21 maart 2007

Raken


Ze blijven in mijn hoofd hangen, de beelden van die Russische mijnwerkers. Een zoveelste ramp in een mijn. Ditmaal in Oeljanovskaja. De ogen. Die blijf ik zien. Hoe ze daar staan. Klaar om naar beneden te gaan, of net terug uit de hel. Mannen die weten dat zoveel van hun makkers daar onder de grond dood liggen. Weten dat er niets meer is dat nog kan gedaan worden.

Ik ben nog nooit in een mijn geweest. Ik ben zelfs nog nooit in Siberië geweest. Misschien moet je het landschap ervaren om te voelen wat er op die plek te voelen is. Hoe voelt het, als de mijn gewoon open is? Hoe voelt het om niet alleen zoveel aarde boven je hoofd te voelen, maar evenzeer als een noodlot te weten hoe onveilig de mijn is? Hoe voelt het te weten dat er al zoveel mijnongelukken geweest zijn? Voelt afdalen dan als een soort Russische roulette? Hoe voelt het als je geen andere keuze hebt dan daar te werken, omdat anders je kinderen geen eten hebben? Hoe voelt het om met elkaar verbonden te zijn, in leven en dood, daar diep onder de aardkorst?

Over al die dingen kun je verhalen lezen. Je kunt proberen iets te begrijpen, en dan alleen maar schroomvol zwijgen. De mannen die ik vandaag op de foto in de krant zie staan, ken ik niet persoonlijk. Ik weet niet hoe hun stemmen klinken. Ik weet niet hoe hun kinderen kijken als hun vader naar de mijn vertrekt. Al die dingen zou ik even willen zien en horen.

Maar de ogen van de mijnwerker die met een zwart gezicht treurt om de doden. “The horror!” Dat zie ik in die ogen. Ze hebben een waarheid gezien die ik als toeschouwer nooit zal kunnen bevatten.

Hoe kijk je naar het nieuws? Het houdt me vaak bezig. Enkele dagen geleden las ik een interessant artikel over de redenen waarom het ene nieuws ons raakt en het andere niet. Over aantallen, over beelden, over dichtbij en veraf, en al dat soort dingen. Darfoer zit in de categorie ‘jammer maar helaas’. Knut de kleine ijsbeer in de Berlijnse zoo is dan weer volledig binnen hand- en emotiebereik.

Als ik mensen hoor zeggen dat ze niet naar het nieuws kijken omdat ze er niet tegen kunnen om al die ellende te zien, word ik vaak kwaad. Het leven is ellende. Het leven was er het eerst, het nieuws kwam pas later. Het is tegenwoordig natuurlijk zo dat de nieuws-industrie ook nieuws ‘maakt’. Het is zo dat we zien wat die media willen dat we zien. Maar aan het einde van de rit is de wereld wat hij is. De gruwelijke werkelijkheid in Darfoer is er, of die op het nieuws komt of niet. De mijnwerkers in de Russische mijn zijn echt dood. Het zijn echte vaders, echte echtgenoten, echte kameraden.

Soms denk ik dat je laten raken door wat anderen overkomt misschien wel een van de eerlijkste dingen is die je kunt doen. Al is het niet altijd gemakkelijk. Doorheen de nieuwsformats kijken, doorheen je eigen beschermingsmechanismen, doorheen alle gemakkelijke vluchtroutes, om gewoon de pijn en het verdriet te voelen van wie je ziet.

Op een bepaalde manier gelijken het cynisch en het ‘activistisch’ kijken op elkaar. Het cynisch kijken is waarschijnlijk het ergste. Dingen als ‘niets raakt mij’, ‘ik kan er toch niets aan doen’, ‘pech voor hen, gelukkig hebben wij het goed’ zijn eigenlijk moreel verwerpelijk. Maar wie kijkt als een activist, laat soms ook de emotie niet toe. Elk beeld wordt onmiddellijk omgezet in ‘we moeten iets doen’ of ‘het is de schuld van die of die’ of ‘zie je wel dat het kapitalisme niet deugt’ of weet ik wat. Betrokken mensen hebben vaak een groot schuldgevoel, dat op hun schouders weegt. Dat is in wezen mooi en oprecht. Maar het kan ook verhinderen dat je je doorwaadbaar opstelt voor het menselijk lijden. En voor het verdriet dat je zelf voelt om een wereld die niet goed in elkaar zit. Het is een simpel woord, verdriet, maar het is zo moeilijk in een cynische of ‘efficiënte’ omgeving. Verdriet verdriet laten zijn. Gewoon dat, zonder meer. Niet willen dempen of sussen, niet willen ontwijken. Het gewoon door je lichaam laten vloeien als een rivier. Het water voelen, aan de binnenkant van je huid, maar het niet vast willen houden. Je durven laten raken.

In de stilte van het kwetsbare raken zit iets van mededogen. Mededogen staat tegenover onteigenen. Snelle of ontwijkende reacties laten de ander niet in haar of zijn waarde.

Zou die mijnwerker op de foto iets gemerkt hebben van mijn tranen? Misschien weet de aarde het wel, en misschien is dat genoeg. Wist ik het maar.

Geen opmerkingen: