Even een eiland zoeken tussen alle gedoe. Soms zijn er dagen dat je zoveel te veel te doen hebt dat je alleen de dingen kunt laten gebeuren. Het ene na het andere. In de hoop dat er ergens aan het einde van de virtuele stapels in je te-doen-lijstje een gevoel van ‘klaar’ zal komen. Zelfs voluit verlangen naar een moment waarop je het stil kunt maken in je hoofd, om in de leegte op de woorden te wachten, past blijkbaar niet in het ritme van je lichaam.
Enkele dagen geleden kreeg ik een bericht van een dierbare vriendin. Ze verwees me naar een interview dat ze had afgenomen van twee vrouwen met borstkanker die ook een eigen blog hebben. Enkele jaren geleden interviewde ze mij ook over mijn kankerverhaal. Ik herinner me dat gesprek nog goed, en was blij toen ik het stuk ook gedrukt zag.
De voorbije dagen voelde ik dat ik even tijd wilde hebben, niet alleen om haar rustig te antwoorden, maar ook om even te gaan kijken op de blogs van de vrouwen die ze interviewde. Verhalen in het algemeen, maar misschien zeker ook verhalen over kanker, verdienen minstens een klein eilandje in mijn hoofd. Het is een plek waarvan ik nooit afscheid wil nemen.
Ik zie dat de interviews gepubliceerd zijn in het tijdschrift dat ik steeds zie liggen als ik naar de kliniek ga voor een controle. Vertrouwd dus. Het hoort bij daar zijn, daar wachten en rondkijken. Het hoort bij volgende week, want dan ga ik weer.
De voorbije dagen was er veel te doen in het nieuws over borstkanker. Ik ben blij dat er zoveel aandacht voor is. Ik voel hoe ik wil dat alle vrouwen in mijn omgeving ‘veilig’ zijn. Misschien kijk ik anders naar hen, zo af en toe, maar dat geeft niet. Anders zou er alleen maar onrust zijn. En dat zouden zij ook wel merken waarschijnlijk.
Ik lees de verhalen op de blogs van de vrouwen in het interview. En het ontroert me allemaal diep. Chemo, bestraling, stoma, al die dingen liggen ondertussen al lang achter mij. Soms is het gewoon iets dat toen ooit gebeurd is. Soms is het er veel meer. Je kunt je er nooit helemaal tegen wapenen. En het geeft ook niet. Soms ben ik bang dat het te ver zou weggaan.
Regelmatig kom ik nog mensen tegen die me lang en diep aankijken, en dan zeggen: “Je ziet er echt goed uit nu. Is het nu allemaal in orde?” Heel soms moet ik even nadenken waar ze het over hebben, dan ben ik blij met hun vraag. Onlangs zag ik een vrouw waarvan ik het kankerverhaal op verschillende manieren al had gehoord, maar ik had haar zelf nog niet kunnen spreken. En het enige wat ik haar wilde zeggen, was: “Ik ben zo blij dat je er nog bent.” En dat heb ik haar ook gezegd.
Soms is het verwarrend om tegelijk blij te zijn omdat die ene persoon door haar kankerbehandeling spartelt, terwijl die andere ten dode is opgeschreven. Allebei zijn ze met mij verbonden op een of andere manier. En allebei de gevoelens zijn echt, en verdienen het gevoeld te worden. Dat ik zelf ooit kanker had, duw ik dan ver weg naar achter.
Het eilandgevoel. De vrouw die me interviewde leerde me ooit iets. Ik herinner me nog het moment waarop ze naast mijn bureau stond om iets te zeggen. En ik zag hoe iemand anders verdrietig kon zijn omwille van mijn ziekte. Ik voelde me schuldig. En besefte ook hoe mijn leven nooit van mij alleen kan zijn. Het was soms nog moeilijker tegenover de mensen die het dichtst bij me stonden in de hele periode van mijn ziekte. Hoe ik iets had willen kunnen doen om mijn ziekte voor hen weg te kunnen laten gaan.
De vrouwen op de blogs blijven vandaag in mijn hart. Misschien zal ik hun een berichtje sturen, misschien nog niet. Ik ken hen niet persoonlijk. Door hun verhalen, toch een heel klein beetje misschien. Hoe je door een eiland een ander beter kunt zien, het blijft mooi.
Ik hoop alleen dat er iemand naar hen zal komen, nu, en morgen, en overmorgen, en alle dagen en jaren die nog komen, die zal zeggen: “Ik ben blij dat je er nog bent.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten