21 oktober 2012

Hoe doe je dat

Hoe doe je dat? Al die belangrijke kwesties. Zoals.

Tijdens de quiz de naam van de uitvoerder zoeken. Je kent het nummer. Je weet dat je al enkele keren de naam van die groep hebt gezocht. Je weet dat je het zou kunnen weten, denk je. (Soms weet je dat een bepaalde naam niet meer zal komen, soms weet je dat die wel zou kunnen komen.) Het antwoordblad moet afgegeven worden. In je hoofd zie je al dat die naam uit drie woorden bestaat. Ze doemen uit een mist op. Je weet al het derde woord. Overdrive. Het derde woord is overdrive. En het eigenlijk toch een heel klein beetje erg vinden dat je het niet wist. Andermaal een al te laag zen-gehalte. Moet beter kunnen, hoewel dat woord moet natuurlijk een nog lager zen-gehalte heeft. Terwijl erop geattendeerd worden dat je toch goed je best moet doen. Hoe doe je dat?

In de trein zitten, voor de lange rit terug. Je kunt toch een zitplaats bemachtigen. (Wat zijn er toch veel handtassen die een eigen zitplaats nodig hebben…) Je doet je best om een goede houding te zoeken, die de mevrouw in de stoel naast je niet zal hinderen. Met je arm leunen op die steun tussen jullie in. Zij zit volop op haar schermpje bezig, haar arm raakt tussentijds de hele tijd de jouwe aan. Hoe doe je dat? Mag je dat fijn vinden? De kleine rillingen telkens, ergens in je wervels.

Omgaan met het besef. Vrede sluiten met de eilanden in jezelf, en beseffen dat je nooit een vasteland zult worden. De patronen zien, nog beter zien wat jouw aandeel was in de dingen die niet goed gingen. Ook zien wat je geleerd hebt. Alles zonder oordeel of illusies bekijken, nog niet weglopen van het beeld. En daarna weer gewoon verder gaan. Hoe doe je dat?

Verschillende loopjes uitproberen. Zien hoe je anders kunt bewegen. Hoe je een andere balans in je lichaam kunt krijgen. Je afvragen of die al dan niet anders zouden kunnen waargenomen worden door anderen. En of je daar dan rekening mee zou moeten houden.

Erop gewezen worden dat je af en toe blijkbaar met een zekere mate van ernstigheid naar de dingen kijkt. Ook wanneer dat in je hoofd niet zo voelt. Horen dat wat dus binnen in jou, op dat moment, als neutraal aanvoelt buiten als bijna kwaad kan overkomen. Je afvragen of dat toch niet een beetje anders zou moeten.

Les staan te geven en merken dat de studenten wel luisteren, maar niet durven antwoorden op je vragen. Ook nauwelijks durven lachen. In het kader van de saaiheidpreventie had je nochtans enkele grappige foto’s in de presentatie gestoken. Waar blijkbaar alleen de twee aanwezige docenten mee lachen. Vermoeden dat het misschien zou kunnen liggen aan de zekere mate van ernstigheid die je zou kunnen uitstralen (tussen de grapjes door). Of aan de lichtweerkaatsing op je kale kop. Terwijl je verder praat even alle opties overlopen, in het kader van het multitasken. Een van de opties zou kunnen zijn dat ze ook bij alle andere docenten zo zijn. Die optie als laatste mogelijkheid overwegen. En toch niet denken dat het alleen maar aan jou kan liggen, hoe doe je dat?

Je afvragen of je niet nog een extra saaiheidpreventiescreening moet doen op die presentatie die je volgende week moet geven.

Beseffen hoe de mooi de herfst al is, als je de wonderlijke kleuren ziet van de bladeren die op de weg liggen. Beseffen hoe lang het al geleden is dat je nog eens in het bos was. Merken dat je iets gemist lijkt te hebben. En het willen goedmaken, op een of andere manier.

Heel graag naar die ene film willen gaan kijken. Maar helemaal niet graag in die bioscoop naar die film willen gaan kijken. Overwegen je erbij neer te leggen dat je de film pas binnen x tijd zult zien. Dat toch ook een klein beetje onnozel vinden. De intense interne dialoog over deze kwestie in je hoofd observeren. Denken dat je in het kader van de zelfopvoeding toch een of andere beslissing zou moeten nemen, voor het probleem zichzelf heeft opgelost door het verdwijnen van de film uit de zaal. Hoe doe je dat?

Geen opmerkingen: