Ten zuiden van de grens, van Haruki Murakami is een erg aangrijpende korte roman over de fatale krachten die leven en liefde beheersen. Het gegeven is eenvoudig, maar de uitwerking ervan geeft het verhaal een sterke lading.
Hoofdpersoon is Hajime. Hij stelt zichzelf voor als iemand afkomstig uit een gewone Japanse familie, geboren in 1951. Hij is enig kind, houdt er niet van daar telkens op aangesproken te worden, maar denkt soms dat hij een beetje is als het cliché over enige kinderen: egoïstisch en zelfingenomen. In de lagere school leert hij het meisje Shimamoto kennen, ook een enig kind, en zij wordt zijn grote jeugdliefde. Ze is volgens de gangbare normen niet de mooiste, maar op hem heeft ze een bijzondere, niet aan te ontsnappen magnetische kracht. Door polio heeft ze een verlamd been.
De twee kinderen hebben een idyllische tijd samen. Ze praten veel, houden elkaars hand vast, en luisteren samen naar platen. Nat King Cole zingt Pretend, met als begin “Pretend you’re happy when you’re blue/ it isn’t hard to do” en ook South of the Border. Ten zuiden van de grens. Later zal Hajime ontdekken dat dat zuiden gewoon Mexico was, maar op dat moment lijkt het een magische plek, waar je naartoe zou kunnen gaan. Door een verhuis van hun ouders worden de twee gescheiden. Maar zij blijft in zijn hart. Het moment van toen blijkt het cruciale moment van hun leven. “Waarschijnlijk voelden we allebei dat ons bestaan onaf was en dat een nieuw te verwerven ‘iets’ zich aandiende om deze onafheid mee te vullen. We stonden voor de deur die toegang gaf tot dat ‘iets’ – gedurende tien seconden, wij tweeën hand in hand onder een vaag flikkerend licht.”
In de middelbare school leert Hajime het meisje Izumi kennen. Langzaam groeien ze naar elkaar toe. Hajime voelt dat zijn lichaam andere verlangens begint te krijgen. Izumi straalt een soort onschuldige puurheid uit waar Hajime respect voor heeft, maar waar hij ook met een zekere afstand tegenover staat. Het is aangenaam, maar zij is niet Shimamoto. En hoewel hij het niet echt lijkt te willen, overkomt het hem dat hij haar bedriegt. Een niet te ontlopen seksuele kracht (de “absorptiekracht”) trekt hem weg van Izumi. De wonde is onherstelbaar. Of het anders had kunnen gaan, weet Hajime niet. “Ik had fouten gemaakt. Maar misschien waren het geen echte fouten. Misschien waren het eerder onvervreemdbare karaktertrekken die ik in me had dan fouten. Dat was een heel sombere gedachte.”
Hajime trekt naar Tokio, studeert er, en komt terecht in een uitgeverij, als redacteur van schoolboeken. Jaren gaan geruisloos en leeg voorbij. Even denkt Hajime nog dat hij Shimamoto ziet. Als hij dertig is trouwt hij met Yukiko. Hij voelt zich meteen tot haar aangetrokken en vraagt haar al snel ten huwelijk. Met de hulp van haar vader, opent hij al snel een jazzclub, en later nog een. Hoewel hij het gevoel heeft dat dit leven hem een beetje overvalt, en dat hij er zelf niet genoeg voor heeft gedaan, lijken de zaken goed te gaan. Hij vermoedt dat hij gelukkig is. Ze hebben het samen goed, en krijgen twee kinderen. En met de zaken gaat het ook goed. Af en toe komt er een scheurtje in zijn bestaan, zoals wanneer hij ineens nieuws hoort over Izumi.
En dan verschijnt Shimamoto opeens weer in zijn leven. En ze haalt alles door elkaar. Over het leven dat ze nu heeft, mag hij niets vragen. Maar over vroeger praat ze wel. Shimamoto verdwijnt soms voor een hele tijd, en komt dan weer terug. Ze vraagt op een bepaald moment Hajime mee voor een heel bijzondere reis. Tijdens die reis worden de kracht van de liefde en de kracht van de dood hevig duidelijk. Even is er een glimp van het andere leven, dat ook erg dicht bij de dood lijkt te liggen.
Het leven gaat verder. Hajime en Shimamoto zien elkaar regelmatig, ze praten, en verder gebeurt er weinig, zo lijkt het toch. Tot ze weer verdwijnt, voor een lange periode.
Als ze weer terugkomt, is het dezelfde plaat van Nat King Cole die tot de noodzakelijke volgende stap van het verhaal zal leiden. Het verhaal van ‘ten zuiden van de grens’ wordt aangevuld met een verhaal over ‘ten westen van de zon’. Dat ten westen van de zon slaat op een ziekte die mensen in Siberië ertoe aanzet alles achter te laten en op stap te gaan naar een plek ten westen van de zon, tot ze dood erbij neervallen. De ontmoeting die er al een heel leven aan zat te komen, komt er.
Het leven dat daarna weer opgenomen moet worden is onherroepelijk veranderd. Of misschien ook niet. Misschien is er enkel opgehelderd wat er daarvoor ook al was, en niet was. Misschien is het beter om te ‘pretend that you’re happy when you’re blue’. Er blijft een pijnlijke leegte achter, die niet was te vermijden. Mensen kwetsen elkaar op fatale wijze. Ze beseffen het niet van elkaar, en zelfs als ze dat doen, was het misschien niet te voorkomen. Hajime beseft nog steeds dat zijn fouten misschien gewoon zijn niet te veranderen karakter waren. Het leven gaat door. Misschien zullen de dingen zich herhalen, misschien niet. “Ik stond op het punt om, met de nieuwe zelf die ik had aangetrokken, mijn eerste schreden te zetten op onbekend terrein.”
Ten zuiden van de grens is een boek dat aan je blijft plakken. Het verhaal wordt op een kale en uitgepuurde manier verteld. Net daardoor wordt de kracht ervan nog vergroot. In al zijn tragiek is het verhaal ook erg teder. Het zegt iets over de verwoestende krachten van liefde en seksualiteit, maar ook over wat zo onmisbaar en onvervangbaar is in de liefde. Mensen lopen een beetje verloren in een leeg universum. Misschien zelfs niet eens met ‘goede bedoelingen’, ze bewegen gewoon. En terwijl ze dat doen raken ze elkaar voor het leven, en kwetsen ze elkaar, ook voor het leven.
Hoofdpersoon is Hajime. Hij stelt zichzelf voor als iemand afkomstig uit een gewone Japanse familie, geboren in 1951. Hij is enig kind, houdt er niet van daar telkens op aangesproken te worden, maar denkt soms dat hij een beetje is als het cliché over enige kinderen: egoïstisch en zelfingenomen. In de lagere school leert hij het meisje Shimamoto kennen, ook een enig kind, en zij wordt zijn grote jeugdliefde. Ze is volgens de gangbare normen niet de mooiste, maar op hem heeft ze een bijzondere, niet aan te ontsnappen magnetische kracht. Door polio heeft ze een verlamd been.
De twee kinderen hebben een idyllische tijd samen. Ze praten veel, houden elkaars hand vast, en luisteren samen naar platen. Nat King Cole zingt Pretend, met als begin “Pretend you’re happy when you’re blue/ it isn’t hard to do” en ook South of the Border. Ten zuiden van de grens. Later zal Hajime ontdekken dat dat zuiden gewoon Mexico was, maar op dat moment lijkt het een magische plek, waar je naartoe zou kunnen gaan. Door een verhuis van hun ouders worden de twee gescheiden. Maar zij blijft in zijn hart. Het moment van toen blijkt het cruciale moment van hun leven. “Waarschijnlijk voelden we allebei dat ons bestaan onaf was en dat een nieuw te verwerven ‘iets’ zich aandiende om deze onafheid mee te vullen. We stonden voor de deur die toegang gaf tot dat ‘iets’ – gedurende tien seconden, wij tweeën hand in hand onder een vaag flikkerend licht.”
In de middelbare school leert Hajime het meisje Izumi kennen. Langzaam groeien ze naar elkaar toe. Hajime voelt dat zijn lichaam andere verlangens begint te krijgen. Izumi straalt een soort onschuldige puurheid uit waar Hajime respect voor heeft, maar waar hij ook met een zekere afstand tegenover staat. Het is aangenaam, maar zij is niet Shimamoto. En hoewel hij het niet echt lijkt te willen, overkomt het hem dat hij haar bedriegt. Een niet te ontlopen seksuele kracht (de “absorptiekracht”) trekt hem weg van Izumi. De wonde is onherstelbaar. Of het anders had kunnen gaan, weet Hajime niet. “Ik had fouten gemaakt. Maar misschien waren het geen echte fouten. Misschien waren het eerder onvervreemdbare karaktertrekken die ik in me had dan fouten. Dat was een heel sombere gedachte.”
Hajime trekt naar Tokio, studeert er, en komt terecht in een uitgeverij, als redacteur van schoolboeken. Jaren gaan geruisloos en leeg voorbij. Even denkt Hajime nog dat hij Shimamoto ziet. Als hij dertig is trouwt hij met Yukiko. Hij voelt zich meteen tot haar aangetrokken en vraagt haar al snel ten huwelijk. Met de hulp van haar vader, opent hij al snel een jazzclub, en later nog een. Hoewel hij het gevoel heeft dat dit leven hem een beetje overvalt, en dat hij er zelf niet genoeg voor heeft gedaan, lijken de zaken goed te gaan. Hij vermoedt dat hij gelukkig is. Ze hebben het samen goed, en krijgen twee kinderen. En met de zaken gaat het ook goed. Af en toe komt er een scheurtje in zijn bestaan, zoals wanneer hij ineens nieuws hoort over Izumi.
En dan verschijnt Shimamoto opeens weer in zijn leven. En ze haalt alles door elkaar. Over het leven dat ze nu heeft, mag hij niets vragen. Maar over vroeger praat ze wel. Shimamoto verdwijnt soms voor een hele tijd, en komt dan weer terug. Ze vraagt op een bepaald moment Hajime mee voor een heel bijzondere reis. Tijdens die reis worden de kracht van de liefde en de kracht van de dood hevig duidelijk. Even is er een glimp van het andere leven, dat ook erg dicht bij de dood lijkt te liggen.
Het leven gaat verder. Hajime en Shimamoto zien elkaar regelmatig, ze praten, en verder gebeurt er weinig, zo lijkt het toch. Tot ze weer verdwijnt, voor een lange periode.
Als ze weer terugkomt, is het dezelfde plaat van Nat King Cole die tot de noodzakelijke volgende stap van het verhaal zal leiden. Het verhaal van ‘ten zuiden van de grens’ wordt aangevuld met een verhaal over ‘ten westen van de zon’. Dat ten westen van de zon slaat op een ziekte die mensen in Siberië ertoe aanzet alles achter te laten en op stap te gaan naar een plek ten westen van de zon, tot ze dood erbij neervallen. De ontmoeting die er al een heel leven aan zat te komen, komt er.
Het leven dat daarna weer opgenomen moet worden is onherroepelijk veranderd. Of misschien ook niet. Misschien is er enkel opgehelderd wat er daarvoor ook al was, en niet was. Misschien is het beter om te ‘pretend that you’re happy when you’re blue’. Er blijft een pijnlijke leegte achter, die niet was te vermijden. Mensen kwetsen elkaar op fatale wijze. Ze beseffen het niet van elkaar, en zelfs als ze dat doen, was het misschien niet te voorkomen. Hajime beseft nog steeds dat zijn fouten misschien gewoon zijn niet te veranderen karakter waren. Het leven gaat door. Misschien zullen de dingen zich herhalen, misschien niet. “Ik stond op het punt om, met de nieuwe zelf die ik had aangetrokken, mijn eerste schreden te zetten op onbekend terrein.”
Ten zuiden van de grens is een boek dat aan je blijft plakken. Het verhaal wordt op een kale en uitgepuurde manier verteld. Net daardoor wordt de kracht ervan nog vergroot. In al zijn tragiek is het verhaal ook erg teder. Het zegt iets over de verwoestende krachten van liefde en seksualiteit, maar ook over wat zo onmisbaar en onvervangbaar is in de liefde. Mensen lopen een beetje verloren in een leeg universum. Misschien zelfs niet eens met ‘goede bedoelingen’, ze bewegen gewoon. En terwijl ze dat doen raken ze elkaar voor het leven, en kwetsen ze elkaar, ook voor het leven.
1 opmerking:
Ik ben nu bij hoofdstuk twee aanbeland.
Heb dus alleen het eerste stukje van je log gelezen,lees later de rest;-)
mooi beschreven!
Een reactie posten