31 juli 2008

Vergroeid

In de tuin. Wie is hier nu eigenlijk? Als ik hier wegga, of gewoon de deur achter me dichttrek, dan is de tuin er nog altijd. En toch, de tuin zou er niet zijn zoals hij is, zonder wat er hier gebeurde. Of er dan minder of meer tuin zou zijn, is niet te weten. Die haag was er niet, iemand heeft ze geplant, en nu is ze er wel. De planten in de potten, ze hadden er ook niet kunnen zijn. En al wat weelderig groeit, soms met een bocht op weg naar het licht, het zou kunnen ingekort worden, of niet.

Niets doen en kijken. Tussen de spleten van de kasseien zoekt iets van groen een weg. De klimplanten nemen rustig maar zelfverzekerd hun plaats weer in. De bloemen die tot vorig jaar voor het huis stonden, hebben nu een tweede leven achter het huis. Een soort van pensioen. En hun kleur is even hevig. De ene roos heeft zich overgeleverd aan verlies, terwijl de andere het leven naar zich toe trekt.

Misschien zijn er woorden voor de dingen hier. Misschien kan een geoefend oog herkennen wat bij welk woord hoort. Waarschijnlijk zou iemand dat onkruid kunnen noemen, en dat niet. Ik zal het wel nooit helemaal zien. Gelukkig maar.

En dat daar. Dat zou iets als een pad kunnen zijn. Een stukje aarde dat naar een plek gaat tussen muurtjes. Die plek zal dan wel een hok zijn. Je zou er ongestoord naartoe kunnen lopen als daar en daar die groene dingen zouden worden weggesneden. Zou het dan beter zijn? Misschien zou het beter zijn voor mijn rug, maar dat is het wel ongeveer. Is het niet een beetje aanmatigend om op zo’n kleine ruimte nog een pad te willen maken? Wat zo zou kunnen genoemd worden, wordt telkens weer heroverd. Is het dan geen pad meer? En is dat dan erger?

Alles zou netjes schoon gemaakt kunnen worden. En teruggebracht tot een andere, en telkens kleinere dimensie. Zou het goed zijn voor het hoofd? Zou het tot meer rust en vrede leiden? Of enkel tot een plek die meer is wat ik wil?

Gelukkig staat de rug niet toe dat tot grote actie wordt overgegaan. Alles wordt even uitgesteld. Even is er geen plan, geen oordeel, geen gewenste uitkomst, geen staat van nog niet, alleen het groeien.

Ik zou hier kunnen blijven zitten. Langer dan nu. Langer dan verondersteld. Losgemaakt van het komen en gaan, van dag en nacht. Misschien zelfs niet eens wachten. Gewoon zitten. Niet gemist door iemand. Niet beschermd door enig woord. Traag ademend.

Misschien zou het lijken alsof de planten en het gras nog even aarzelend toekijken. Maar dat zou enkel in mijn hoofd zo zijn. Het zou al snel duidelijk worden dat zij mij totaal niet nodig hebben. Misschien dat ze onderling nog hun gevechten zouden uitvoeren. Niet meer beslecht door mijn handen. Maar het groeien zou soeverein zijn, zoals het in wezen nu al is.

Je zou geen bepalend moment kunnen aanduiden. In dat groeien worden geen beslissingen genomen. Het is alleen maar. Worden en zijn hebben zich al lang in elkaar opgelost. Je zou dus niet kunnen weten wanneer er iets kantelde, wanneer er een moment voor en na was, want dat was er niet.

En zo, overgeleverd aan langzame snelheid, zou er een moment kunnen zijn waarop ik helemaal overgroeid zou zijn. Niet echt verdwenen, want dat kan nooit. Niet meer zichtbaar voor wie toekijkt van iets verder dan dichtbij. Veroverd of heroverd? Het is niet te weten, niet te zeggen. Wie me zou willen weghalen zou zich kunnen prikken aan een doorn. Ze zouden me misschien niet meer willen laten gaan.

Nu is het nog nu. Nog niet overgroeid, alleen deel aan. Wat er te zien is, zou kunnen omschreven worden als nog niet verder geordend. Nog niet gemaakt tot uitdrukking van wat mijn hoofd zou willen zien.

Het kan ook gezien worden als enkel maar kleur. Fascinerende nooit vermoeiende kleur. Aan zichzelf genoeg hebbende kleur.

Misschien is enkel dankbaarheid aangewezen.

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.
"Niet gemist door iemand."

Al zoekend passeerde ik onlangs op de radio een 'kwisje'.
Stond ik niet aan de strijk
dan had ik het gemist. Nu niet.

Was het in (ex)Joegoslavië?
Ik weet het niet meer.
Maar het was een multiple choice.

En het juiste antwoord was:
'de dame was 48 jaar geleden gestorven in haar zetel. Niemand had haar gemist'.

Wellicht had de computer braafjes alle rekeningen betaald.
Maar kan dat wel zo lang geleden?

Geen bakker, geen beenhouwer, geen gemeente, geen stad ...
geen mens ...
misschien een hond of een kat?

.