11 oktober 2012

Gehavend lichaam


Als je die avond thuiskomt, val je in een aangrijpende documentaire op de televisie.

Een verhaal over een Amerikaanse fotograaf die een reeks foto’s maakt van vrouwen met of na borstkanker (the Scar Project). In de film zie je hen op verschillende momenten. Na de operatie, en later, als er al een borstreconstructie is uitgevoerd, of als de kanker is teruggekomen. De fotograaf, die normaal werkt als modefotograaf, maakt grote foto’s van de vrouwen. Met hun lichaam zoals het is. Gehavend. Met grote littekens. Met lege plekken. Met reconstructies.

Geen hoerasfeertje. Geen pink ribbons. Maar ook geen stilzwijgen. Geen verdoezeling.

Wat zijn de vrouwen indrukwekkend in de film. Hoe ze vertellen over hoe de ziekte toesloeg. Wat het met hen deed. Hoe ze naar die fotosessie gaan. Hoe ze daar staan, ergens tussen eindeloze breekbaarheid en aarzelende trots. En hoe ze veranderd zijn tussen de eerste en de tweede foto. Soms ten goede, soms niet.

Je kunt blijven kijken naar die foto’s. Misschien is de schroom die je voelt er vooral door de ogen. Die ogen. Ze hebben iets gezien.

In de film zie je de hoop en de wanhoop. Je ziet wat de foto’s doen met hen. Hoe die foto als een mijlpaal is op hun weg. Hoe ze elkaars lichamen bekijken, en kunnen zeggen: zij is al zo ver, nu weet ik dat ik ook daar zal komen. Maar ook het verhaal van een grote liefde. Twee mensen die voor elkaar gemaakt lijken. Je ziet hoe ze innig van elkaar houden. De ziekte slaat toe. Ze gaat met overtuiging naar de fotosessie. Een jaar later is het niet beter. De kanker is terug, uitgezaaid. Geen uitzicht op beterschap. Een doodlopende straat. Je ziet haar op de foto’s op de site terug. Zittend op de schoot van haar man. En een keer alleen bij het raam. Alles is in die ogen.

Ze zijn moedig. Het vraagt veel om daar zo te staan, voor de lens. Soms zie je een voorzichtige traan. Soms is het even te veel. Soms kijken ze recht in de lens, krachtig. Zie mij hier, ik sta hier, dit ben ik, te nemen of te laten.

Er is angst. Voor verlies van wat een vrouw tot een vrouw maakt, verlies van hunker in het eigen lichaam, verlies van vertrouwdheid in de spiegel, mogelijk verlies van die ander die bij je is. Je ziet het zwijgen van die ene man. Je ziet de rots in die andere man, een rots met lichte angst in de ogen.

Hoe ontroerend de beelden als de foto’s klaar zijn om tentoongesteld te worden. De vrouwen stormen de zaal binnen, gaan recht naar hun foto, en blijven kijken.

De beelden maken je stil. Ze brengen ook enkele herinneringen terug, ook al wil je dat niet. Over het ‘andere’ lichaam. Dat was het lichaam daar, waar ze in gingen snijden, waar ze het vergif in lieten druppelen, waar de darmpjes met allerlei vloeistoffen in en uit gingen. Dat andere lichaam werd bekeken, door dokters in trosjes van vier. Betast, en omgezet in cijfertjes of woorden op dat blad. Het werd tussendoor met grote zachtheid verzorgd door geduldige verpleegsters. Het bleef daar, maar het kon misschien terugkomen. Het was niet het lichaam dat, in de normale wereld, door iemand aangeraakt zou kunnen worden. Die twee lichamen moesten elkaar terug vinden, moesten weer in elkaar schuiven. De littekens zijn er nog, maar ze verdwijnen langzaam in het landschap van terug dat ene lichaam.

Maar dat alles lijkt zo klein, zo futiel bijna, als je die vrouwen ziet. Of mag je dat niet denken? Je weet het nooit. Misschien heb je nooit de moed gehad, of nodig gehad die je bij hen ziet.

Er gaat soms een rauwe tederheid uit van de beelden. Soms een aarzelende en kwetsbare sensualiteit. Soms een nog niet weten. Soms een er al een beetje zijn.

Na de film is het alsof je, naast een verdriet, ook een soort dankbaarheid ervaart. Iets waarvoor je je hoofd zou willen buigen.

Geen opmerkingen: