13 juni 2009

Gelukkig maar

Ik word er altijd een beetje zenuwachtig van, in de boekenwinkel boeken zien liggen over het geluk. Vooral als ze titels hebben als: gelukkig zijn kun je leren. Zo’n boek blijkt dan gebaseerd te zijn op uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar het menselijk geluk. En, het suggereert dat je het dus ook kunt worden, als je maar alle regeltjes die op dat onderzoek zijn gebaseerd zou opvolgen. Meer zelfs, als je enkele stapels van dergelijke boeken gezien hebt, weet je ondertussen zeker dat niet gelukkig zijn gewoonweg je eigen onwil is…

Niet dat ik iets tegen geluk zou hebben, integendeel. En nog minder tegen het idee dat zoveel mogelijk mensen gelukkig zouden zijn. En ook niet tegen nadenken of praten over geluk. Maar misschien wel tegen het ‘product’ geluk.

Het wordt je langs alle mogelijke kanalen ingepompt: je moet de hele tijd gelukkig zijn, en aangezien je – als je maar de juiste knoppen omzet – ook de hele tijd gelukkig kunt zijn, is het bijna een menselijk falen als je van die mogelijkheid geen gebruik maakt. Er lijkt veel angst te schuilen in al die oproepen. Ze lijken soms zelf een deel te zijn geworden van een overgestresseerde consumptiemaatschappij die mensen voortdurend oproept tot permanente en per definitie niet bevredigbare verlangens. De zo gecreëerde nooit eindigende onrust maakt mensen blijkbaar niet al te gelukkig. Het hoge aantal depressies en zelfdodingen in onze ‘rijke’ maatschappij is een teken aan de wand. En in internationale lijstjes met een geluksindex scoren landen die men vaak als ‘arm’ beschouwt soms veel beter.

Het is soms bijna panisch, bijna een gebod: gij zult gelukkig zijn. Een mens is geen falend of zoekend of maar wat aanmodderend wezen, nee, een mens is een reeks competenties, die al dan niet kunnen ingezet worden. Zo’n mens concurreert niet alleen met anderen, maar vooral ook met zichzelf op de eigen markt. En zodra ook het geluk in dit soort mechanistische visie komt, wordt het een ‘opportuniteit’. Wie niet gelukkig is, haalt niet alles uit zichzelf, zet niet al haar of zijn capaciteiten in.

Het is fascinerend hoe die voortdurende wees-gelukkig-bombardementen van het geluk zelf bijna een taboe maken. We hebben natuurlijk allemaal onze standaardfrases klaarstaan, om te bewijzen dat we permanent ‘goed bezig zijn’, maar de vraag naar het geluk, dat is wat anders. Aan iemand gewoon vragen of zij of hij eigenlijk wel gelukkig is, het is bijna een taboe. En proberen heel eerlijk op die vraag te antwoorden, dat is al helemaal moeilijk. Nochtans is die vraag, als er voorzichtig en zoekend over wordt gepraat, vaak veel aangrijpender en interessanter dan zoveel boeken over het ‘bereikbare’ geluk.

Misschien is het veel mooier als je kunt zeggen dat je af en toe niet gelukkig bent. En misschien is het beter daar gewoon naar te luisteren en vooral niet te vervallen in allerlei aanbevelingen of ‘tips’ die je uit die doe-het-zelfboeken kunt halen. Niet omdat die niet zinvol zouden zijn, maar wel omdat dat je meer ademruimte zou kunnen geven. Af en toe gewoon verdrietig of melancholisch kunnen zijn, en voelen hoe dat ook weer even gewoon over kan gaan, dat geeft misschien wel veel meer vrijheid. Als je met een gerust hart af en toe ongelukkig mag zijn, wordt het ook veel gemakkelijker om op andere momenten intens gelukkig te zijn.

Het idee van een voortdurend geluk lijkt me eigenlijk behoorlijk benauwend. Misschien is het wel beter vrede en rust te vinden in de getijden van je gemoed. Zonder angst voor het verdriet, wanneer het op je weg komt. En zonder angst voor het intense geluk dat je even plots kan overvallen, als je maar aandachtig bent voor alles wat zich voordoet.

Misschien zouden er in een boek over geluk geen tips mogen staan. Misschien zou er in zo’n boek veel moeten gesproken worden over verdriet. Misschien zou er vooral geaarzeld en getwijfeld moeten worden. Misschien zijn de omwegen belangrijker dan de snelste routes. En misschien moeten we leren om niet gelukkig te zijn zonder ongelukkig te zijn, om gelukkiger te worden. Misschien moeten we leren heel spaarzaam om te gaan met het woord geluk om het zo beter te kunnen koesteren.

4 opmerkingen:

Tricky zei

Heel mooi stukje weer, herkenbaar ook, ik ben het er helemaal mee eens... In mijn werk met mensen heb ik het trouwens vaak over 'de getijden van het gemoed', want idd, heel wat mensen worden ongelukkig omdat ze niet voortdurend gelukkig zijn maar wel denken dat ze dat moeten zijn... tijd en ruimte maken voor het 'eb' is minstens even belangrijk dan streven naar dat geluk, zoniet veel belangrijker!

TIENERZWANGERSCHAP ONDERZOCHT zei

Mooi, Jan. Dank je.
Marjolijn De Wilde

Roland zei

Mooi geschreven en volledig mee eens.

Heidi zei

Vandaag in de auto, vertelde Soetkin (dochtertje van 8) dat ze zou willen wensen dat iedereen gelukkig was. Er zou geen ruzie meer zijn, geen kanker: en dan zou tante Mieke wel nog leven. Mensen zouden geen ongelukken meer krijgen, en iedereen zou blij zijn...
Zo onschuldig mooi, maar ook zo pijnlijk realistisch: ons kleine meisje die plots de waarde van geluk beseft....
Misschien zoeken wij het geluk in veel te grote, opvallende dingen...