31 januari 2013

Schaamte

Een filmpje over een voordracht. Het is allemaal net een tikkeltje te Amerikaans voor jou, maar je blijft wel kijken. Omwille van dat woord in de titel.

Over kwetsbaarheid. Daarover begint ze. Ze had daar eerder al zo’n voordracht over gegeven. Het lijkt allemaal nogal vanzelfsprekend. Wat de kracht is van je kwetsbaar opstellen. De moed die erin zit.

Merkwaardig eigenlijk dat kwetsbaarheid opvallend is. Niet merkwaardig natuurlijk in een wereld waarin je altijd ‘sterk’ moet zijn, opgewekt, productief en vooral ook ‘positief’, en liefst altijd. Alles moet je zelf weten, alle keuzes moet je kunnen maken. En bij dat alles moet je natuurlijk aan jezelf denken, aan de weg die voor jou is weggelegd. En natuurlijk ga je recht op al je doelen af.

Een beetje vermoeiend allemaal. Dat je maar wat aanrommelt, dat je permanent faalt, dat je meer een hoopje wringende brokstukken bent dan een glanzend geheel, misschien is het een moeilijk inzicht, maar het brengt wel een zekere rust in de onrust. En kwetsbaarheid is dan misschien wel de beste plek om te zijn. Misschien is het wel meer droevig dan merkwaardig, dat dat idee nog moet bevochten worden.

Maar goed, ze gaat verder in haar verhaal. Ze heeft het over schuld en schaamte. Om op de plek van de kwetsbaarheid te kunnen komen, moet je durven luisteren naar je schaamte. En volgens haar is er een groot verschil tussen schuld en schaamte. Schuld heeft te maken met iets wat je doet. Schaamte gaat over wie of wat je bent.

Die zinnen blijven wel hangen in je hoofd. Wat zou je doen met dat woord schaamte? Zou je zelf de vragen kunnen beantwoorden die je daarover aan jezelf zou kunnen stellen?

Waarschijnlijk zou je je schamen voor sommige antwoorden. Wat natuurlijk een beetje gemakkelijk is. Maar toch.

Je in je hoofd het terrein van de schaamte in jezelf proberen voor te stellen is niet zo heel gemakkelijk. Misschien kijk je er niet zo vaak naar, en wil je soms liever niet weten hoe groot het is.

Hoe zou het bij jou zitten? Zou je je schamen over hoe je eruit ziet, om met een klassieker te beginnen? Toch niet, denk je. Of heb je daar ergens stiekem een soort ‘ik ben toch gewoon lelijk, maar ik heb er helemaal geen complexen over, dus kan het me niet schelen’-excuus voor in de aanbieding staan? Dan zou je een beetje van jezelf weglopen, misschien wel uit schaamte.

En toch. Over dat lichaam schaam je je niet, denk je. (Wat vooral dan weer niet wil zeggen dat je er trots op bent.) Waar begint de schaamte dan wel? Misschien net iets verder, net voorbij de deur. Misschien schaam je je over de herinnering van dat lichaam, over hoe de tijd erin gestold is, over hoe het tussen jou en een ander kan komen.

Iets in die aard. In je hoofd raast het alle kanten uit. Maar die schaamte in de handen van woorden leggen, dat zie je niet zo zitten. Het zou misschien te echt worden. Je laat het maar even verder razen. En in je hoofd loop je verder over dat, toch wel uitgestrekte, terrein.

Je kunt je ook schamen voor je schaamte, trouwens. Besef je. Wat nogal ingewikkeld is. Zo zou je je kunnen schamen omdat je soms het kind in jezelf herkent, en de oerverlangens die daarbij horen. Het zou kunnen dat je bij zowat iedereen ziet dat zij op een of andere manier in hun doen en laten mee worden gestuurd door een zelfde kind. Maar dat besef kan je nog meer doen verstrikken in een schaamteschaamte. Of zoiets.

Misschien is het wel waar, dat je zou moeten leren wat meer naar die schaamte te luisteren om rustig kwetsbaar te zijn. Rustig in jezelf, niet nemend of vragend of vluchtend.

Al blijft het een moeilijk woord. Je moet het nog even laten bezinken. Misschien komt wat je ziet ooit nog wel eens dichter bij de woorden. Al weet je dat niet zeker.

Geen opmerkingen: