je komt hier iemand tegen. Of eigenlijk loop je haar min of meer voorbij. Je zegt even goeiedag, en zo. Je schaamt je een beetje dat je verder moet hollen. Er wacht nog een gesprek.

Een schiereilandgesprek. In een overschotje aan tijd. Of een niet aangesneden stuk. Een vergadering die nooit begonnen is, omdat niemand komt. Een mooi nabijheidsgesprek. In dat overschotje. De dingen die ertoe doen.

Nachtgesprekken. Met wie door je hoofd doolt. (Je verkouden hoofd stuurt ze ook in een richting, denk je.) Verlangen naar andere nachtgesprekken, ook.

Een kort gesprek bij de apotheek. Iets met ogen. En dan moeten kiezen tussen munt, limoen en aardbei. En limoen wel heftig vinden.

Het gesprek doet je een beetje naar adem happen. Het is wonderlijk. De vrouw is nog jonger dan je dochter nu zou zijn, als die er was geweest. Het is rustig en intens. De gedachten gaan heen en weer, netjes, telkens weer. De dingen die ze zegt, de vanzelfsprekende jonge ernst. Je hoort haar dingen zeggen waar jij een half leven voor nodig had. (Het is niet de eerste keer dat je zo’n ervaring hebt, het is een geschenk.) Je ziet jezelf toen jij zo oud was. Wat je toen nog lang niet wist, waar je toen nog lang de woorden niet voor had. Iets over oude zielen. Het ontroert je meer dan je kunt zeggen. Misschien hoort ze het niet, wanneer je dankjewel zegt. Je buigt het hoofd.

Een namiddaggesprek dat zichzelf meteen geruststelt. Het valt meteen in een plooi. Je nog wat ingedeukte hoofd (zo lijkt het een beetje) verliest even een woord. Het valt even uit handen, misschien. Om dan snel weer terug te komen. Een verwarring van namen. Er is een ritme in het gesprek waardoor je je zo oud voelt als je bent, of zoiets.

Een verlegen gesprekje. Je ziet dat naast je aan de tafel in het café een bekende muzikant zit. Hij hoort bij een belangrijk stuk van je jeugd. Je hebt onlangs kaarten gekocht voor het concert dat de groep waar hij deel van is zal spelen in het najaar. Voor hun 40ste verjaardag. Het was bijna 40 jaar geleden toen je hen voor het eerst zag. Je voelt je verlegen. Zou je iets durven gaan zeggen? Zou je hem een hand durven geven? Tot je eigen verbazing doe je het wel. Hij lijkt het wel leuk te vinden. Een klein gesprekje van een klein jongetje.

Een onverwacht gesprek. Een vriend die toevallig in de stad is, en even op bezoek komt. Even verhalen uitwisselen. En een stem laten horen. De stem van die zwarte zangeres die je binnenkort zult zien.

Een verwarrend nachtgesprek.

Een glimlachend gesprekje aan de kassa.

Een gesprek met een vriend in de trein in vertraging.

Je staat op het podium voor het gesprek. Je schuift tussen rollen. Het gesprek in goede banen leiden, en tegelijk mee voeren. Het onderwerp komt dicht bij je huid. Je laat er iets van zien, in de hoop dat de ruimte kleiner zal worden. Het loopt mooi heen en weer. De gedachten komen dicht bij elkaar, nemen hun tijd. Iets over verdriet, en hoe dat ook niet zo erg is. Je denkt aan iemand.

Een mooi gesprek dat op zichzelf gewacht had. Met de zon dichtbij. Je hoort woorden die je heel verlegen maken. Het verwart je, om die woorden over jou te horen, maar ze zijn mooi. Verhalen vertellen over de kinderen. Vertel me een verhaal over je kinderen, over de kinderen. Je vertelt over iemand die je net daarvoor even sprak, om uit te leggen wat je zou willen zeggen. Over waar ze zijn in jouw leven. En je hoort verhalen die je voor je kunt zien. Tot het tijd is om te gaan.

Het wachtgesprek was onderbroken door een ander gesprek. Een man die je erg bewondert. Als je hem ziet, ben je steeds een beetje verwonderd dat hij naar je toe komt en graag met je lijkt te praten. Zoals je elke keer een beetje denkt dat er een vergissing moet zijn. En dat ook probeert af te leren.

Voor je naar de trein gaat, wil je nog even iemand zien. Ze zit buiten. Je wilt even dicht bij haar zijn, voelen of het een beetje goed gaat met haar. Je voelt je klein, maar het is niet zo erg, denk je. Het is goed, hoe het verdriet beweegt. Hoe ook de lente een plek vraagt.

In de trein nog een traag gesprek, langs twee kanten. De man links en de man rechts van je. Je hoorde net mooie woorden van een van hen, over hoe je het deed, daar op dat podium. Je voelt je dankbaar voor wie je mag zijn. Een gedachte die je zelf niet helemaal begrijpt.

Op  weg naar huis gaat het gesprek in je hoofd verder, heel traag. De dingen leggen zich neer, straks.

Geen opmerkingen: