03 maart 2007

Verbonden


Gisterenavond hadden we met enkele vrienden een boeiend gesprek over geloof. Wat betekent het in je leven? Welke plaats geef je het? Welk soort verbondenheid voel je erdoor?

Het thema fascineert me erg. Al blijven er dimensies die me waarschijnlijk helemaal ontsnappen. Misschien is het gemakkelijker te begrijpen hoe iemand die gelooft daar in haar of zijn leven een bepaalde rust door vindt dan te begrijpen wat dat geloof nu net is. Vaak voel ik me meer op mijn gemak bij mensen die door hun spirituele of religieuze overtuiging op een ‘brede’ manier in het leven staan dan bij mensen die de hele tijd verkondigen dat ze niet geloven. Maar geloven is voor mij dan weer een stap te ver, als het tenminste over een god gaat.

Een aantal maanden geleden volgde ik met veel interesse en ontroering een BBC-reeks op Canvas waarin enkele ‘gewone’ mensen een hele tijd mochten verblijven in een slotklooster. Met het idee van zo’n klooster heb ik het altijd moeilijk gehad. Aan de ene kant lijkt het me een mooi idee. Dat er een plaats bestaat die niet meegaat met de waan van de dag, die niet economisch ‘nuttig’ moet zijn, is op zich al geruststellend. Dat je ervoor kunt kiezen om de innerlijke weg te gaan, en jezelf daarin te verdiepen, dat is mooi. Aan de andere kant is er vaak ook een gevoel als “What a waste…”. Hoe jammer het is dat zo’n boeiende en diepzinnige mensen verloren zijn voor de rest van de wereld. Vanuit hun kant gezien is hun keuze tot terugtrekking op een bepaalde manier wel verbonden met die wereld. Maar van de andere kant gezien hoef je nooit iets te merken van die mensen die achter die muur bezig zijn met een bepaald soort integriteit waaraan de wereld wel eens veel behoefte zou kunnen hebben.

De zusters die ik zag, waren evenwel erg indrukwekkende vrouwen. Je kon niet anders dan ontroerd zijn door hun authenticiteit en warmte. Ze brachten me aan het twijfelen. Misschien is de harde keuze die zij maakten de enige manier om zo’n plek te bereiken. Ik weet het niet. Het blijft mijn overtuiging dat een ‘klooster’ midden in het gewoel van de stad moet liggen. De tedere stilte die zo nodig is, zou huiddicht bij het lawaai en het ritme van het gewone, of is het ‘andere’ leven moeten zijn. Misschien zou iedereen in haar of zijn hoofd een slotklooster moeten hebben, maar dan wel met een deur die altijd open staat.

In mijn spiritueel gevoel voel ik me ten diepste verbonden met iets als de energie die er is in alles wat leeft. Veel meer kan ik er eigenlijk niet over zeggen, en ik denk dat ik dat ook niet wil. Ik kijk en luister met veel aandacht naar wie wel voelt of zeker weet dat er een god is, waarmee je een persoonlijke relatie kunt hebben. Hoe zou het zijn om dat vertrouwen te voelen? Het moet mooi zijn, als het ook zo voelt.

Soms heb ik het gevoel dat je over de dingen die echt belangrijk zijn best niet te veel zegt. Je verbonden voelen met iets wat groter of sterker is dan jezelf, kan alles anders maken. Proberen te beschrijven wat dat is, kan al een stap te ver zijn. Het kan al bijna beschadigen of ‘ontheiligen’ wat ongezegd moest blijven. Het ‘verwoorden’ lijkt soms als een vlucht in het niets. Terwijl het zoeken naar wat ontsnapt of trilt tussen de woorden, die zichzelf ontvluchten, net wel een toegang kan zijn tot die andere werkelijkheid. Het is een heel moeilijk evenwicht tussen twee plekken.

Wat betekent het als ik me het na dit leven voorstel als terugkeren naar de zee en verdwijnen in wie mij lief is? Geloven is het niet, denk ik. Vertrouwen soms wel. En vrede af en toe. Het falen is troostend als het niets meer te maken heeft met een op weg zijn naar. En voorlopig is dat meer dan genoeg.

Geen opmerkingen: