26 juli 2007

Schrijfwijzer


Boeken die je leven veranderen. Alleen al erover praten of eraan denken is voldoende voor een subtiele glimlach. Minstens even mooi is het delen van verhalen over boeken die je leven veranderen.

In de categorie voor de hand liggend is er natuurlijk voor velen het wereldberoemde kookboek van de boerinnenbond. Ik heb het koken echter zonder dat kookboek geleerd. Nu gebruik ik het nog wel eens om een recept te controleren. Misschien beroerde het mijn hart te weinig.

Dan is er natuurlijk het al even wereldberoemde boekje van Nonkel Bob waarmee hele generaties Vlaamse muzikanten leerden gitaar spelen. Ik heb het ook nog gebruikt, ik geef het toe.

Maar om je leven te veranderen is nog iets meer nodig. Het heeft met de verhalen en het hart te maken.

Een van die boeken is natuurlijk het eveneens wereldberoemde Het Fotoboek van Dick Boer. Dat zit namelijk zo. Mijn vader was, letterlijk, een man van dertien stielen (zonder de ongelukken). Dat gaf vooral op school praktische problemen als ik voor de zoveelste keer het ‘beroep van vader’ moest invullen. Er was immers altijd maar één lijntje voorzien, en daar kon dat nooit allemaal op. Maar goed, mijn vader was ook fotograaf. Toen ook ik me aan de fotografie wilde wijden, vroeg ik of hij het me wilde uitleggen. Fout natuurlijk. Ik was nog erg jong toen, en wilde weer eens te veel te snel. Zo werkte dat dus niet. Mijn vader, die altijd al bekend was voor zijn fijnzinnige pedagogische methodes, had een simpel antwoord: “Lees Het Fotoboek van Dick Boer.” De bedoeling was dat ik eerst de basisregels zou leren, en dan zouden we wel zien. Het Fotoboek was niet wat men nu een ‘cool’ boek zou noemen. Degelijk, een beetje saai, maar voor wie de moeite deed ook bijzonder informatief en vaak zelfs grappig. Sinds ik het las, ben ik ervan overtuigd dat zogenaamd ‘automatische’ toestellen veel ingewikkelder zijn dan de gewone waarbij je alles zelf moet doen.

Ik leerde dus fotograferen. Bij de eerste fotowedstrijd waar ik aan deelnam, won ik meteen een van de prijzen. Een fotoboek, al was het niet Het Fotoboek. Het was een boek over de kleinbeeldcamera. Ik had het nauwelijks rustig doorgenomen, of het werd door mijn vader in de winkel terug verkocht, want we hadden het zelf net niet meer in voorraad toen een klant erom vroeg. Pedagogisch zeer fijnzinnig zoals gezegd.

Maar het mooiste was dat ik vele jaren later ontdekte dat ook voor een aantal van mijn vrienden Het Fotoboek mooie herinneringen opriep. We moeten gewoon de naam zeggen, en we weten het: dit boek creëert een bijna mystieke band tussen mensen die het vak met het juiste boek geleerd hebben.

Een klein boekje dat mijn leven veranderde was verder Twijfel aan Europa van de onovertroffen Ton Lemaire. Wereldberoemd is het niet denk ik, maar wel een schat die het verdient ontdekt te worden.

Maar hier wil ik het nog even hebben over een ander boek: Schrijfwijzer, van Jan Renkema. In elke beroepsgroep zullen er wel standaardwerken zijn die de landkaart een ander uitzicht gaven. Voor wie net als ik verslingerd is aan het Nederlands en aan de woorden in het algemeen, is dit boek met taaladvies voor het schrijven van teksten een oase waar je veilig kunt thuiskomen.

Het is moeilijk uit te leggen waarom ik zo gehecht ben aan dit boek. Het heeft te maken met de manier hoe het is opgebouwd, en zeker ook met de toon in het boek. En daarmee komen we op het terrein van het hart. En de liefde.

Wie voor het eerst begint te bewegen in de Schrijfwijzer krijgt waarschijnlijk een soort Het Fotoboek-gevoel. Wie onmiddellijk simpele en hapklare antwoorden zou willen, zonder te moeten zoeken, en zonder te moeten nadenken, is eraan voor de moeite. Wie op zoek is naar mooie prentjes of een flitsende vormgeving met schreeuwerige kleuren zal ook misschien afhaken. Onterecht trouwens. Want op zowat al je vragen kun je een mooi antwoord vinden in dit boek.

Het mysterie van de Schrijfwijzer is ook het mysterie van de taal. De taal is een levend organisme. Het beweegt elke dag. Het is soepel en weerspannig. De taal is meer het zoeken naar antwoorden dan het presenteren van eenduidige formules. De taal is niet ‘logisch’, omdat het leven dat ook niet is. De taal is niet ‘simpel’, of is geen medium voor een eenduidige één-op-één-communicatie, omdat het leven ook zo niet is. Wie dat als uitgangspunt neemt, kan met milde en liefdevolle strengheid advies geven dat toch ook zoekend blijft. Geen kommaneuken dus, geen ouderwetse ‘taalzuivering’ zoals we die vroeger kregen. Neem gewoon even de tijd om te lezen wat Renkema schrijft over het concept ‘regels’ van de taal, over woorden uit andere talen in het Nederlands, over soms onzinnige spellingregels, over stijl en leesbaarheid van teksten, en je weet het. Je moet wel even je tijd nemen, maar je houdt er zoveel meer aan over. Het Nederlands is geen volautomatisch fototoestel, en mag het vooral ook nooit worden. Maar zoals er ook een langzaam te verwerven kunst van de liefde bestaat, zo bestaat er ook een kunst van de taal.

Het liefst zou ik me gewoon ergens een week willen kunnen terugtrekken en de hele Schrijfwijzer van voor naar achter uitlezen. Ik besef elke dag dat elke zin die ik maak voor verbetering vatbaar is. Maar het troost me te weten dat ik enkel zou moeten snuffelen in de Schrijfwijzer om te vinden wat ik niet zocht maar kon vermoeden.

In een vorig leven gaf ik Nederlands aan volwassenen. Een van mijn cursisten kwam vragen of ik haar niet even wat praktische tips kon geven om beter te schrijven. In het kader van mijn fijnzinnige pedagogische methode was mijn antwoord: “Lees eerst eens Renkema, en dan kunnen we verder praten.”

Geen opmerkingen: