19 januari 2013

When that trumpet sounds

Hoe je je soms terug wilt kunnen trekken. Tot waar een gesprek enkel aftast, enkel zoekt. Waar je niemand moet zijn. Waar je alleen mag twijfelen. Hoe klein de woorden dan kunnen zijn. Hoe anders je dan weer buiten komt.

Het doet iets met je lichaam. Het is alsof je anders huist. Misschien wel minder wankelt.

Oh where, oh where will I be | Oh where, when that trumpet sounds

Als er al iets zou zijn dat lijkt op een waarheid over jezelf, hoe dicht zou je er dan bij kunnen komen? Wat doe je met het weten? Wat doe je met het bepaald zijn?

Een vorm van terugtrekken. Als je aan die lijn iets meer vooraan staat, is het alsof je jezelf toch een klein beetje moet oprichten. Alsof je jezelf in je huid naar voor moet duwen. Terwijl je achteraan in jezelf meer doorwaadbaar bent. De wind zou er door kunnen. En het zou niet geven. Het zou goed zijn.

Illusieloos kijken. Naar de tijd in je handen. Wat ervan geworden is. Wat ze hebben gezien. Naar je littekens. Daar in de spiegel. Hoe onuitwisbaar ze zijn, en tegelijk zo vergroeid met je landschap. Naar wat niet op je weg ligt. En de rust die je daarin zou moeten vinden.

Het doet ook iets met je stem. Heb je gemerkt.

Soms zou je langer daar willen zijn, daar waar je kunt komen. Alsof je niet weer op weg moet, zoals al die andere keren daarvoor, zoals altijd.

Hoe dicht zou je de woorden kunnen naderen?

En die plekken van het landschap waar je nooit komt. En de omtrekkende bewegingen.

En de aardlagen onder een trage huid.

Er is een leegte te winnen, een eenzaam verlangen, een besef van ontkleding. En het licht dat voorzichtiger wordt.

Die dingen die je maar heel even voor je ziet, ineens. Waardoor je weet dat ze er zijn.

Je buigt deemoedig het hoofd. Je denkt aan woorden. Je denkt aan iets dat je eindelijk zou moeten zeggen aan iemand. Je denkt aan je adem. En het is alsof je anders loopt, alsof de grond je anders draagt. Heel even.

Op weg naar huis. Zou het er nog zijn?

Je zult het pas weten als je er bent. Of zoiets.

En dat de dingen daarna altijd wel weer in hun oude plooi gaan liggen. En dat je weer opnieuw moet beginnen. En dat je je weer klaar moet maken om naar buiten te gaan. En dat je nog niet weet hoe koud het daarbuiten zal zijn. En dat je weer opnieuw te weten moet komen, wie je nu eigenlijk was. En dat dat niet zo erg is, als je er niet op let.

Geen opmerkingen: