In de weekendkrant een interview met vier vrouwen van over de veertig. Over hoe ze zichzelf zien, hoe ze in hun lichaam gegroeid zijn, hoe ze ouder worden. Mooie zinnen, ook over de zinnen. Over het rijpe lichaam. En over schoonheid, en hoe die kan veranderen.
“Ik was vroeger waarschijnlijk knapper, nu ben ik vollediger. Ik geloof dat met het ouder worden het innerlijk van een persoon mee zichtbaar wordt. Holle mensen worden lelijk oud. Als je persoonlijkheid hebt, krijg je vaak een meer karaktervol uiterlijk en dat is zeer aantrekkelijk.”
Het blijft door mijn hoofd gaan. Het is wel waar, denk ik. Soms zie je mensen, nog redelijk jong, en je ziet al hoe ze oud zullen worden. Het kan zijn dat je heel wat ellende op je weg krijgt, en dat dat je ook letterlijk tekent. Maar soms zie je mensen die zonder zware beproevingen, en nog jong, op een bepaalde manier ‘leeg’ lijken. Het is alsof ze al gestopt zijn, en verder gewoon nog wachten. Er lijkt geen fantasie of verwondering meer in hun ogen. Soms onderdrukte angst. En als je hen dan terugziet, jaren later, dan heeft zich voltrokken wat al aangekondigd werd. Iets is vervluchtigd. En het kan je zo droef maken om het te zien.
Er is ook schoonheid die kan groeien. Met de jaren. Misschien zoekt het lichaam andere plooien, andere lijnen. De ogen gaan anders in het landschap staan. Alles lijkt zijn plek te hebben gevonden. De verhalen zijn mee verweven met de lijnen. Ze hebben zich genesteld. De bewegingen hebben hun ritme gevonden. Sierlijk en zelfbewust, ook al hapert er hier en daar iets. Een deel van het gevecht is gevoerd. En wat er overblijft, is een ander soort vrede.
Soms lijkt het alsof het eerste deel van je leven je lichaam groeit. Daarna is het alsof je zelf in je lichaam groeit. Het is heel dubbel. Het kan zijn dat je lichaam niet doet wat je zou willen, dat het zijn eigen weg lijkt te zoeken. Je kijkt ernaar, en ziet hoe de tijd aan het werk is. Soms lijkt het alsof er altijd wel ergens pijn is. En toch kom je tegelijk meer thuis. Het wordt bekend terrein, ook al kan er nog zoveel onontdekt blijven.
Niets gaat onopgemerkt voorbij. Cynisme en bitterheid laten hun tekenen na. Ze kunnen een gezicht grijs maken. En ongastvrij. Je zou er niet in willen wonen. Je ziet hoe de tijd voorbij gaat, verloren gaat.
Soms kan er te veel verdriet geweest zijn. Je ziet de sporen nog. Maar misschien is er ook de gewonnen vrede. Het nieuwe evenwicht. De ogen die weer glinsteren en verlangen. In een getekend, maar rijk gelaat. Je kunt blijven kijken.
Soms gaat het fout onderweg. Je ziet hoe het uitdooft. Terwijl je erbij stond.
En soms is er geen verlies. Je kijkt naar die ander, ondertussen ouder geworden, en ziet nog exact wat het was dat je zoveel jaar geleden aantrok. Je weet waarom je toen wilde blijven kijken. En je weet waarom je nu nog steeds kijkt. Er zijn woorden bijgekomen, of herinnerde beelden. Alles is daar ergens opgespaard. Maar in dat alles is er iets niet veranderd. Er is zelfs bijgekomen.
Soms zie je mensen aan wie je zou willen zeggen dat de schoonheid zo dichtbij is. Dat ze ligt te wachten. Klaar om aangeraakt te worden.
Soms zie je angst voor schoonheid. Mensen die vluchten in een beeld dat niet bij hun tijd past. Vluchten van zichzelf. Vluchten van de schoonheid.
En soms zie je een mooie geest. Met lenige of dwarse of milde of zoekende of liefdevolle gedachten. En je ziet hoe die het lichaam tooien en onthullen. Je ziet de bewegingen van de handen die bij die gedachten horen. Je ziet hoe de rimpels onontbeerlijk zijn om dit feest van wellustige woorden te begeleiden. Een te strakke huid zou niet werken, zou te weinig ruimte laten voor die hun weg zoekende woorden.
“Ik was vroeger waarschijnlijk knapper, nu ben ik vollediger. Ik geloof dat met het ouder worden het innerlijk van een persoon mee zichtbaar wordt. Holle mensen worden lelijk oud. Als je persoonlijkheid hebt, krijg je vaak een meer karaktervol uiterlijk en dat is zeer aantrekkelijk.”
Het blijft door mijn hoofd gaan. Het is wel waar, denk ik. Soms zie je mensen, nog redelijk jong, en je ziet al hoe ze oud zullen worden. Het kan zijn dat je heel wat ellende op je weg krijgt, en dat dat je ook letterlijk tekent. Maar soms zie je mensen die zonder zware beproevingen, en nog jong, op een bepaalde manier ‘leeg’ lijken. Het is alsof ze al gestopt zijn, en verder gewoon nog wachten. Er lijkt geen fantasie of verwondering meer in hun ogen. Soms onderdrukte angst. En als je hen dan terugziet, jaren later, dan heeft zich voltrokken wat al aangekondigd werd. Iets is vervluchtigd. En het kan je zo droef maken om het te zien.
Er is ook schoonheid die kan groeien. Met de jaren. Misschien zoekt het lichaam andere plooien, andere lijnen. De ogen gaan anders in het landschap staan. Alles lijkt zijn plek te hebben gevonden. De verhalen zijn mee verweven met de lijnen. Ze hebben zich genesteld. De bewegingen hebben hun ritme gevonden. Sierlijk en zelfbewust, ook al hapert er hier en daar iets. Een deel van het gevecht is gevoerd. En wat er overblijft, is een ander soort vrede.
Soms lijkt het alsof het eerste deel van je leven je lichaam groeit. Daarna is het alsof je zelf in je lichaam groeit. Het is heel dubbel. Het kan zijn dat je lichaam niet doet wat je zou willen, dat het zijn eigen weg lijkt te zoeken. Je kijkt ernaar, en ziet hoe de tijd aan het werk is. Soms lijkt het alsof er altijd wel ergens pijn is. En toch kom je tegelijk meer thuis. Het wordt bekend terrein, ook al kan er nog zoveel onontdekt blijven.
Niets gaat onopgemerkt voorbij. Cynisme en bitterheid laten hun tekenen na. Ze kunnen een gezicht grijs maken. En ongastvrij. Je zou er niet in willen wonen. Je ziet hoe de tijd voorbij gaat, verloren gaat.
Soms kan er te veel verdriet geweest zijn. Je ziet de sporen nog. Maar misschien is er ook de gewonnen vrede. Het nieuwe evenwicht. De ogen die weer glinsteren en verlangen. In een getekend, maar rijk gelaat. Je kunt blijven kijken.
Soms gaat het fout onderweg. Je ziet hoe het uitdooft. Terwijl je erbij stond.
En soms is er geen verlies. Je kijkt naar die ander, ondertussen ouder geworden, en ziet nog exact wat het was dat je zoveel jaar geleden aantrok. Je weet waarom je toen wilde blijven kijken. En je weet waarom je nu nog steeds kijkt. Er zijn woorden bijgekomen, of herinnerde beelden. Alles is daar ergens opgespaard. Maar in dat alles is er iets niet veranderd. Er is zelfs bijgekomen.
Soms zie je mensen aan wie je zou willen zeggen dat de schoonheid zo dichtbij is. Dat ze ligt te wachten. Klaar om aangeraakt te worden.
Soms zie je angst voor schoonheid. Mensen die vluchten in een beeld dat niet bij hun tijd past. Vluchten van zichzelf. Vluchten van de schoonheid.
En soms zie je een mooie geest. Met lenige of dwarse of milde of zoekende of liefdevolle gedachten. En je ziet hoe die het lichaam tooien en onthullen. Je ziet de bewegingen van de handen die bij die gedachten horen. Je ziet hoe de rimpels onontbeerlijk zijn om dit feest van wellustige woorden te begeleiden. Een te strakke huid zou niet werken, zou te weinig ruimte laten voor die hun weg zoekende woorden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten