30 juni 2007

Lelijk

De categorie lelijke woorden lijkt wel onuitputtelijk. Er zijn van die woorden die als een regelrechte blikseminslag door mijn lijf gaan. Een elektrische weerzinschok veroorzakend. Vol afschuw kan ik daarna alleen nog door gerichte meditatieve oefeningen mijn innerlijke rust hervinden.

Een woord dat absoluut in de top 10 van ergerlijke woorden blijft is natuurlijk de ‘insteek’. Brrrrr. Alleen al het woord hier moeten opschrijven leidt tot een spontane allergieopstoot. De voorbije dagen hoorde ik nog een kersverse eerste minister spreken over de ‘insteek voor de staatshervorming’. Of iets in die orde. Ik heb het maar half opgevangen, wat natuurlijk te wijten is aan het hoger beschreven bliksemeffect.

Er zijn trouwens ook mensen die een insteek-effect op mij hebben, met name als ik ze op de radio hoor. Na jarenlang oefenen ben ik nu in staat de radio binnen een fractie van een milliseconde op een andere zender te zetten als die bewuste mensen op de radio komen. Gelukkig is Klara er nog als je even weg wilt vluchten van Radio 1. Het valt te vrezen dat met de ‘herpositionering’ van Radio 1 het wegvluchtgedrag nog verder moet geperfectioneerd worden. Het feit dat de HH mis op zondag zowat het enige programma is uit het oude zendschema dat overeind blijft zal ongetwijfeld bij grote horden mensen aanleiding geven tot dezelfde olympische discipline. Maar dat alles is natuurlijk een geheel andere discussie.

Insteek dus. Als ik mij dat woord probeer voor te stellen zie ik allerlei rare dingen die uiting geven aan een zeker penetrerend gebeuren naar de bevolking toe. (Als we dan toch bezig zijn, doen we het meteen goed…) In het beste geval, als ik uitzonderlijk mild gestemd ben tegenover de kosmische zinloosheid van de menselijke existentie, denk ik bij insteek misschien nog aan een niet al te lelijke stof waar een wat groot uitgevallen naald op licht sierlijke wijze in en weer uit beweegt. Met de juiste belichting erbij kan dat nog een erg voorzichtig troostend effect hebben, waardoor misschien, in the long run, een aarzelend gevoel van verzoening met ons lot zou kunnen optreden. Maar in het slechtste geval doemen beelden op van lelijke mensen, die al jaren uitgepraat zijn, en die op de meest troosteloze wijze dingen in elkaar steken. Als in een film met lelijke belichting, foute muziek, en ongeïnteresseerde acteurs die waarschijnlijk die dag geen frisse adem hebben, en alleen maar kunnen denken aan hoe snel ze weg kunnen raken uit het absurde universum waarin ze zijn aanbeland. In zware artistieke films met een hoog Bergman-gehalte zou de zinloosheid van het bestaan nog een thema op zich kunnen zijn, dat kan worden overstegen in een vorm die desnoods naar zichzelf verwijst als het enige dat intrinsiek van waarde is in dit tranendal. Maar nee dus, die andere film is alleen het brutale en kille niets. Zo’n woord is insteek dus.

Maar er zijn natuurlijk nog zoveel andere woorden die met stip genoteerd staan om de pole position van insteek over te nemen. Een van de meest gruwelijke woorden in de kop van dat peloton moet ongetwijfeld ‘doorstart’ zijn. Brrrrr. Brrrrr. Men zou venten met een voorkeur voor dit soort managersgewauwel moeten verbannen naar een eeuwige sahara waar er qua poëzie alleen maar plastic opblaaspoppen, de eindeloze herhaling van de vogeltjesdans, bifi-worstjes, en boeken met het verzameld werk van George Dubya Bush zijn. Die straf zou waarschijnlijk nog te zacht zijn.

Ongetwijfeld krijgen die zelfopgeblazen managers almachtsfantasieën of zelfs licht orgasmatische ervaringen als ze het woord doorstart uitspreken. Het geeft waarschijnlijk een gevoel van controle over de werkelijkheid. Het leidt tot beelden waar zij, en zij alleen, via een simpele handbeweging een soort lichtschakelaar om kunnen zetten. Ik denk dan aan van die types die ik altijd in de krant zie staan in de economische bladzijden.

Trouwens – en ook dit geheel terzijde – er is nog een belangwekkend probleem met die bladzijden. In de krant zie ik telkens staan “uitneembaar”. Man, man, man, wat is dat verwarrend voor een simpele mens als ik ben. Stel dat er bij de bladzijden 5-8 staat ‘uitneembaar’, moet je die er dan ook uitnemen? En als je de bladzijden er al vanaf pagina 3 zou uitnemen, wat zou er dan gebeuren?

Foto’s dus in de uitneembare economische bladzijden. Van glimmende mannen. Met streepjespakken. Hoe dikker de streepjes, hoe dikker het ego, denk ik wel eens. En dan altijd zo’n hemd dat volledig vloekt met die das. (Is er dan nooit iemand die dat ziet, denk ik ook wel eens…) En vaak natuurlijk ook foute snorren, of te modieuze brillen. Opzichtige types dus, in grote mate op zichzelf betrokken. Ze krijgen een kick van het managen. Van grote dingen doen bewegen. Het zijn natuurlijk altijd anderen die de zaak werkelijk doen bewegen, maar zij denken dat zij het zelf hebben gedaan. Want ze hebben het toch 'geïnitieerd' of 'gefaciliteerd' of 'geïmplementeerd' of 'gedelegeerd'. En dat geheel in de geest van hun mission statement en in lijn met hun strategische doelstellingen. Ze hebben het resultaat neergezet. (Verdient trouwens ook een aparte behandeling op het gruwelfront: een resultaat neerzetten...) Hun salaris is natuurlijk ook altijd aangepast aan hun eigen competentieprofiel. Vinden zij toch.

Zo’n mannen dus. Het woord doorstart hoort bij zo’n mannen. Roald Dahl zou er nog een mooi horrorverhaal over kunnen maken, als hij nog niet dood was. Doorstart rijmt onder meer op doorligwonde. Het hoort thuis bij het schransen. Mensen die bezig zijn zich dood te eten. Na de zeventiende gang nemen ze even een pauze. Een klein luchtje scheppen. De dingen wat laten zakken. Om zich klaar te maken voor de doorstart. Niet lettend op de misselijk makende dampen die opstijgen. Zo’n woord dus.

Geen opmerkingen: