50 jaar Verdrag van Rome. Een mooie verjaardag, maar ook een gelukkige? Ja, natuurlijk. En zoals dat hoort, wens ik de jarige nog vele jaren. Maar of dat lukt, hangt misschien wel vooral af van de genodigden op het feest.
Voor mensen van de jongere generaties is Europa ‘gewoon’ geworden. Het is een grote ruimte, waar je door kunt reizen. De euro is handig. Het is boeiend voor veel jongeren dat ze op andere plekken in Europa kunnen studeren. Het Europees Parlement is een plek die je kunt gaan bezoeken, net als zoveel andere plekken.
Dat in het gewone Europa de Europese Unie al ‘saai’ geworden is, wijst in zekere zin op het enorme succes van het Europees integratieproces. Veel jonge mensen zijn niet alleen van na de oorlog, ze zijn ook van na de Muur. Dat Europa niet langer verdeeld was, was voor een hen een gewone realiteit. Is het nodig om telkens weer terug te willen gaan in de tijd om het Europees project te begrijpen? Ja, dat blijft nodig.
De voorbije jaren was het vaak gemakkelijker om van Europa te houden dan van de Europese Unie. En dat is geen goede zaak. Als we terug kijken op de periode van na de Tweede Wereldoorlog, dan mogen we heel erg blij zijn dat politici van een vorige generatie de keuze hebben gemaakt om te komen tot een nieuw soort politieke structuur. Het was een gewild project, dat er kwam door politieke keuzes. De Europese pioniers die zich lieten leiden door een model van een federaal Europa hadden het in hun analyse bij het rechte eind. Het belang van die ‘communautaire’ methode blijft volgens ons nog steeds de basis voor de toekomst van de EU.
Wanneer een politieke structuur ‘gewoon’ wordt, vergeten mensen wel eens de kwetsbaarheid ervan. Vrede en democratie zijn geen gegevenheid. Alleen al daarom is het goed dat we steeds opnieuw de verhalen beluisteren van de oudere generaties. De Europese politieke integratie is voor mij altijd een vredesproject geweest, waarvan het succes niet geminimaliseerd mag worden. Dat in een groot parlement verkozenen uit landen die nog niet zo lang geleden elkaar tot de dood hebben bestreden met chemische wapens nu samen discussiëren over details van gezamenlijke wetgeving over chemische producten is een historische overwinning.
De Europese politieke integratie was een politiek project dat aangestuwd werd door de ervaring van het verleden. De verscheurende grote Europese oorlogen hebben aangetoond tot welke catastrofes een ontspoord nationalisme kan leiden. Dat nooit meer was een terechte drijfveer voor Europese politiek. De naoorlogse tweedeling door de Muur was een historische schuld die moest ingelost worden. De uitbreiding van de EU is voor ons altijd een hereniging geweest van wat samen hoorde.
De EU als politieke unie is echter maar zo sterk als de lidstaten willen. De frustraties die ik voelde toen bij de opeenvolgende verdragsonderhandelingen de kans werd gemist om echt een stap vooruit te zetten naar een federaal Europa werden de voorbije jaren niet weggenomen, integendeel. In heel wat lidstaten werd de klok werd teruggedraaid. Nationale regeringen plooiden zich terug op een mythisch geloof in de natiestaat en de nationale identiteit. Het egoïstisch neoliberalisme dat in zoveel lidstaten aan belang won, werd door nationale regeringen tot in de EU verdedigd, waardoor vooruitgang onmogelijk werd. Nooit eerder was de Commissie zo gemodelleerd naar nationale belangen. Misschien was voor velen het verleden al te ver weg om goed naar de toekomst te kunnen gaan.
De gemeenschap van Europese burgers is een lotsgemeenschap. Het is een fantastisch en ongemeen rijk kluwen van culturen. ‘Europa’ bestaat, en het is niet te vatten door nationale grenzen, of afgrenzende veronderstelde ‘identiteiten’ die alleen maar kunnen bestaan door nieuwe muren. Dat tot een verrijkende uitdaging maken, en niet tot een probleem, is de werkelijke les van de Europese geschiedenis.
Mijn Europese droom is nu dat de Europese politici een hernieuwde kracht vinden, verankerd in de toekomst, om de politieke integratie weer op de sporen te zetten. De wereld van 2007 is de wereld van de globalisering. Dat is het toneel waar de EU sterk zou moeten staan. En wel als een mondiale speler voor een andere en meer rechtvaardige wereld. Een politieke actor die muren afbreekt. Om met meer kracht muren tussen rijk en arm in Zuid en Noord te kunnen afbreken, moet de Unie ook met meer overtuiging diezelfde muren binnen haar eigen grenzen slopen.
Politieke moed is het beste antwoord op hernieuwde vormen van nationalisme en populisme van rechts of links. De klimaatuitdaging maakt ons allen lid van een mondiale lotsgemeenschap. We zijn met elkaar verbonden, als we falen en als we slagen. Lerend uit het verleden zouden de Europese leiders hun kracht in de toekomst moeten vinden om tot een betere EU te komen. Hopelijk was de Lentetop een begin van een politieke lente. Het is nu aan de EU om een mondiale voortrekker te worden van een politiek van preventieve gerechtigheid, in plaats van preventieve oorlog. Die droom verdient een stevig verjaardagsfeestje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten