12 januari 2020

De jaren

Ergens midden in de nacht weer wakker schieten. Jaren rekenen.

Je kreeg een vraag: wanneer was dat?

Je had al zitten zoeken in je hoofd, voor je ging slapen. Sommige dingen die je begint, zetten zich later verder, moeten eerst uit je systeem, voor je weer verder kunt.

Het was toch toen? Was het wel echt toen?

Een eindeloze stroom beelden komt op gang. Het was toch toen dat je haar voor het eerst zag, daar in die tuin met al die andere mensen? (Je hebt er nog een foto van, dus het zou moeten kloppen.) En was dat dan ook met die en die?

Je begint terug te tellen, op basis van andere ankerpunten. Dingen daarbuiten in de wereld, die je naast de dingen in je hoofd legt.

Er komen steeds meer beelden. Allerlei gebeurtenissen, jouw geschiedenis met haar, al jullie avonturen, ze komen terug.

(Het is zo raar, als je al zo lang met iemand samen op stap bent, in een soort tocht om een gezamenlijke droom te realiseren, is het of die jaartallen uit je hoofd verdwijnen. Of niet echt verdwijnen, veeleer dat ze ergens in de marge gaan staan. Dat onderweg zijn is ‘altijd’ geworden, een lange stroom, en dan zijn de jaren niet meer zo belangrijk. Het is alsof ze dat zo beslist hebben.)

Je hebt zo stilaan het rijtje van dingen en jaren in je hoofd, maar je lichaam heeft blijkbaar nog niet veel zin om terug in de slaap te schuiven.

(Tussendoor ook nog de beelden van die serie waarvan je net voor de nacht de laatste afleveringen zag.)

Andere verhalen beginnen zich ook aan te dienen. Dingen over de liefde, over vriendschappen. Heel veel beelden, soms dichtbij, soms wazig. Je probeert ze in volgorde te krijgen. Alsof dat moet, voor je weer kunt gaan slapen.

Je ziet foto’s, je ziet momenten, je ziet brieven, je ziet handschriften, je ziet geuren (zo lijkt het toch). Dingen waarvan je toen wou dat ze herinneringen zouden worden, waarvan je toen dacht dat je erg nauwkeurig moest registreren wat er op dat moment gebeurde. Ze zijn er nog.

Je ziet allerlei momenten en beelden die bij de plek horen waar je nu bent.

(Dat raam zonder gordijn blijkt toch ook een rol te spelen. Het licht trekt zich niet helemaal terug. De plek lijkt minder begrensd.)

Je probeert de tijdlijnen naast elkaar te zetten. Er was ook nog die ziekte. Er overheen komt nog een ander tijdgevoel, alsof je pas nu, sommige lijnen ziet in die hele stroom van toen naar nu. Dat verhaal, dat zien, heeft een eigen ritme in je lichaam, los van jezelf en helemaal niet los van jezelf. (Je moet het gewoon observeren, en volgen.)

(Ondertussen denk je dat je toch eigenlijk ook wel graag gewoon zou willen kunnen slapen.)

(Je nachthuid moet gewoon wachten, tot de stroom in je hoofd gaat liggen.)

(Je moet het trouwens morgen, of straks eigenlijk, als je weer wakker bent, na de slaap, nog doorgeven aan die ene die de vraag stelde. Je moet erop vertrouwen dat je dat tegen dan niet zult zijn vergeten.)

Het is alsof de beelden blijven bewegen, blijven komen.

Het is ook wel goed om alles eens netjes naast elkaar te zien, al die lijnen, denk je. (Elk moment van de dag of nacht is goed voor de zelfopvoeding. Al zou gewoon slapen ook een goed plan kunnen zijn.)

Misschien was die vraag wel een goede aanleiding om al die dingen eens te bekijken. Je doolt door het leven. De dingen trekken je naar alle kanten. Nadien zie je beter de mist waar je in zat, en tegelijk ook hoe je veranderde. (Die gedachte is een vermoeden, waarschijnlijk zal een en ander pas duidelijk worden in het daglicht.)

Je adem begint het langzaam weer over te nemen. Je huid zakt langzaam weer in het bed.

Je staat even op. Die trage bewegingen, heen en weer, telkens opnieuw. Je voelt hoe het rondom jou koel begint te worden. Het is tijd, bijna, om weer in de stilte van de nacht te schuiven.

Je wacht nog even, gaat weer liggen. (Er komen nog enkele beelden, maar je legt die naast je neer, en nu blijven ze daar liggen precies.)

(Er was een tijd dat je het wilde weten, hoe het kantelmoment eruit zag, tussen net niet en net wel in slaap. Die tijd ligt achter je. Sommige dingen liggen echt achter je, heb je gezien.)

Je verdwijnt.

(Om aan de andere kant weer terug te keren.)

Geen opmerkingen: