01 juni 2007

Wegvloeien

De voorbije dagen had ik soms, in een onbewaakt moment, zin om de trein te pakken naar de zee. Ik had er gewoon een uurtje of twee willen rondlopen. Een deel van de tijd wilde ik foto’s maken. Veel foto’s. Foto’s over het verschil in de zee. Het licht dat verandert. En de bewegingen van het water. Misschien zelfs de geur.

Het klinkt hebberig, en ik schaam me er een beetje over. Het was een verlangen om veel zee naar hier te halen. Normaal wil ik gewoon naar de zee gaan, om daar te zijn. En nu voelde het alsof ik de zee hier wilde. Ik stelde het me voor hoe ik weer hier zou zijn, en op grote afdrukken van de foto’s naar de zee zou kunnen kijken.

Af en toe was het te druk, voelde ik me gevangen in dingen die moesten gebeuren en waaraan niet te ontsnappen viel. Mijn armen deden pijn, als uit protest. Mijn benen waren ’s nachts onrustig. Maar ik dacht aan de grote foto’s van de zee. Ik zag een grote ruimte voor me, zonder mensen, met alleen maar die foto’s. Misschien wel tientallen foto’s naast elkaar, van dezelfde plek aan het water. Met alleen een beetje tijd ertussen telkens. En gewoon daar naartoe kunnen gaan zou genoeg zijn.

Eigenlijk klopt het niet. Want om aan de rand van het water de zee te kunnen zien, zou je jezelf in zekere zin leeg moeten maken. Pas daarna zou je de foto’s kunnen maken. En na heel lang wachten zouden ze misschien goed genoeg zijn. Voor ‘snel verlangen’ zou er niet veel plaats zijn.

Als ik nu in het echt naar de zee zou gaan, zou het waarschijnlijk pijn doen. De vermoeidheid, het tempo waarin ik mezelf gedwongen heb de voorbije weken, ze zouden tussen mij en de zee staan. Je weet dat het niet kan, en toch zou je het willen soms.

En als het dan geen foto’s van de zee zouden zijn, dan mochten het ook grote woorden zijn, in diezelfde grote zaal. Of beter: kleine woorden, maar in het groot. Geen woorden als: draagvlak, geloofwaardigheid, strategisch, concreet. Wel woorden als: adem, hand, luister, weer, glooiing, zijde, hier, elders, nerf, einder, vergeten, room, herfst, oorlel, erwt, woord. Je zou eindeloos veel woorden kunnen bedenken.

Je zou door die woordengalerij kunnen wandelen. En alleen maar het kijken naar de woorden zou je tot tranen brengen. Sommige woorden kunnen troosten. Gewoon om wat ze zijn. Ze kunnen je als zachte handen die over je rug sluipen omarmen. En wachten. Tot het over gaat.

Misschien is het wel goed dat ik niet naar de zee ga. Nog niet.

Gewoon wachten.

Geen opmerkingen: